De aantallen weidevogels nemen al decennia in onrustbarend tempo af.
Voortgaande intensivering en versnippering van het grondgebruik in het landelijk gebied heeft geleid tot een drastisch tekort aan geschikt leefgebied voor de weidevogels. Denk hierbij aan verlagen van het grondwaterpeil, intensief bemesten, vaak en vroeg maaien; maar ook uitbreiding van ons wegennet en de bouw van woonwijken en villaparken zorgen voor afname van goed leefgebied. Er verdwijnt hiermee voorgoed leefgebied en een deel van het leefgebied wordt fors minder geschikt. Weidevogels hebben hier geen tijd en ruimte om hun broed- en opgroeicyclus te voltooien waardoor de overlevingskans van weidevogelkuikens bijzonder klein is.
Om het tij te keren zijn er weidevogelreservaten gekomen in beheer bij terreinbeheerders. Ook zijn er verschillende stelsels opgetuigd: sinds 2016 wordt gewerkt met een vergoeding voor deelnemende agrariërs via agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). De ANLb-aanpak is gericht om op polderniveau een mozaïek in te richten van geschikt tot echt goed leefgebied voor weidevogels.
Tot nog toe heeft de combinatie van weidevogelreservaten en het ANLb-stelsel nog niet geleid tot het stoppen van de teloorgang.
Vogelbescherming zet zich in voor stabiele en soortenrijke weidevogelpopulaties en vindt dat weidevogels het meest gebaat zijn bij een gebiedsgericht en effectief beheer in weidevogelkerngebieden. Hier staan ecologische randvoorwaarden voor weidevogels centraal. Dat betekent dat de beschikbare middelen vooral moeten worden ingezet in die gebieden waar nog voldoende weidevogels broeden en waar maatregelen dus effectief kunnen zijn. Een goed kerngebied is minimaal 500 ha groot, heeft een hoge mate van openheid, een hoog grondwaterpeil en kruiden-insectenrijke graslanden met een gezond bodemleven. Nu er nog zo weinig broedparen over zijn, versterkt predatie in sommige regio’s het probleem voor de weidevogels. In goede weidevogelgebieden waar toch veel predatie is, moeten maatregelen genomen worden. Deze moeten ervoor zorgen dat verschillende predatoren geen overmatige schade aan de weidevogelpopulatie kunnen aanrichten. Dat vergt kennis en maatwerk omdat simpele oplossingen voor de predatieproblematiek niet bestaan. Lees ons predatiestandpunt.