Navigatie overslaan
Patrijs / Shutterstock Alle berichten

Ctgb negeert studie over schadelijke bestrijdingsmiddelen

Geplaatst op 29 oktober 2024

Een nieuwe meta-studie toonde het glashard aan, neonicotinoïden zijn ook rechtstreeks gevaarlijk en dodelijk voor vogels. Een aantal van deze bestrijdingsmiddelen die in de landbouw wordt gebruikt, is al verboden, maar bevindt zich nog steeds in ons milieu. En hadden daar nooit in terecht moeten komen volgens Vogelbescherming. Het college dat deze middelen goedkeurt, het Ctgb, hanteert het voorzorgsbeginsel niet streng genoeg. Naar aanleiding van de nieuwe studie stelden we het Ctgb een aantal kritische vragen en kregen onbevredigende antwoorden.

Recent publiceerden Wageningse en Maastrichtse wetenschappers het artikel 'Neonicotinoids impact all aspects of bird life: a meta-analysis'. Vogelbescherming heeft bijgedragen aan het initiatief voor deze studie, en heeft naar aanleiding van de belangrijke conclusies uit dat onderzoek een persbericht uitgebracht: Neonicotinoïden: op alle fronten schadelijk voor vogels. In een achtergronddocument leggen we uit dat er al lange tijd veel misgaat in de toelating van bestrijdingsmiddelen, en dat die toelating daarom op de schop moet.

Vogelbescherming vindt het zeer verontrustend dat deze schadelijke middelen nog steeds door de strenge toelatingsprocedures komen en onterecht worden bestempeld als veilig voor mens, dier en milieu. Pesticiden moeten vooraf uitgebreider en strenger getoetst worden op hun mogelijke neveneffecten voor mens, dier en milieu. Bij twijfel daarover zouden middelen niet mogen worden toegelaten. Dat is in het verleden al veel te vaak misgegaan.

Naar aanleiding van de nieuwe meta-studie heeft Vogelbescherming vragen gesteld aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), waarop we vlot een week later antwoord kregen. Helaas waren deze antwoorden voor ons niet erg bevredigend. In dit document geven we onze vragen en de antwoorden letterlijk weer, met instemming van het Ctgb.

Hieronder geven we enkele conclusies weer die wij trekken uit de antwoorden die we kregen.

Rol Ctgb

Het Ctgb beschrijft in zijn antwoorden z’n rol primair als uitvoerder van de geldende Europese regels en verordeningen. Wanneer wetenschappelijke inzichten, of het maatschappelijk debat daar aanleiding toe geven, kan de Europese verordening worden aangepast. Als toelatingsautoriteit volgt het Ctgb te allen tijde de (aanpassingen in) de Verordening.

Risico-inschatting

Het Ctgb zegt dat het nieuwe Wageningse onderzoek geen bewijs levert dat vogels in Nederland worden blootgesteld aan sub-lethale of dodelijke concentraties van deze middelen. Dat klopt, zo specifiek is deze studie niet. Er is volgens het Ctgb in de toelating dus voldoende rekening gehouden met mogelijke schadelijke effecten. Het risico op blootstelling in de Nederlandse omstandigheden is volgens het Ctgb voldoende ondervangen door restricties in het gebruik van deze middelen. Hierbij gaat het uiteindelijk om een risico-inschatting. Het Ctgb acht kennelijk het risico op blootstelling van vogels aan neonicotinoïden aanvaardbaar klein.

Vanuit Vogelbescherming achten wij dat risico op blootstelling reëel aanwezig, dus ook met een reële kans op onaanvaardbare schade voor vogels (en andere organismen). Dat baseren we op metingen van de aanwezigheid van neonicotinoïden in het milieu (bijv. Bestrijdingsmiddelenatlas) en op meerdere wetenschappelijke publicaties verspreid over verschillende continenten en vogelfamilies, waaruit blijkt dat significante concentraties neonicotinoïden worden aangetroffen in het bloed, organen, veren, eieren en kuikens van vogels.

We vinden het hierbij schokkend te lezen dat het Ctgb onze (harde) wetenschappelijk onderbouwde conclusie: 'dat alle onderzochte typen neonicotinoïden schadelijk zijn voor verschillende aspecten van de gezondheid van alle onderzochte soorten vogelsniet wenst te volgen. Dit roept grote en belangrijke vragen op over de manier waarop de Ctgb wetenschappelijke data weegt en meeneemt in zijn besluitvorming.

Voorzorgsbeginsel

Hier komt het zogenaamde voorzorgsbeginsel uit de Europese verordening in beeld. Dat moet helpen om bij een risico op schade een afweging te maken van de bepaling van de potentieel schadelijke gevolgen, op basis van de evaluatie van de beschikbare wetenschappelijke gegevens én de mate van wetenschappelijke onzekerheid. Een groot probleem bij dit beginsel is dat hóe die afweging wordt gemaakt (in dit geval door de Ctgb) volstrekt niet-transparant is en dús ook niet te controleren is.

Vogelbescherming Nederland is stellig overtuigd dat er voldoende wetenschappelijk bewijs is geleverd voor zowel blootstelling als voor potentiële schade, niet alleen door deze meta-studie maar al eerder en vaker, bijvoorbeeld ook in de studie van Hallmann en collega’s in 2014. Dit zou ons inziens vanuit het voorzorgsbeginsel zo snel mogelijk moeten leiden tot nieuw onderzoek en een herbeoordeling van de huidige nog toegelaten neonicotinoïden.

‘Geen actie nodig’

Het Ctgb zegt simpelweg dat dat voorzorgsbeginsel onderdeel is van de Europese verordening, en dat het Ctgb die verordening uitvoert, en dús dat het Ctgb daarmee al voldoende rekening heeft gehouden met dat voorzorgsbeginsel en geen reden ziet voor verdere actie.

In dit licht is het zorgwekkend dat het Europese Hof van Justitie in april 2024, in een rechtszaak van Pesticide Action Network (PAN) Europe tegen het Ctgb heeft geoordeeld dat het Ctgb haar werk niet goed uitvoert. In het vonnis wijst het Hof het Ctgb er op dat zij de toelating en (her)beoordeling van middelen niet alleen aan de hand van protocollen moet worden gedaan, maar dat de Ctgb daarbij alle meest actuele beschikbare betrouwbare wetenschappelijke en technische kennis moet betrekken. Bovendien herinnert het Hof eraan, dat de bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu voorrang moet hebben op de verbetering van de teelt van planten. Op haar website meldt de Ctgb dat zij intussen haar werkwijze aan na uitspraak Europees Hof heeft aangepast.

Nieuwe werkwijze

Het geheel overziende komen het Ctgb en Vogelbescherming Nederland niet nader tot elkaar, en blijven we grote verschillen houden in hoe we aankijken tegen het voorzorgsbeginsel en de afweging van risico’s. Hoe het Ctgb in de verschillende dossiers tot zo’n afweging komt, en welk wetenschappelijk bewijs ze daarin wel en niet meeweegt, blijft voor buitenstaanders geheel ondoorzichtig. Dus ook de vraag hóe het Ctgb het voorzorgsbeginsel heeft toegepast, is volstrekt niet transparant.

Vogelbescherming zal daarom bij de politiek aandringen op een onafhankelijke commissie van wetenschappers, die de werkwijze van het Ctgb onderzoekt en waar mogelijk verbeteringen voorstelt.

Help de boerenlandvogels

Er is helaas bijna geen geschikt leefgebied meer voor typische boerenlandvogels zoals de grutto, kievit of patrijs. Vogelbescherming is vastberaden om te investeren in de volle rijkdom van het Nederlandse landschap. Vol drassige, bloemrijke weides
en natuurrijke akkers.

Help mee en doneer

Partner van BirdLife International

Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.

Bekijk de video over BirdLife International