De kievit neemt sterk af in Europa. In veel van de ons omringende landen staat de soort op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Ook in Nederland – en in Friesland – is de trend van de aantallen broedvogels negatief, met een achteruitgang van ruim 3% per jaar, maar er bestaan flinke verschillen per provincie (bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland).
De oorzaken van de achteruitgang liggen vooral in het intensieve agrarische landgebruik, waardoor er steeds vroeger gemaaid wordt, graslanden te droog zijn, het gras te snel opschiet en eenvormig van structuur en soortensamenstelling wordt én de voedselbeschikbaarheid voor kieviten afneemt. Ook zijn veel broedgebieden van kieviten verdwenen door verstedelijking en is predatie toegenomen. Daarnaast is in enkele landen jacht op kieviten ook nog steeds toegestaan, zoals in Frankrijk.
Uit onderzoek is gebleken dat het broedsucces van kieviten te laag is om de sterfte te compenseren. Beschermingsmaatregelen dienen dus vooral op broedsucces gericht worden.
Uit onderzoeken komt verder naar voren dat vroeg in het jaar gelegde eieren van de kievit zwaarder zijn dan de later gelegde eieren. Daaruit komen grotere en zwaardere jongen voort met een hogere overlevingskans. Na het rapen leggen kieviten eieren die kleiner zijn en waarvan de jongen een lagere overlevingskans hebben. Juist de vroege legsels maken dus de meeste kans op succes, maar deze worden door rapen verstoord.
Het rapen van kievitseieren in Friesland is echter niet de reden voor de achteruitgang van de kievit. Het rapen van kievitseieren levert evenwel ook geen bijdrage aan de bescherming van deze soort.
Zie ook: Weidevogels en Gemeenschappelijk Landbouwbeleid