Geplaatst op 13 mei 2022
In het Nationaal Strategisch Plan ontvouwt het kabinet de Nederlandse plannen voor landbouw en natuur voor de komende jaren. Dat is de nationale uitwerking van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie. Elke EU-lidstaat maakt een NSP. Het is nog altijd zo dat het grootste deel van het begrotingsbudget van de Europese Unie via het GLB naar de landbouwsector gaat. Dit betreft niet alleen inkomenssteun: de landbouw moet in ruil voor dit publieke geld ook natuurvriendelijker en duurzamer worden. Dit is ook een belangrijk onderdeel van de ‘Green Deal’ van de Europese Commissie, waarin ook klimaatdoelen en doelen ter verbetering van de biodiversiteit zijn opgenomen.
De Europese Commissie vindt de plannen van het huidige NSP niet ver genoeg gaan om de milieu-, biodiversiteits- en klimaatuitdagingen in Nederland aan te pakken. Ook hekelt zij het gebrek aan doelstellingen, resultaatindicatoren en afdoende monitoring.
De natuurorganisaties zijn het eens met de Europese Commissie en constateren in de eerste reactie van het kabinet een gebrek aan wilskracht om het Nationaal Strategisch Plan aan te scherpen als het gaat om vergroening en duurzaamheid. Bovendien wil het ministerie geen doelen uit de Green Deal opnemen, omdat deze op dit moment nog niet in wetgeving zijn vastgelegd.
Met een ambitieuzer NSP is het mogelijk om versneld de uitstoot van stikstof te verminderen, om de klimaatverandering tegen te gaan en om de waterkwaliteit te verbeteren. Dit zijn allemaal zaken waar de natuur en de vele bedreigde soorten en ecosystemen veel baat bij hebben. Bovendien snakt de landbouwsector naar een heldere stip op de horizon met duidelijke doelstellingen en een visie voor de lange termijn. Dat is volstrekt onvoldoende opgenomen in het huidige NSP.
De natuurorganisaties doen daarom aanbevelingen het NSP te verbeteren, die aansluiten bij het eigen regeerakkoord van het kabinet. Het zijn aanbevelingen voor het behalen van doelen van de Kaderrichtlijn Water, maar ook die van stikstofreductie en van vermindering van het gebruik van pesticiden. Ook het naleven van de Vogel- en Habitatrichtlijn is een belangrijk doel dat nu niet genoemd wordt.
De Europese Commissie heeft aangegeven zich zorgen te maken over het overschot aan dierlijke mest in Nederland. De uitstoot van ammoniak wordt met de huidige voorstellen in het NSP niet aangepakt, waardoor stikstof voor grote problemen zal blijven zorgen. De commissie stelt vast dat de landbouw verantwoordelijk is voor 88% van de totale ammoniakemissie en vraagt daarom om meer actie.
De natuurorganisaties willen dat op korte termijn een deel van het budget van 25 miljard euro uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) wordt overgeheveld naar het NSP, zodat het vanaf 2023 al kan worden ingezet voor de extensivering van de landbouw rondom Natura 2000-gebieden, om peilverhoging in veenweidegebieden te realiseren en agrarische ondernemers hiervoor te compenseren. Het grootste deel van de middelen in het NPLG kan pas vanaf 2024 ingezet worden.
De Europese Commissie wil daarnaast graag weten hoe Nederland natuurvriendelijke landbouw gaat stimuleren via de markt. Ook daar doen de vier natuurorganisaties voorstellen voor, waarbij een belangrijke en niet-vrijblijvende rol wordt toebedeeld aan de ‘ketenpartijen’ in de voedselindustrie. Door afspraken te maken met ketenpartijen wordt het voor boeren mogelijk om een eerlijke prijs te krijgen voor hun producten en wordt het makkelijker om hun boerenbedrijf te verduurzamen. Boeren worden dan daadwerkelijk beloond voor hun inzet voor een natuurvriendelijke landbouw.
Nederland heeft te weinig oog voor het herstel van waardevolle landschappen en de biodiversiteit, zo constateert de Europese Commissie bovendien. Er zijn te weinig landschapselementen in het agrarisch cultuurlandschap vindt de commissie. De natuurorganisaties pleiten daarom voor het aanwijzen van zeker 10% van de grond voor landschapselementen.
Tot slot is de weidevogelaanpak een punt van zorg. Volgens de commissie is deze nu onvoldoende ambitieus, omdat niet alle 30 zoekgebieden van het Aanvalsplan Grutto worden ingezet die volgens de initiatiefnemers van het plan nodig zijn om de populatie te herstellen. De Europese Commissie stelt dat Nederland niet alleen moet garanderen dat het NSP of de nationale financiering in lijn is met het Aanvalsplan Grutto, maar ook dat hier budget beschikbaar voor blijft vanaf 2023.
Vogelbescherming, Natuurmonumenten, LandschappenNL en het Wereld Natuur Fonds vinden dat het kabinet het NSP veel beter kan maken dan het nu is en roepen daarom op om serieus naar hun aanbevelingen te kijken. In een brief aan de ministers Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Van der Wal-Zeggenlink van Natuur en Stikstof worden de voorstellen uitgebreid toegelicht. Op 18 mei gaat de Tweede Kamer met minister Staghouwer in debat over het NSP en de reactie van de Europese Commissie.
Er is helaas bijna geen geschikt leefgebied meer voor typische boerenlandvogels zoals de grutto, kievit of patrijs. Vogelbescherming is vastberaden om te investeren in de volle rijkdom van het Nederlandse landschap. Vol drassige, bloemrijke weides
en natuurrijke akkers.
Vogelbescherming heeft een netwerk van enthousiaste boerenlandvogelboeren. We delen kennis met elkaar en we ondersteunen de boeren op verschillende manieren. Er is vast een boerenlandvogelboer bij jou in de buurt!