Huismussen zien er vanuit de verte een beetje bruinig uit. Niet zo heel bijzonder lijkt het. Maar wie de moeite neemt ze eens goed te bekijken, ziet hoe mooi en subtiel getekend ze zijn. De huismus komt in de meeste tuinen voor en komt graag op voedertafels. Ze zijn dus vaak goed van dichtbij te bestuderen.
Het vrouwtje heeft een zwartbruin gestreepte rug en okerkleurige randjes langs de vleugelpennen. Een duidelijke beige wenkbrauwstreep accentueert haar ‘gezichts’uitdrukking. Als je nog beter kijkt dan zie je dat die wenkbrauw, net als bij ons, bij elk vrouwtje iets anders is: lichter, donkerder, smaller of breder. Het vrouwtje is gemakkelijk van het mannetje te onderscheiden.
Het huismusmannetje is een stuk opvallender en heeft een fraaie kleurtekening. Het kleine witte vlekje achter het oog, dat bij elk individu weer anders is, en de – veel opvallender – zwarte bef. Witte wangen en een grijze kruin completeren het plaatje.
Huismussen leven in sociale familieverbanden en binnen de groep heerst een duidelijke hiërarchie. Hoe groter de zwarte bef, des te meer machogedrag en des te hoger de status.
Vaak hebben huismussen een of meer witte veertjes in de vleugels. Daardoor zijn ze ook individueel te herkennen. Maar het blijft goed opletten, want hun uiterlijk verandert in de loop van het jaar. In de herfst krijgen ze wat frissere kleuren. En let vooral ook op de snavel. In de zomer is die zwart van kleur, maar in de winter een beetje geel.
Al van veraf zijn huismussen te herkennen aan hun gedrag. Ze hippen in plaats van lopen. Wat verder opvalt is dat hun houding gedrongen is, alsof ze gehurkt zitten. De poten komen er maar net onderuit. En dan is er natuurlijk dat herkenbare getjilp. Wil je weten hoe dat ook al weer klinkt, klik dan op de afspeelknop hieronder.
Zang van de huismus
Huismussen houden van mensen. Ze broeden dan ook altijd in de buurt van mensen. Het liefst in dorpen en in oudere buitenwijken. En bij voorkeur bij minder nette mensen. Want ze vinden het fijn als de omgeving lekker rommelig is. Met wat struiken, onkruid, schuurtjes, weilanden met vee, gemorst graan en liefst zonder al te veel hoge bomen. Want waar veel hoge bomen staan, voelt de huismus zich niet senang. Het nest van de huismus is vaak een georganiseerde chaos die bestaat uit takjes, stro, veertjes en hondenharen. Dat rommelnest maakt hij bij voorkeur in rommelige tuinen. Dus wil je huismussen in de tuin, maak het dan niet te netjes!
Vogels voeren in de tuin is leuk voor vogels en mensen. De vogels komen er goed mee door de winter en voor de mensen is het genieten van de vogels dichtbij. Nico en Camilla geven 5 tips voor een ideale voerplek:
De heggenmus is de meest gemiste tuinvogel van Nederland. Hij zit in bijna alle tuinen, maar wordt vrijwel altijd over het hoofd gezien. Want zo opvallend als het gedrag van de huismus is, zo stiekem is dat van de heggenmus. Als je heggenmussen wilt zien, moet je niet speuren naar vogels, maar naar muizen! Ze schuiven – de pootjes zijn niet te zien – laag over de grond, met schokjes voorwaarts onder struiken of heggen. Ze doen hun naam heggenmus dus alle eer aan.
Een heggenmus is echt een tuinvogel om te ontdekken. Ten eerste om hem alleen al te vinden in de tuin. Dat is best lastig vanwege zijn perfecte schutkleuren en verborgen leefwijze. Ten tweede vanwege zijn verrassend fraaie uiterlijk. Wie een heggenmus door een verrekijker bekijkt, ziet meteen de schoonheid van het blauwachtige kopje met de bruine kraaloogjes.
De rug van de heggenmus is zwart gestreept en aan de snavel is te zien dat we hier niet met een huismus van doen hebben. Huismussen hebben een forse kegelsnavel om zaden te kraken. Heggenmussen hebben een fijn dun snaveltje, heel geschikt voor de insectenjacht. Op deze illustratie staan ze naast elkaar en is het verschil meteen duidelijk te zien.
Het gedrag van een heggenmus heeft iets nerveus. Het lijkt wel alsof hij een zenuwtrekje heeft: hij slaat telkens en bliksemsnel heel even zijn vleugels uit. ‘Flicking’ noemen de Engelsen dat.
In het voorjaar zoeken heggenmussen het hogerop. Boven in het topje van een struik of conifeer, dus volop in het zicht in plaats van verstopt in de struiken, laten ze steeds weer hetzelfde korte zilveren liedje horen. Heel zacht en heel helder. Wie in het vroege voorjaar een rondje door een groene wijk fietst, hoort onderweg gegarandeerd heggenmussen zingen. Een vogel die je, ook al had je er tot vandaag misschien nog nooit van gehoord, morgen al kunt gaan zien en horen, want hij komt echt overal in Nederland voor. Wie zijn liedje leert herkennen, zal ‘m in het voorjaar snel ontdekken.
Zang van de heggenmus
Natuurlijk kun je op excursie gaan naar de vele prachtige natuurgebieden in ons land, maar ook in je eigen achtertuin (of in een park in de buurt) is het goed vogels kijken.
Met de Metalbird mus versier je je tuin in een handomdraai met een stelletje huismussen. Het speciale corten staal zorgt voor een mooi en stijlvol roestlaagje. Niet schadelijk voor de boom. Met je aankoop steun je het werk van Vogelbescherming.
De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon informatie krijgen om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen.
Vogelkennis bouw je langzaam op. Hieronder 7 vragen om je kennis over tuinvogels verder te verrijken. De vragen gaan deels over deze les en deels over nieuwe kennis. Soms moet je dus misschien iets opzoeken. De online vogelgids van Vogelbescherming kan daarbij handig zijn.
In deel 2 van deze cursus Tuinvogels vertellen Camilla en Nico alles over de merel en de zanglijster.