Mezen zijn vroege zangers. Zowel wat betreft de tijd van het jaar als het moment van de dag. Ze zingen al voordat de zon opkomt en zelfs in januari zijn ze al te horen.
De koolmees is de grootste mees en ook wel de brutaalste. Hij heeft een gitzwarte kop met witte wangen en een zwavelgele buik met een zwarte streep (ook vaak de ‘stropdas’ genoemd). Goed waarnemen betekent letten op details: probeer eens te ontdekken of het om een mannetjes- of vrouwtjeskoolmees gaat. Bij het mannetje loopt de stropdas door tot ver tussen de poten, bij het vrouwtje is hij veel korter.
De naam koolmees duidt op de koolzwarte kop. De acrobatische kunsten die hij vertoont als hij aan vetbollen en pindaslingers hangt, wijzen erop dat je met een lid van de mezenfamilie te maken hebt. Vinken en roodborstjes zijn lang niet zo behendig. Het ezelsbruggetje voor de koolmees is dus eenvoudig: een acrobatisch vogeltje met gitzwarte kop en witte wangen!
De glasheldere drietonige koolmezenzang is al in januari te horen. Het vrolijke deuntje brengt, na de donkere dagen rond kerst, ineens het voorjaar weer binnen handbereik. Tjie-tjie-tjuuuu. Twee hoge tonen gevolgd door een wat lagere. Er zijn allerlei bijnamen voor het stereotiepe koolmezendeuntje, de bekendste is ‘het fietspompje’. Maar wat kunnen koolmezen je foppen. Ze kennen vele tientallen liedjes die heel anders klinken en die ook niet altijd in de boekjes te vinden zijn. Hoor je een vogel zingen die je niet meteen kan thuisbrengen, denk dan eens aan zo'n creatieve koolmees!
Zang van de koolmees
Mezen, spreeuwen en andere vogels die in nestkasten broeden, houden andere vogelsoorten graag buiten de deur. Daarom is de grootte van de invliegopening van nestkasten zo belangrijk. Een klein gaatje van 28 millimeter doorsnede is precies groot genoeg voor een pimpelmees, daar komt geen koolmees door naar binnen. Die heeft minstens 32 millimeter nodig.
Voor de spreeuw is een opening van 52 millimeter ideaal. De boomklever maakt gewoon zijn eigen ingang. Is het invlieggat te klein, dan hakt hij het groter. Is het te groot, dan metselt hij net zo lang tot de voordeur op een heel klein kiertje staat. Een echte bouwvakker dus die boomklever, metselaar en timmerman tegelijk (in les 6 komen we uitgebreid op deze prachtvogel terug). En als je de bonte vliegenvanger in je tuin een onderkomen wilt bieden, hang dan een koolmezennestkast op en blokkeer het invlieggat met een plankje. Het plankje haal je pas begin april weg als de bonte vliegenvangers terugkomen uit Afrika. Zo hebben ze een eigen vrije nestkast en dan zijn hun plekjes nog niet bezet door koolmezen. Al deze nestkasten voor al die verschillende vogels zijn te koop in de webshop van Vogelbescherming. Met je aankoop draag je direct bij aan de bescherming van vogels. Timmer je liever zelf een kast in elkaar?
Voor beginnende vogelkijkers is de pimpelmees best lastig te herkennen. Ze behoren tot de categorie priegelvogeltjes, want een pimpelmees is beduidend kleiner dan een koolmees. Hij lijkt een beetje op een verkleinde uitgave van de koolmees, maar heeft onmiskenbaar een hemelsblauw petje op. Pimpelmezen werden vroeger ook wel blauwmezen of hemelmezen genoemd. Om ze vanaf een grote afstand te herkennen, is hun gedrag een goede aanwijzing. Pimpelmezen hangen heel vaak ondersteboven aan de uiterste puntjes van de dunste twijgjes om daar de minuscule insecten en luizen vanaf te snoepen. Koolmezen zijn te zwaar voor dat werk en beperken zich tot de dikkere takken.
Wie de koolmees en pimpelmees goed bestudeert, ziet steeds meer verschillen. Neem de al eerder genoemde stropdas bij de koolmees. Zo’n buikstreep heeft een pimpelmees niet. Of neem het zwarte oogstreepje dat over het witte gezicht van de pimpelmees loopt. Heel anders dan bij de koolmees. Mocht dat nog niet genoeg herkenningspower geven, dan nemen de diepblauwe vleugels en blauwe staart van de pimpelmees de laatste twijfel weg.
Wie in het voorjaar een paar vrolijke roepjes hoort, gevolgd door een helder belletje dat een beetje lijkt op het geluid van een smartphone, die luistert vrijwel zeker naar de voorjaarsroep van de pimpelmees. Wie dat geluid eenmaal in zijn hoofd heeft opgeslagen, hoort buiten opeens overal telefoons afgaan. De pimpelmeesringtone is een helder en fijn rinkelend belletje dat gemakkelijk te herkennen is. Pimpelmezen kunnen overigens ook koolmeesachtige geluiden maken en allerlei andere roepjes laten horen. Maar het belletje, dat al vanaf februari te horen is, klinkt er steeds weer tussendoor. Kan niet missen dus!
Zang van de pimpelmees
Vogelbescherming Nederland maakt zich hard voor een leefbare stedelijke omgeving voor vogels en mensen. Dat betekent groene tuinen en wijken, voedsel en nestgelegenheid voor vogels, en mensen die hiervan genieten. We hebben veel onderzoek gedaan naar wat mensen in hun tuin willen doen voor vogels en natuur. Daaruit blijkt dat veel mensen iets willen doen in hun directe omgeving, maar dat ze vaak niet weten wat ze kunnen doen. Daarom heeft Vogelbescherming een netwerk van tientallen tuinvogelconsulenten opgezet. Wil je ook een vogelvriendelijke tuin of een meer natuurlijk schoolplein met ruimte voor vogels? Weet je niet waar te beginnen met het vogelvriendelijk inrichten van tuin of balkon? Vraag het aan een tuinvogelconsulent van Vogelbescherming. Onze tuinvogelconsulenten helpen je graag met een persoonlijk advies op maat. In heel Nederland zijn deze deskundige vrijwilligers van Vogelbescherming actief. Ze geven een persoonlijk advies, toegesneden op jouw wensen en mogelijkheden. Meer informatie
In de vorige les tipten we het plaatsen van een waterbadje in je tuin. Want bijna alle vogels nemen regelmatig een bad. Maar sommige vogels houden er ook van om in stof te badderen, of zelfs in rook!
Huismussen bijvoorbeeld nemen graag een stofbad. Ze rollen in wat stof of zand, gooien dit over zich heen, wrijven er hun verenkleed mee in en schudden alles vervolgens weer van zich af. Door zo’n stofbad wordt overmatige stuitklierolie van de veren verwijderd, zodat die niet te vet worden. Baden in het stof helpt ook om schadelijke parasieten, zoals luizen en mijten, kwijt te raken.
Dus doe de vogels een plezier en zet ook eens een stofbadje in je tuin – een laagje droog zand in een bakje volstaat. Het is een geweldig gezicht om vogels te zien badderen in het stof. Kies daarom een plek die je vanuit huis goed kunt zien en die tegelijkertijd een vluchtroute biedt voor de vogels als er gevaar dreigt in de vorm van een kat of sperwer (over deze roofvogel vertellen we meer in les 10).
Spreeuwen en kauwen nemen af en toe ook een rookbad. Ze laten dan de rook die uit de schoorsteen komt langs hun veren gaan om zo de parasieten te verdrijven.
Veel vogels kun je helpen met een nestkast. Elke soort heeft eigen woonwensen. Waar en hoe je de nestkast ophangt, is belangrijk, net als het type kast. Koop 'm bij Vogelbescherming, dan steun je ook ons werk.
Hopelijk pik je veel op over vogels in deze cursus en geniet je nu nog meer van vogels. Hun aanwezigheid is niet vanzelfsprekend. Veel vogels dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Duizenden supporters van Vogelbescherming helpen met een gift. Jij kunt vogels ook een tikkie helpen. Doe je mee?
Vogelkennis bouw je langzaam op. Hieronder 7 vragen om je kennis over tuinvogels verder te verrijken. De vragen gaan deels over deze les en deels over nieuwe kennis. Soms moet je dus misschien iets opzoeken. De online vogelgids van Vogelbescherming kan daarbij handig zijn.
In deel 4 van deze cursus Tuinvogels vertellen Camilla en Nico alles over de winterkoning en de roodborst.