Northern Wheatear, Oenanthe oenanthe - Vliegenvangers (Muscicapidae)
Rode lijst
Tapuiten zijn op de grond levende vogels van duinen en heidevelden, in het buitenland ook van droge graslanden, hoogvenen, rotsige hellingen en toendra's. Tapuiten broeden in holen, vaak een konijnenhol. Het uit insecten en ander klein gedierte bestaande voedsel wordt liefst op schaars begroeide, insectenrijke plaatsen verzameld. Tapuiten zijn trekvogels en overwinteren op de Afrikaanse savannen. Het gaat niet goed met de tapuit in Nederland.
De tapuit is een opvallende, middelgrote zangvogel van open gebied. De witte stuit en witte staart met een omgekeerde zwarte 'T' erop zijn belangrijke kenmerken. Mannetje heeft een zwart masker en zwarte vleugels en is overwegend grijs van boven en wit van onder. Vrouwtje is onopvallender, meer beige, getekend. Ze hebben een spitse insecteneterssnavel en tamelijk lange poten. Zijn snelle lopers én vliegers.
Korte, krassende zang met scherpe fluittonen. Alarm: een scherpe tik.
14-16,5 cm
Broedt van vanaf april tot juni. Heeft één of soms twee legsels per broedseizoen met meestal 4-6 eieren. Ze broeden in konijnenholen. Broedduur 13-14 dagen. De jongen zitten zo'n 13-15 dagen op het nest.
In Nederland broeden tapuiten in twee typen landschap: langs de kust in de duinen en in het binnenland op droge heiden en stuifzanden. Het zijn open landschappen met een afwisseling van korte vegetaties en open, zandige plekken. In het verleden broedden tapuiten ook in agrarisch cultuurland maar daar is de soort al enkele decennia verdwenen.
Het dieet van de tapuit is divers en bestaat uit kleine ongewervelde dieren, vooral insecten. In de duinen vooral rozenkevers, kleine junikevers, kniptorlarven, vlinderrupsen, vliegen, spinnen en sprinkhanen. Via een tactiek van 'rennen-stoppen-pikken' halen ze op gezicht en zelfs gehoor prooidieren van de bodem en uit de bovenste bodemlaag.
Trekt over een breed front van de Europese broedgebieden naar Afrika. Tapuiten uit Alaska trekken over Azië naar Afrika; vogels uit Oost-Canada, Groenland en IJsland trekken over de Atlantische Oceaan en de Britse eilanden naar Afrika. Het is de verst trekkende zangvogel voor zover bekend. In Nederland trekken veel Scandinavische en Groenlandse vogels door van april tot diep in mei, in het najaar vooral augustus/september tot in oktober. Ze trekken vooral 's nachts, waarbij ze 300 kilometer per etappe afleggen.
schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in vrij groot aantal
Als broedvogel is de tapuit in het laatste kwart van de vorige eeuw sterk afgenomen. Noord-Brabant, Limburg en grote delen van het kustgebied zijn geheel verlaten. De aantallen kelderden van ruim 2000 paartjes rond 1975 naar 260-290 in 2012. In Europa is het een van de snelst afnemende soorten.
Aantal broedparen | 310-350 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 10.000-50.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Waddeneilanden (Texel en Ameland), noordkop van het Noord-Hollands duingebied en op de hoge zandgronden van Aekingerzand in Drenthe bevinden zich nog bolwerken.
De tapuit is het meest wijdverspreide lid van zijn familie; de soort is in een groot deel van Europa aan te treffen, al gaat de vogel in aantal rap achteruit.
De tapuit staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'bedreigd'.
Tapuiten hebben vooral last van habitatverslechtering door vegetatiesuccessie: vergrassing van de heide en begroeiing van de duinen. Dat leidt tot een gebrek aan open, zandige plekken, die tapuiten nodig hebben voor hun voedselvoorziening. Oorzaken zijn de 'bemesting' met stikstof die vanuit de lucht neerslaat (door intensieve veehouderij en verkeer) en het ontbreken van de juiste manier van begrazen. Ook de achteruitgang van het aantal konijnen speelt de vogel parten, omdat daardoor minder nestholen beschikbaar zijn. Verder is de recreatie enorm toegenomen en heeft deze nu zeer kwetsbare soort last van predatie.
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming werkt met terreinbeheerders aan leefgebiedherstel in de belangrijkste bolwerken die nog over zijn. Dat is mogelijk dankzij een groot aantal partners en dankzij giften van leden en fondsen. Daarnaast stimuleert Vogelbescherming verder onderzoek (onder meer naar de effecten van dioxine-vervuiling op het broedsucces van de tapuit). En we verspreiden kennis hoe voorkomen kan worden dat de tapuit als broedvogel in Nederland uitsterft.
Herstel van de dynamiek in het duin- en heidelandschap is op termijn de belangrijkste beschermingsmaatregel. Hiervoor moet de uitstoot van stikstof sterk worden verminderd. Beheer dat gericht is op herstel van de dynamiek en het op gang brengen van landschapsvormende processen is nu ook al kansrijk. Hierbij hoort verstuiving. Dit kan op gang worden gebracht door plaggen, begrazingsbeheer en kappen van bos en struwelen. Aanvullend is maaien een goede maatregel. Het is belangrijk dat er zandige plekken en plaatsen met korte vegetaties ontstaan. Herstel van konijnenstand is ook onontbeerlijk, net als sturen van de recreatie. Daar waar konijnen sterk zijn achteruitgegaan, is het ingraven van nestkasten een optie. Op plaatsen met veel vossen kunnen nesten beschermd worden met grof gaas.
Wie het lot van de tapuit ter harte gaat, kan hier doneren.
De tapuit is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn tapuiten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de tapuit wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van tapuiten zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. In sommige provincies geldt de nestbescherming alleen gedurende het broedseizoen.
Verschillende broedgebieden van tapuiten zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om het Drents-Friese Wold & Leggelderveld, de Duinen Ameland en Duinen en Lage Land Texel. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal