De afgelopen 50 jaar heeft het GLB veel goeds opgeleverd, zoals voldoende voedsel van goede kwaliteit en tegen een betaalbare prijs. Maar het heeft ook een enorme achteruitgang van biodiversiteit en landschap- en milieukwaliteit veroorzaakt.
Het feit dat Nederland jaarlijks honderden miljoenen ter beschikking krijgt van de Europese Unie voor de landbouw, is niet het grootste probleem voor Vogelbescherming. Wel de manier waarop dit geld verdeeld wordt. We willen een landbouwbeleid met minder op productie gerichte subsidies en met meer oog voor de natuur.
Er is in Nederland geen sprake meer van voedselschaarste, dus is het voor ons niet logisch meer om de voedselproductie met honderden miljoenen belastinggeld te stimuleren. Dat de Nederlandse landbouw bijdraagt aan het oplossen van voedselschaarste in de rest van de wereld, is evenmin het geval.
Het Nederlandse platteland heeft meer te bieden dan alleen het produceren van voedsel: weidevogels, akkervogels, landschapselementen, sloten vol kikkers en dotterbloemen enzovoort. Allemaal onderdelen van het Nederlands cultuurlandschap die de afgelopen tientallen jaren hard achteruit gegaan of zelfs verdwenen zijn. Wij zijn van mening dat dit belastinggeld besteed moet worden aan doelen die voor alle Nederlanders zijn. We noemen dat maatschappelijke doelen. Helaas is het deel van het totale GLB-budget voor maatschappelijke doelen erg klein en staat niet in verhouding tot het totale GLB-budget.