Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 6 oktober 2022
Jan-van-genten sporen vissen op vanuit de lucht en vangen ze door vanaf zo’n 30 meter hoogte loodrecht de zee in te duiken. De jan-van-genten vouwen dan hun vleugels naar achteren en steken hun snavel recht naar beneden. Daarmee kunnen ze diep in het water duiken. Ze halen daarbij een snelheid van wel 100 kilometer per uur! Dat geeft natuurlijk een enorme klap op het water. Daarom hebben jan-van-genten een extra stevige schedel en een soort airbag in hun hoofd, om die klap op te vangen. Ze schieten tot wel vier meter onder water. Daarna zwemmen ze ook nog onder water achter de vissen aan als het nodig is.
Het lijkt aannemelijk dat een zeearend in de zee vist, maar dat is (meestal) niet zo. In ons deel van de wereld vindt hij grote zoetwaterplassen het fijnst. In het rustige water kan hij de vissen namelijk beter zien. Hij zit vaak op een hoge plek te wachten tot er een vis onder hem voorbij zwemt, dicht aan het wateroppervlak. Dan duikt hij erop en grijpt de vis met zijn enorme klauwen. De zeearend moet wel uitkijken dat het geen grote, sterke vis is, want die sleurt hem mee onder water in de hoop dat hij verdrinkt.
Trouwens, zeearenden eten niet alleen vissen, maar ook meerkoeten, eenden, ganzen, konijnen of zelfs prooien die ze roven van andere vogels.
Vis jatten, dat is wat fregatvogels doen. Als een andere vogel een vis heeft gevangen, achtervolgen ze die net zo lang tot hij zijn vis laat vallen. Dat heet ‘klepto-parasitisme’. Klepto betekent stelen. En parasitisme is een vorm van samenleven, waarbij het ene dier voordeel heeft, maar het andere dier nadeel.
Het is niet zo dat fregatvogels altijd maar stelen. Ze vissen ook zelf, maar hebben geen waterafstotend verenkleed en worden dus drijfnat. Daarom houden ze hun vleugels hoog en droog op het moment dat ze een vis uit het water pakken. Het is beter dan helemaal nat worden, maar echt handig kan het niet zijn. Geen wonder dat ze liever andere vogels beroven.
Blauwe reigers zijn handigerds, die laten mensen het werk doen. Ze gaan bijvoorbeeld naar de markt om visafval te stelen uit afvalbakken. Of ze varen vrolijk mee achterop het bootje van een visser tot die wat naar boven haalt. Of ze staan net zo lang bij een snackbar te bedelen tot ze door mensen worden gevoerd. En in dierentuin Artis leven zelfs wilde blauwe reigers die het gemunt hebben op de vissen die aan de dierentuindieren worden gevoerd.
Als blauwe reigers ‘gewoon’ in de natuur voedsel zoeken, eten ze alles wat ze in ondiep water kunnen vinden: kleine en grote vissen, rivierkreeften, salamanders en kikkers. Ze wachten stilletjes aan de waterkant tot er wat voorbij zwemt en schieten dan met hun lange puntsnavel en kop het water in. In weilanden zoeken ze dan ook nog naar mollen, muizen, regenwormen en soms zelfs een jong konijntje of een rat. Al met al zijn het makkelijke eters, die hun eetgedrag snel kunnen aanpassen als het nodig is.
Op land waggelen pinguïns aandoenlijk naar waar ze zijn moeten, maar onder water zijn het sierlijke, pijlsnelle jagers. Afrikaanse pinguïns, bijvoorbeeld. Ze zwemmen vaak in hun eentje achter een sardientje of een ansjovis aan (ja, van de pizza, dat zijn echt vissen). Soms werken deze pinguïns echter samen.
Een team pinguïns jaagt daarbij hele groepen vissen vanuit de diepte omhoog naar het wateroppervlak. Sommige vissen raken daarvan in paniek en verlaten de school. Als ze eenmaal los zwemmen, zijn ze een makkelijk doelwit voor een tweede team pinguïns, dat boven in het water ligt te wachten. De pinguïns wisselen de taken van opjagen en vangen af. Zo weten ze bijna drie keer zo veel vis te vangen als in hun eentje.
Vogels zijn er altijd en bijna overal. Ze bezorgen ons plezier en blijven ons verwonderen. Toch is de aanwezigheid van vogels niet vanzelfsprekend. Veel vogels hebben het moeilijk of dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Help ook mee.
Vogels kijken doe je ook met je oren! Vogelbescherming heeft een paar mooie podcastseries gemaakt. Luister bijvoorbeeld naar Uitgevogeld, Dwaalgasten of Van glas tot gras.