Grey Plover, Pluvialis squatarola - Plevieren (Charadriidae)
Prachtige, zwart-wit getekende plevier van de noordelijkste toendra's. Sterk verwant aan goudplevier, maar meer een zoutliefhebber, een echte wadvogel. Lange-afstandstrekker, trekt 's winters naar de kust van Afrika, tot aan Zuid-Afrika. Bij ons een groot deel van het jaar te vinden, het meest van augustus t/m november en in mei. Heeft een mooie, klaaglijke roep, "klu-ieee...".
's Winters witter en duidelijk grijzer dan goudplevier, is ook groter met langere vleugels. Stevige snavel, groot oog. Altijd herkenbaar aan de zwarte veren in de oksels, te zien als hij vliegt. Roep duidelijk twee- of drielettergrepig. In prachtkleed prachtig zwart-wit getekend van boven en met diepzwarte onderzijde, contrasterend met een grote witte vlek op de zijborst, die in verbinding staat met de witte wenkbrauwstreep.
Klaaglijk, twee- of drielettergrepig.
26-29 cm, spanwijdte 71–83 cm
Territorium wordt gemarkeerd door mannetje met zangvlucht. Nest niet meer dan een ondiep kuiltje, bekleed met steentjes, mos of korstmos. Vaak wat hoger gelegen, op een richel of een heuveltje. Broedt zeer laat in het voorjaar, zodra de sneeuw op de toendra is gesmolten. Legtijd eind mei tot half juni. Eén legsel, 3-4 eieren. Broedduur 26-27 dagen. Jongen zijn nestvlieders, vliegvlug na 35-45 dagen.
Vooral getijdengebieden. Wad- en slikplaten, kwelders, stranden, ook grasland aan de kust en kale akkers; in binnenland soms aan oevers en op plasdrasterreintjes. Bij hoogwater ook op paaltjes. Broedt op toendra op berghellingen en heuvels, maar ook in valleien. Ook op hellingen met stenen en weinig vegetatie.
Op doortrek en in de winter vooral wormen (bijvoorbeeld zeepieren), mollusken (zoals wadslakjes), kreeftachtigen (garnalen, krabben). Op de toendra vooral insecten (zoals kevers, vliegen) en hun larven; soms zaden. Oogjager, zoekt voedsel op kenmerkende plevierenmanier: rennen, stilstaan en kijken, pikken etc. Zoekt bij maanlicht ook 's nachts naar voedsel.
Lange-afstandstrekker die vliegt van de toendra's in Noord-Rusland, Alaska en Noord-Canada naar de gematigde streken (West-Europa) en nog verder over de evenaar tot in Zuid-Afrika. Bij ons vooral van augustus tot en met november en in mei. Trekt snel en over lange etappen, vooral via de kustgebieden. Vaak hoog, maar bij tegenwind ook laag, vaak met rosse grutto's, kanoeten e.d.
doortrekker en wintergast in groot aantal
Sterk toegenomen in aantal in Nederland, met minder dan 5% per jaar. Mogelijk vindt er onder invloed van klimaatverandering een verschuiving plaats van overwinteraars van Engeland en Ierland naar de Waddenzee.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 25.700-35.300 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 73.600-86.800, mei (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Vooral aan de Waddenkust en in de Delta te zien. Bij krachtige noordenwind in mei kunnen duizenden zilverplevieren langstrekken die laag tegen de wind in vliegen. Dan is ook de kans om zilverplevieren in het binnenland te zien het grootst.
Broedt alleen in de toendra van Noord-Rusland.
Niet bedreigd in Europa. In Nederland neemt de zilverplevier toe, mogelijk als gevolg van toename van wormen in de Waddenzee en verschuiving van belangrijke pleisterplaatsen (van Engeland naar de Waddenzee) als gevolg van klimaatverandering.
Vogelbescherming zet zich al heel lang in voor een goede bescherming van de Waddenzee en de Delta, de gebieden waar zilverplevieren volledig van afhankelijk zijn.
Ook participeert Vogelbescherming in Rust voor Vogels, Ruimte voor Mensen dat zorgt draagt voor rust-, broed- en foerageerplekken voor vogels in het Waddengebied in combinatie met verantwoord vogeltoerisme.
Probeer foeragerende en vooral rustende wadvogels (waaronder vaak zilverplevieren) op de hoogwatervluchtplaatsen zoveel mogelijk met rust te laten.
De zilverplevier is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn zilverplevieren beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de zilverplevier wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Verschillende natuurgebieden die door zilverplevieren worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. De belangrijkste daarvan zijn de Oosterschelde, Waddenzee en Westerschelde & Saeftinghe. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal