Nederland telt ruim 27 miljoen huisdieren. In bijna de helft van alle huishoudens leeft één of meer huisdieren.
Katten
Het aantal katten in Nederland ligt tussen 3,6 miljoen en 4,7 miljoen. Dit zijn ruim 3 miljoen huiskatten, een half miljoen zwerfkatten en 135.000 tot 1.2 miljoen verwilderde katten in het buitengebied. Door deze aantallen is de kat het meest voorkomende roofdier in Nederland. De Europese wilde kat (Felix silvestris) is in Nederland een inheemse, zeer zeldzame, diersoort. De huiskat is ingevoerd door mensen; de daaruit voortgekomen zwervende en verwilderde exemplaren zijn dat daarmee ook. Katten krijgen meer vrijheid dan elk ander huisdier: een groot deel van de huiskatten kan dag en nacht naar buiten. Sociaal-maatschappelijk lijkt er weinig draagvlak te bestaan voor strengere regels. Het wordt als ‘zielig’ gezien om een kat binnen te houden en het jagen van een kat wordt als ‘natuur’ bestempeld. De schattingen van het aantal vogelslachtoffers door katten lopen erg uiteen en de impact van de kat op de vogelpopulaties verschilt per gebied en per soort. Het gaat mogelijk om miljoenen vogels.
Honden
In Nederland leven 1,9 miljoen honden in 1,5 miljoen huishoudens. Anders dan bij katten en in tegenstelling tot andere landen zijn er in ons land relatief weinig zwerfhonden, waarschijnlijk omdat er jarenlang een registratieplicht (hondenbelasting) heeft bestaan. Ook lijkt er voor honden andere mores te bestaan, het binnenshuis houden, aangelijnd uitlaten en opruimen van de faeces is maatschappelijk breed geaccepteerd. Loslopende honden zijn zéér verstorend in natuur en buitengebied, het negatieve effect is het grootst in rustgebieden voor trekvogels en in gebieden met op de grond broedende vogels.
Predatiedruk
De meeste slachtoffers vallen onder algemeen voorkomende vogels in de bebouwde kom en vogels die op de grond broeden, zoals weidevogels en kustvogels. Ook de eieren en kuikens van grondbroedende vogels zijn bijzonder kwetsbaar. Huisdieren vangen niet alleen vogels; katten vangen vooral veel muizen, honden ook andere zoogdieren, zelfs reeën en jonge herten. Hiermee hebben katten en honden invloed op de kwaliteit van leefgebieden. Alle prooidieren die verdwijnen in de maag van een huisdier verdwijnen niet in de maag van natuurlijke predatoren (zoals roofvogels, vossen of marters). Daarmee oefenen huisdieren invloed uit op de predatiedruk binnen een gebied. Zij hebben dus direct én indirect grote invloed op de vogels die in Nederland leven. Er zijn verschillende maatregelen bedacht om de impact van katten en honden te reduceren, zoals TNR (Trap, Neuter & Return), het periodiek binnen houden van katten of het gebiedsgericht aanlijnen van honden.
De meeste van deze maatregelen zijn halfslachtig, omdat de predatie in stand blijft en er amper handhaving is.