Western Marsh Harrier, Circus aeruginosus - Sperwerachtigen (Accipitridae)
Van de kiekendieven die in Nederland voorkomen, is de bruine kiekendief verreweg de algemeenste. Hij is een echte moerasvogel, met een voorkeur voor rietland. Lokaal kan de soort, als er sprake is van een hoge muizendichtheid, ook droger habitat bezetten, zoals bouwland. Van de drie soorten broedt en jaagt de bruine kiekendief in de natste en hoogste vegetaties.
Slanker dan buizerd, met langere en smallere vleugels en staart. Lange gele poten. Houdt vleugels tijdens trage jachtvlucht in opvallende V. Volwassen mannetjes hebben opvallende zwarte vleugelpunten, grijs in de vleugels en een grijze staart. Vrouwtjes groter, geheel bruin met een roomwitte kruin, keel en vleugelboeg. Juveniel lijkt op vrouw, maar heeft zwartbruin kleed en gaaf verenkleed (geen rui).
Man roept tijdens hoge baltsvlucht een hoog "hie-è", vrouw roept hoger "hie-je". Alarmroep kekkerend, jongen bedelen met hoge "hieee…."
43-54 cm, spanwijdte 115-145 cm
Man baltst direct bij aankomst in maart-april hoog in de lucht. Golvende vlucht met diepe vleugelslagen. Gooit zich op zijn zij en roept dan "hie-è..". Baltsvlucht eindigt met 'feuille morte' in rietland. Territoriaal, maar kan meerdere vrouwtjes hebben. Dan nesten soms dicht bij elkaar. Nest van plantenmateriaal, op de grond of boven water, meestal in riet. Eén legsel, meestal 3-6 eieren. Broedtijd april-mei, tot in juni. Broedduur 31-38 dagen, begint bij eerste ei. Jongen vliegvlug na 35-40 dagen, worden nog wekenlang gevoerd.
Zowel in broedtijd als daarbuiten vooral open moerasgebieden, maar ook open boerenland. Broedt liefst in uitgestrekt rietland, maar ook in slootjes met riet en regelmatig in akkers.
Jaagt op kenmerkende kiekendiefmanier: laag zwevend en rustig flappend, schommelend, regelmatig biddend en draaiend, waarna hij zich op een prooi stort. Leeft van kleine zoogdieren, jonge vogels, eieren, kikkers, aas.
Zomervogel, maar overwintert ook in kleine aantallen in Zuidwest-Nederland. Najaarstrek in augustus-september, met uitloop tot in oktober. Voorjaarstrek van eind maart tot in mei, jonge vogels soms nog later. Breedfronttrek met enige stuwing langs kustlijnen. Overwintert in Zuid-Europa en Noord-Afrika, ook wel in ZW-Nederland.
vrij schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in klein aantal
Sinds 1990 neemt de stand van de bruine kiekendief in Nederland af, vooral vanaf 2010.
Aantal broedparen | 800-1100 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 100-200 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 500-2000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In groot deel van Laag-Nederland te zien in open landschappen met water- en moeraselementen, maar ook in bouwlandgebieden en duinen.
De bruine kiekendief komt in het grootste deel van Europa voor, maar op de Britse Eilanden is de verspreiding vrijwel beperkt tot het uiterste zuidwesten. Hij is vooral een broedvogel van de laagvlaktes en delta’s. Het aantal wordt geschat op hooguit 140.000 paar. De moerasrijkste landen van Europa herbergen de meeste bruine kieken.
Omdat de algehele trend niet negatief is, wordt de bruine kiekendief door BirdLife International niet als bedreigd beschouwd. In Mediterrane landen heeft de soort te lijden van verdroging van de broedgebieden. In Frankrijk is vergiftiging door lood van hagel een probleem. Ze krijgen dit binnen via de lichamen van dode watervogels. In Oost-Europa worden nog steeds wetlands drooggelegd. Klimaatverandering zal zorgen voor een verandering van de verspreiding. Zuid- en Zuidwest-Europa zullen door verdroging grotendeels ongeschikt worden als broedgebied. Kwetsbaar voor windmolenparken.
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, samengesteld door de Nederlandse overheid, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming ook een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De bruine kiekendief staat op de Oranje lijst van Nederlandse broedvogels.
Bruine kiekendieven profiteren van onverstoord, ongemaaid, nat rietland om te broeden in combinatie met open water, faunarijk moeras en cultuurland om voedsel te zoeken. Verder is van belang: openheid, slechte toegankelijkheid van het broedgebied voor predatoren, natuurvriendelijke landbouw en beheer van vaarwegen en sloten.
De bruine kiekendief is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn bruine kiekendieven beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de bruine kiekendief wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van bruine kiekendieven zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd.
Verschillende natuurgebieden die door bruine kiekendieven worden gebruikt als broedgebied en foerageergebied zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Biesbosch, Grevelingen en het Lauwersmeer. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal