Navigatie overslaan

Standpunt Vogels voeren

Het voeren van vogels van vogels in tuinen komt veel voor. Traditioneel werden tuinvogels vooral ’s winters gevoerd, tijdens vorst. Tegenwoordig worden ze steeds vaker het hele jaar rond gevoerd. Daarnaast worden bij vorst regelmatig watervogels bijgevoerd en worden in steden meeuwen, eenden en soms blauwe reigers gevoerd. Soms worden ook nog andere soorten gevoerd door specialisten (bijvoorbeeld roerdomp).

Probleem

Overmatig vogels voeren kan tot overlast leiden, met name door bevuiling en het aantrekken van ongedierte.
Daarnaast kunnen vogels zelfs soms ziek worden en sterven door besmetting via voerplaatsen.

Standpunt

  • Vogelbescherming roept mensen op om vooral hun tuin vogelvriendelijk in te richten met inheemse, biologische planten, struiken en bomen, zodat vogels natuurlijk voedsel kunnen vinden.
  • Vogelbescherming staat positief tegenover het met mate bijvoeren van (tuin)vogels, buiten en in de broedtijd. Het voeren van tuinvogels is een laagdrempelige vorm van natuurbeleving en draagt sterk bij aan de populariteit van vogels en natuur in het algemeen.
  • Vogelbescherming benadrukt dat hygienisch bijvoeren van het grootste belang is, om te voorkomen dat ziektes, zoals het geel, zich sneller onder vogels verspreiden. Dit betekent: niet teveel tegelijk voeren en voer- en waterplaatsen regelmatig schoonmaken.

Wat doet Vogelbescherming?