Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 2 december 2022
In de wintermaanden voer je de tuinvogels wellicht wat bij. Fijn! Als de vogels ook genoeg natuurlijk eten in jouw tuin vinden, kan het geen kwaad. Het helpt ze juist om de gure nacht te overleven.
Wat veel mensen niet weten is dat vogelvoer ook kan bederven en dan ongezond is voor vogels. Of dat zieke vogels elkaar sneller besmetten op een voerplaats. Daarom op een rijtje hoe je veilig bijvoert en onze kleine tuinvrienden gezond houdt.
Let er bij het ophangen van een voerhuisje of silo ook op dat vogels zich niet te pletter vliegen tegen het raam als ze ergens van schrikken. Het risico op raamslachtoffers is het grootst tussen de 5 tot 10 meter van een raam. Dus liefst óf dichterbij óf verderweg. Dichterbij dan hebben de vogels in paniek-toestand nog niet genoeg snelheid ontwikkeld om zich te pletter te vliegen. Verder weg dan hebben ze voldoende manouvreerruimte en reactietijd om het raam te ontwijken.
Zieke vogels herken je aan hun gedrag: ze zitten bol, zijn suf en ze zijn niet schuw, dus je kunt dichtbij komen. Soms ziet hun snavel er vies uit.
Mocht je zieke of dode vogels in je tuin zien, stop dan twee weken met bijvoeren. Op een voerplaats komen vogels namelijk dichter bij elkaar dan wanneer ze in de natuur voedsel zoeken. Zo besmetten ze elkaar sneller en het is beter om dat te voorkomen.
Zieke vogels kun je het beste met rust laten. Veel meer kun je eigelijk ook niet doen, want ze laten zich niet pakken en de dierenambulance neemt ze niet altijd aan vanwege het besmettingsgevaar.
Als je meerdere zieke of dode vogels ziet, kun je dit melden bij het Dutch Wildelife Health Centre (DWHC). Dit centrum brengt ziekten onder wilde dieren in kaart, zodat de overheid goede maatregelen kan nemen.
Ook beter om te voorkomen: een muizenplaag. Muizen en ratten zijn altijd en overal, maar meestal vallen ze niet op en heb je er geen last van. Als er 's nachts echter veel voer blijft liggen of als ze bij jouw vogelvoer-voorraad kunnen, dan vormen ze soms een plaag. Door het extra voer, planten ze zich namelijk sneller voort. Je ziet ze dan door te tuin lopen en merkt in de schuur een vies muizenplasluchtje op.
Tips om wel de vogels bij te voeren, maar niet de muizen:
In een vogelvriendelijke tuin, waar de vogels ook natuurlijk eten vinden, kan het geen kwaad om het hele jaar door bij te voeren met bijvoorbeeld een biologisch zaadmengsel. Naast voldoende (natuurlijk) voedsel is het ook belangrijk een platte waterschaal met vers water neer te zetten. En te zorgen voor een dichte of stekelige struik, haag of boom waar vogels veilig kunnen schuilen en broeden. Voer dus met plezier en kijk met genoegen naar de kleine vrolijke tuinvrienden. Je weet nu hoe je ze fit en gezond houdt!
Wat er allemaal in tuinen leeft aan verschillende soorten vogels, vlinders, zoogdieren en insecten weten we nauwelijks. Met jouw hulp proberen we dat goed in beeld te krijgen. Ook jouw tuin zit vol leven.
In de cursus Fluitend je tuin in: zangvogels in Nederland ontdek je twaalf vogels die je in je eigen tuin of op je balkon kunt tegenkomen. Je ontvangt daarnaast ook een basisles over tuinen met leuke feitjes en tips voor hoe je jouw tuin vogelvriendelijk kunt maken.