Door
Jeroen van der Kooij
Biologisch melkveebedrijf
“We hebben volop kieviten, er broeden tureluurs, eenden en graspiepers. De grutto lijkt teruggekomen en dit voorjaar hoorde ik voor het eerst sinds jaren weer een veldleeuwerik.”
Ik ben een weidevogelboer
Aantal hectaren: 71
67
Sinds 2008 boert Jeroen biologisch, en antibioticavrij. Hij heeft hoofdzakelijk Blaarkop, omdat hij die mooi vindt en ze goed melk geven van het ruwere gras. Daarnaast heeft hij Brown Swiss. Het zijn rassen die het beter op de natuurlijke weide doen dan de Holstein-Friesian veestapel, die hij ooit had. De melkproductie van zijn dieren is niet hoog: 5000 liter per koe per jaar, waar een gangbare boer met Holsteiners makkelijk het dubbele haalt.
Het land van Jeroen ligt op veengrond. Ooit probeerde hij de specifieke veengrassen daar te vervangen door hoogproductief gras. Maar dat lukte niet, de oorspronkelijke begroeiing kwam terug. Natuurbeheer past dus beter op deze grond. Van de ruim zeventig hectare is 42 hectare van Natuurmonumenten. Van de overige dertig hectare is twintig hectare in eigendom. Ook dat gebied heeft al een aantal jaren een natuurbestemming met als doelstelling de weidevogels. Dit geldt uiteraard ook voor het land van Natuurmonumenten.
Jeroen stelt hij op een groot deel van zijn land het maaien uit om de weidevogels de kans te geven te broeden. Hele percelen gras laat hij met rust tot de jonge vogels zichzelf kunnen redden. Nesten en broedresultaten worden geregistreerd. Ook is zijn land ganzenfoerageergebied in de winter. Dat betekent in het voorjaar dat het gras voor de koeien later gaat groeien.
Onderzoekers en boeren maken zich zorgen over de bodemvruchtbaarheid, die in Nederland achteruitgaat. Jeroen is ook zo’n bezorgde boer. Hij beproeft met succes een middel om daar wat aan te doen: bokashi. Dit is een Japanse vinding waarbij gebruik wordt gemaakt van gefermenteerd organisch materiaal. „Ik krijg bermmaaisel van het waterschap, dat meng ik met vaste mest plus steenmeel en micro-organismen. Dat rijd ik op een hoop, dek het luchtdicht af met plastic en laat het zes tot acht weken fermenteren. Onkruidzaden gaan dood, maar koolstof en sporenelementen blijven behouden. Als ik de bokashi over het land uitrijd is het met zes weken, bij droog weer acht, volledig door de bodem opgenomen.”