Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 18 april 2023
Bij vogels is de tong een bijzonder gereedschap. Een vogeltong kan ontzettend lang of juist kort zijn, weerhaken of stekels erop hebben en een punt die is verhoornd, of gespleten, of met een soort kwastje eraan. En sommige vogelsoorten hebben nóg specifiekere aanpassingen voor het soort voedsel dat ze ermee verzamelen en eten.
Vogels die vooral vis eten, hebben vaak fikse stekels op hun tong. Die helpen bij het vangen, vasthouden en positioneren van de vis, zodat hij kan worden doorgeslikt. En natuurlijk om te voorkomen dat de vis terug naar boven kan komen.
Een prachtig voorbeeld hiervan zijn pinguïns. Hun tongen hebben veel grote, naar achteren gerichte stekels. Zoals te zien op de foto, heeft zelfs hun gehemelte naar achteren gerichte punten.
Een voorbeeld dichter bij huis zijn zaagbekken. Als u die ooit heeft gezien, zijn de kartels op de slanke snavel - waaraan ze hun naam danken - u vast opgevallen. Die gaan gepaard met (minder opvallende) scherpe, harde, hoornachtige punten op hun dunne tong. Tong en snavel werken samen bij de visvangst.
Bij de blauwe reiger heeft de tong zelf een soort weerhaakachtige vorm!
Sommige vogels filteren plankton uit het water: piepkleine diertjes en plantjes. Dat kan door hun snavel als zeef te gebruiken en de kop heen en weer te bewegen door het water. Of door hun tong tegen het gehemelte te duwen als de bek vol water is. Het water wordt dan als het ware tussen de stekeltjes op de tong door naar buiten geperst en het plankton blijft erachter hangen.
Ganzen filteren ook wel plankton, maar hun tong en snavel zijn nóg beter aangepast aan het eten van planten. De kartels op de snavel van een gans zijn dik en lijken op tanden. Daarmee kunnen ze, samen met de stekels op de gespierde tong, planten (gras) dicht bij de grond vastpakken en afsnijden.
Roofvogels hebben vaak grote, dikke en vlezige tongen met een paar naar achteren gerichte puntige uitsteeksels aan de wortel ervan. Die staan in een of meerdere rijen. De tongpunt is meestal verhoornd en kan vertakt zijn. Die sterke, verharde tong en de uitsteeksels erop, helpen roofvogels om hun prooi zo snel mogelijk naar binnen te werken. Er is vaak concurrentie, dus ze moeten schrokken.
Op deze foto ziet u achter de puntige uitsteeksels een soort gat in de tong van de bruine kiekendief. Het ziet er bizar uit, maar het is normaal. We kijken gewoon zover de bek in dat we de luchtpijp zien, die is vergroeid met de basis van de tong.
De tong van een gier is iets anders dan die van ‘normale’ roofvogels. Gieren zijn voornamelijk aaseters en hun tong heeft een raspachtige rand. Die helpt waarschijnlijk om het vlees van de botten te trekken.
Sommige vogels moeten hun tong ontzettend ver kunnen uitsteken om hun eten te pakken te krijgen. De kolibrie die me zijn dunne tong nectar uit bloemen haalt is een bekend voorbeeld. Maar ook spechten die insecten uit kieren en gaten pulken horen in deze categorie.
Spechten hebben een zéér lange tong en kunnen het puntje ervan ook nog in alle richtingen bewegen om insecten beter te pakken te krijgen. Sommige spechtensoorten hebben ook een scherpe punt en weerhaken aan hun tong, om insecten te doorboren, vast te houden en naar buiten te trekken. Andere soorten hebben een soort haartjes aan de tongpunt, die bedekt zijn met plakkerig slijm om insecten vast te kleven.
Groene spechten eten vooral mieren, die ze oplikken met zo’n kleverige plaktong. Een tong van maar liefst 10 centimeter! Dat is een derde van de lichaamslengte van deze specht. Als de tong niet in gebruik is, loopt hij helemaal rond de binnenkant van schedel, langs onder, achter en boven en het achterste deel komt zo tot bijna in het neusgat!
Papegaaien zijn een verhaal apart. Ze hebben een speciaal gespierde tong, die anders dan bij de meeste vogels wat meer kan rond bewegen. Een ander uniek kenmerk is de gerimpelde en gevouwen ‘huid’, waardoor de tong meer vrijheid heeft om te strekken. Hij is bedoeld om te eten, maar het geeft papegaaien ook het vermogen onze klanken na te bootsen.
Veel papegaaien, ara’s en kaketoes eten noten en zaden die ze met hun tong uit het omhulsel peuteren. Ze hebben een bovensnavel die zo is gevormd dat er ruimtes zijn uitgespaard voor zaden van verschillende groottes. De tong houdt het zaad op zijn plaats terwijl de kaak van de vogel het zaad in tweeën splitst.
Natuurlijk hebben ook veel vogels een relatief simpele tong, in de vorm van een platte driehoek met naar de keel wijzende puntjes aan de achterkant. Die helpen het voedsel vasthouden en de goede kant op werken. En net als mensen hebben de meeste vogels speekselklieren, die speeksel en slijm produceren. Dat zorgt ervoor dat het voedsel vochtig wordt doorgeslikt en helpt beschermen tegen bacteriën.
Dan zijn er ook nog vogelsoorten waarbij de tong een minimale rol speelt. Die zogenaamde rudimentaire tongen zijn meestal eenvoudig en veel kleiner dan de snavel. Ze worden niet gebruikt om het voedsel te vangen, te verzamelen of te verplaatsen. Een voorbeeld hiervan is de aalscholver: de tong ligt in het midden van de ondersnavel, is klein, onbeweeglijk en speekselklieren zijn afwezig.
Lees nieuws en de mooiste artikelen op onze site. En ontvang maandelijks een selectie van de beste artikelen in je mail.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.