Red Knot, Calidris canutus - Strandlopers (Scolopacidae)
De kanoet of kanoetstrandloper is de grootste strandlopersoort. Er is een groot verschil in zomer- en winterkleed. In het zomerkleed is de vogel goed gecamoufleerd op de toendra; daar broedt de kanoet. Het is een sterke vlieger met lange vleugels, goed uitgerust voor de trek over lange afstanden. De Waddenzee is voor de kanoet een van de belangrijkste pleisterplaatsen van de wereld. Zonder de Waddenzee zou hij het niet redden.
Plompe, grote strandloper, bijna zo groot als een tureluur. Vrij korte snavel; vrij korte, groenige poten. Lange vleugels met een smalle vleugelstreep. Lichtere stuit zonder opvallende tekening. In zomerkleed diep roodbruin van de onderzijde, in de winter nagenoeg wit.
Roep een licht keffend "kew".
23–25 cm, spanwijdte 45–54 cm
Broedt niet in kolonies, is territoriaal en monogaam. Nest een ondiep, open gelegen kuiltje. Legtijd juni. Eén broedsel, 3-4 eieren. Beide geslachten broeden; broedduur 21-22 dagen. Jongen zijn nestvlieders, vliegvlug na 18-20 dagen. Mannetje brengt jongen groot; vrouwtje verlaat het gezin na het uitkomen van de eieren.
Intergetijdenzone: tamelijk zandig wad met veel voedsel (vooral tweekleppigen). Soms op het strand of op strekdammen. Hoogarctische broedvogel van hooggelegen, droge toendra met steenrichels, op hoogvlakten met wilg, en op pollige, moerassige hellingen, in natte laagten aan de voet van heuvels en op morenen met water in de buurt. Overtijt in dicht opeengepakte groepen op kwelders en zandplaten.
In de wintermaanden vooral kleine schaaldieren (met name nonnetjes en jonge kokkels); minder kreeftachtigen, wormen en slakken. In de zomer insecten, spinnen, kreeftachtigen, slakken en wormen; zaden en knoppen, bij aankomst in het broedgebied. Is oog- maar vooral tastjager. Foerageert dag en nacht, afhankelijk van getijde.
Lange-afstandstrekker. Broedt in hoogarctisch gebied van het noordelijk halfrond; trekt zuidelijk tot aan Zuid-Afrika. Trekt via een beperkt aantal pleisterplaatsen met veel voedsel (zoals de Waddenzee). Canadese en Groenlandse kanoeten (ondersoort islandica) overwinteren in Waddenzee; Siberische populatie (ondersoort canutus) trekt door Waddenzee in voor- en najaar en overwintert in Afrika, onder meer Mauritanië. Trekpieken in Nederland in augustus-september en in mei.
doortrekker in vrij groot aantal
Aantallen schommelen sterk van jaar tot jaar, maar de trend van de aantallen kanoeten in Nederland is sinds 1980 toenemend (minder dan 5% per jaar). Dit komt vooral op conto van Canadese en Groenlandse populatie (ondersoort islandica); de aantallen kanoeten van de Siberische ondersoort (canutus) nemen af.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 44.500-96.500 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 120.000-160.000, aug-okt (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Vooral in de Waddenzee te zien in grote aantallen, in de periode augustus tot en met mei. Bij harde noordenwind in het voorjaar soms in het binnenland.
Broedt op Groenland en daarnaast ook in arctisch Canada, Midden- en Oost-Siberië en Alaska (in totaal zes ondersoorten).
Islandica uit Groenland en Canada niet bedreigd, maar de ondersoort canutus uit Siberië neemt al lange tijd in aantal af. Kwetsbaar voor aftakeling (overbevissing van schelpdieren, vervuiling, verstoring) en inpoldering van getijdengebieden; de kanoet komt geconcentreerd voor in maar weinig gebieden. Nog steeds jachtvogel in Frankrijk.
Vogelbescherming zet zich al lange tijd in voor bescherming van de Waddenzee (stopzetten en verduurzaming schelpdiervisserij, Rust voor vogels, Ruimte voor Mensen). In samenwerking met BirdLife Inernational werken wij ook aan de bescherming van de trekwegen (flyways) van veel vogelsoorten.
Bewaar gepaste afstand van groepen overtijende wadvogels; ze hebben hun rust hard nodig. Probeer bij wadlopen foeragerende wadvogels met rust te laten.
De kanoetstrandloper is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kanoetstrandlopers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kanoetstrandloper wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Verschillende natuurgebieden die door kanoetstrandlopers worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Noordzeekustzone, Oosterschelde en Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal