Wie echt goed naar eksters kijkt, gaat ze steeds mooier vinden. Vooral als de zon schijnt, zien ze er prachtig uit. Dan komt de van groen naar paars verschietende gloed van de staart tevoorschijn, evenals het fraaie blauw op de vleugels.
Let ook eens op de eksterstaart. Een heel bijzonder attribuut: papegaaiachtig lang en trapeziumvormig. Bij een duikvlucht wordt de staart af en toe gespreid waardoor er een sierlijke, golfachtige beweging ontstaat. Als je meer eksters bij elkaar ziet, let dan eens extra goed op hun staarten. Vogeltaal en hondentaal zijn in dit geval gelijk: de hoogste in rang heeft zijn staart het hoogst opgeheven en gedraagt zich ook het meest dominant.
Gaaien en eksters zijn niet bij alle tuinbezitters even geliefd. Ze willen namelijk wel eens op klaarlichte dag met veel stampij een nest jonge merels of roodborstjes leegroven. Dat is even slikken. Maar veruit de meeste tijd eten ze insecten, spinnen, rupsen en wormen, in de winter aangevuld met zaden, eikels, vruchten, brood en etensresten van mensen. Een ekster of gaai in de buurt betekent dus absoluut niet dat er geen tuinvogels overleven in de tuin. Veel tuinvogels doen het juist goed! Neem de merel. Merels hebben kwetsbare nesten die relatief vaak worden geplunderd door eksters, gaaien of andere rovers. Desondanks is het doorgaans een van onze talrijkste broedvogels! Natuurlijke predatie is een natuurlijk proces en hoort erbij. Zo zijn eksters en gaaien bijvoorbeeld ook zelf weer prooi voor roofvogels.
Eksters zijn alleseters. In weilanden zie je ze vaak rondstappen op zoek naar spinnen, langpootmuggen of kevers. Maar in het voorjaar versmaden ze jonge vogels niet. Nesten van onervaren vogels, die minder goed verstopt zijn, zijn dan een gemakkelijke prooi voor de ekster.
Officieel is de ekster een zangvogel, maar om de zang van een ekster te horen moet je heel goed opletten. Ze zingen niet alleen maar zelden, eksterzang is ook nog eens heel zachtjes. Het klinkt bijna binnensmonds. Toch zijn eksters best vaak luidruchtig aanwezig. Naast de zachte zang hebben ze namelijk een grote variatie aan luide krassende en schorre geluiden waarmee ze al van verre te horen zijn. Klik op de afspeelknop hieronder en waarschijnlijk heb je het kenmerkende ekster-gekekker vast al eens gehoord.
Zang van de ekster
Roep van de ekster
Mooi zijn is niet altijd genoeg om ook populair te zijn. De gaai - tot voor kort de Vlaamse gaai genoemd – wordt in oude vogelboeken op alle mogelijke manieren verketterd als nestrover. En dat terwijl we de meeste Europese eikenbossen aan zijn bijzondere gedrag te danken hebben. ’s Winters leven gaaien vooral van eikels. In het najaar verstopt elke gaai daarom zo’n 8000 eikels. Het grootste deel weet hij feilloos, tot zelfs een half jaar later, terug te vinden. Maar een klein deel van de eikels wordt vergeten en kan uitgroeien tot een eik en soms zelfs tot een eikenbos. En de rest van het dieet? Dat bestaat vooral uit rupsen en andere insecten. En ja, in het voorjaar af en toe een jonge vogel of een ei.
Gaaien hebben ons meestal veel sneller in de gaten dan andersom. Door hun luide, rauwe kreet weten alle dieren dat er mensen of andere vijanden aankomen. Ze zijn de wachters van het bos.
Van een gaai vang je in het dichte zomergroen vaak niet veel meer op dan een glimp. Dan is het zaak om op de witte stuit (onderkant van de rug) te letten. Als je zo’n witte vlek met een zwaai in een boom ziet verdwijnen, weet je vanaf vandaag dat daar een gaai aan vastzit! Verder is een gaai met nauwelijks een andere vogel te verwarren. Misschien een beetje met een pestvogel. Maar dat is een uiterst zeldzame wintergast die er met zijn kuif toch duidelijk anders uitziet.
Zingen kunnen gaaien ook, en dat doen ze heel wat vaker dan eksters. Ook hun zang is o zo zachtjes. En omdat ze ons zo snel in de gaten hebben, lukt het maar zelden het gaaienlied te beluisteren. Gaaien broeden steeds vaker in achtertuinen en nu de jacht op deze schitterende vogels helemaal is verboden, gaan ze ons steeds meer vertrouwen. Dan horen we misschien – naast het bekende gekras – eindelijk ook eens het zachte gaaiengezang. Via de onderstaande afspeelknoppen kun je ze met elkaar vergelijken.
Zang van de gaai
Roep van de gaai
Eksters, gaaien, kauwen en zwarte kraaien schieten mag gelukkig niet meer. Laat je nooit wijsmaken dat eksters, gaaien, kauwen of roofvogels andere vogels zouden uitmoorden. Het is onzin. Onze tuinvogels gaan echt niet ten onder. Het is een natuurlijk proces dat een deel van de nesten het niet haalt. Daarom broeden (tuin)vogels bijvoorbeeld vaak meerdere keren per jaar. Vogelbescherming heeft zich al lang geleden sterk gemaakt voor de bescherming van álle vogels in Nederland, dus ook de eksters, gaaien en kauwen. Al in 1936 lukte het om een voor die tijd heel moderne Vogelwet tot stand te brengen. Door die wet werden heel veel vogels beschermd. Eind vorige eeuw is Vogelbescherming er ook in geslaagd om de jacht in eigen land op een hele reeks trekvogels af te schaffen, een groot succes. Mede daarom is Nederland gelukkig nog steeds een enorm vogelrijk land. Wil je weten hoe de bescherming van vogels in Nederland is geregeld? Kijk dan hier
Kauwtjes zijn in bijna elke straat of wijk te vinden, en dus ook in tuinen. Vliegende kauwen zijn al op honderden meters afstand herkennen. Deze vogels vormen paartjes voor het leven. Ze zijn supertrouw en kunnen elkaar geen seconde missen. Daarom vliegen ze altijd zij aan zij, zelfs in een grote groep. Als je oplet, haal je de stelletjes er zo uit. Er is geen enkele andere vogel die dat ook doet. Dus vanaf heden ben je kauwenexpert en laat je al je vrienden versteld staan van jouw vogelspotkwaliteiten op grote afstand.
Kauwen behoren tot de kraaienfamilie, net als eksters en gaaien. Ze worden vaak met zwarte kraaien verward. In de volksmond is alles wat zwart is een kraai, maar daar maken we vandaag een eind aan. De kauw is de enige zwarte vogel met een grijze kop, een zwart petje en van die pittige, licht grijsblauwe ogen. Hij is kleiner dan de zwarte kraai, al is dat zonder vergelijkingsmateriaal in de buurt niet gemakkelijk te zien. Maar alleen al het lichte oog van de kauw is onmiskenbaar.
Kauwen zijn lekker speels. Als ze vliegen dartelen ze in de wind en hebben daar zichtbaar plezier in. Daarnaast is er een uitgebreide communicatie in de groep en tussen de echtparen. Er bestaat een strikte rangorde. Als een laaggeplaatste kauw ruzie maakt met een nog lager geplaatste kauw, dan komt er vaak een nog hoger geplaatste kauw de laagst geplaatste kauw helpen – al was het maar om te bewijzen dat hij hoger in rang is! Als vrouwtjeskauw is het niet gemakkelijk hogerop te komen in de rangorde. Dat kan alleen door te hertrouwen (bijvoorbeeld als je partner overlijdt) met een hogergeplaatst mannetje.
De kauwentaal is heel gevarieerd. Korte en lange ka-, koh- en keh-geluiden, bij partners veel geknabbel in elkaars nekveren en in de groep een voortdurende vocale afstemming van hoog naar laag en omgekeerd. Maar het meest kenmerkend is toch het explosief "ka!"
Geluid van de kauw
Vogels hebben – uiteraard – geen hoogtevrees. Voor merels en mezen is het daarom geen enkel probleem om op je balkon te nestelen. Of om er lekker iets te komen eten. Een kaal balkon zal nauwelijks vogels trekken. Daarom hier enkele tips om meer vogels op het balkon te krijgen:
Dit is succesfactor nummer 1. Vogels zijn altijd op zoek naar iets te eten. Dus met voedersilo’s, vetbollen en pindaslingers trek je al heel snel legio vogels. Zelfs als je tien hoog woont, weten merels en mezen met hun scherpe ogen jouw balkon heel goed te vinden!
Heel wat merels maken hun nest in een beschut hoekje op het droogrek, of in een weinig gebruikte tuinstoel. Maar nog beter is het neerzetten van een vuurdoorn waar ze in kunnen nestelen. Voor mezen werken nestkasten het best. Planten en plantenbakken trekken sowieso vogels aan. Soms gaan ze zomaar in een plantenbak nestelen!
Als je de buren ook nog enthousiast kunt krijgen voor een groen balkon, stijgen jouw kansen op inwoning, want hoe groter het oppervlak, hoe meer vogels erop af zullen komen.
Alle vogels hebben recht op gezond eten. Maar soms eten eksters, kauwen en duiven alles snel weg voor de snavels van de kleintjes. Met de London beschermsilo geef je kleine vogels alle kans.
De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon informatie krijgen om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen.
Vogelkennis bouw je langzaam op. Hieronder 6 vragen om je kennis over tuinvogels verder te verrijken. De vragen gaan deels over deze les en deels over nieuwe kennis. Soms moet je dus misschien iets opzoeken. De online vogelgids van Vogelbescherming kan daarbij handig zijn.
In deel 9 van deze cursus Tuinvogels vertellen Camilla en Nico alles over de kramsvogel, koperwiek en spreeuw.