Geplaatst op 8 november 2016
Weidevogels als de grutto, kievit, scholekster en veldleeuwerik hollen al tientallen jaren in aantal achteruit. Een recente studie van het CBS over het bereiken van de wereldwijd afgesproken Sustainable Development Goals toont aan dat Nederland op het gebied van natuur ernstig tekort schiet. De studie concludeert onder andere dat vogelsoorten van het boerenland nog steeds hard achteruit gaan. Uit het recentelijk verschenen boek Agrarisch natuurbeheer in Nederland blijkt dat met de huidige maatregelen er op termijn slechts zo’n 1.500 paar grutto’s over blijven. Ter vergelijking: in de jaren tachtig leefden er ruim 100.000 paar in ons land, vandaag de dag minder dan 30.000 paar. Een aantal dat dus elk jaar afneemt.
Vorig jaar nam een Kamermeerderheid een motie aan waarin de regering opgeroepen werd zo snel mogelijk met een plan van aanpak te komen om de weidevogels te redden. Na ruim een jaar is dit plan er eindelijk. Het is echter een plan zonder concrete doelstellingen, acties en extra financiële middelen. Een plan dat niet gaat werken. Om weidevogels als de grutto, kievit en scholekster te redden zijn vergaande maatregelen noodzakelijk.
Voor Vogelbescherming is de maat nu vol. De natuurorganisatie heeft jarenlang constructief meegedacht met de overheid over maatregelen en zelfstandig een veelheid aan initiatieven genomen om weidevogels beter te beschermen. Nu blijkt dat de rijksoverheid niet bereid is om op korte termijn de dringend noodzakelijke maatregelen te nemen dient Vogelbescherming een klacht in bij de Europese Commissie. Kern van de klacht is dat Nederland zijn internationale verplichtingen ten aanzien van de bescherming van weidevogels en hun leefgebieden niet nakomt. Dit blijkt duidelijk uit een onderzoeksrapport dat is opgesteld door de Universiteit van Tilburg in opdracht van Vogelbescherming.
In de jaren tachtig leefden er ruim 100.000 paar grutto's in ons land, vandaag de dag minder dan 30.000 paar
Naar aanleiding van deze klacht kan de Europese Commissie besluiten om een formele inbreukprocedure tegen Nederland te starten wegens schending van de EU-Vogelrichtlijn. De Europese Commissie zal in dat geval Nederland opdragen om zijn internationale verplichtingen ten aanzien van weidevogels alsnog na te komen. Uiteindelijk kan de procedure zelfs leiden tot een veroordeling door het Europese Hof van Justitie. De gehele procedure kan meerdere jaren duren. Vogelbescherming hoopt en verwacht echter dat Nederland al voor het einde van de procedure de vereiste maatregelen neemt om weidevogels en hun broedgebieden effectief te beschermen.
Om dat te bereiken zou er volgens Vogelbescherming een bindend nationaal programma moeten komen voor weidevogels. Een programma dat de rijksoverheid opstelt in samenwerking met de meest betrokken partijen, zoals provincies, boeren, waterschappen en natuurorganisaties. Een programma met heldere doelen, zoals een populatie van 40.000 paar grutto’s in tien jaar tijd. Dat betekent dat er effectieve bescherming moet komen van gebieden die goed zijn voor weidevogels. Er moeten voldoende financiële middelen worden vrij gemaakt die boeren in deze gebieden in staat stellen maatregelen te nemen die nodig zijn voor weidevogels.
De Wet natuurbescherming die op 1 januari 2017 in werking treedt biedt de mogelijkheid tot het vaststellen van een bindend nationaal programma met als doel “de staat van instandhouding van de van nature in Nederland in het wild voorkomende soorten dieren of planten… te verbeteren”. Dit instrument is bij uitstek geschikt om weidevogels met een samenhangend en afgewogen pakket aan maatregelen van de ondergang te redden. Toch weigert Staatssecretaris Van Dam tot nu toe dit instrument in te zetten. Vogelbescherming hoopt dat Van Dam op zeer korte termijn van mening verandert en alsnog besluit om een nationaal programma voor weidevogels te ontwikkelen op grond van de Wet natuurbescherming.
Bron grafiek weidevogels (zie hieronder): Netwerk Ecologische Monitoring (Sovon, CBS, provincies)