Navigatie overslaan
Koolmees pimpelmees hazelaar / Shutterstock Alle berichten
Koolmees pimpelmees hazelaar / Shutterstock Jeanet van Zoelen

Door Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming

Bloemen die ‘s winters bloeien

Geplaatst op 3 februari 2023

Houd de moed erin deze winter: het nieuwe leven in de tuin dient zich alweer aan. Er zijn zelfs bloemen die ’s winters bloeien en niet omdat ze in de war zijn. Gun uzelf (en de insecten en vogels) zo’n mooie winterbloeier!

Alles staat stil of gaat dood en niets aan hoop lijkt op korte termijn in het verschiet. Een wintertuin kan soms een deprimerende situatie zijn voor de tuinbezitter. Het mooiste is de rijp, of het bruine beukenhaagje dat weigert zijn blad te laten vallen. En natuurlijk de vogels.

Maar houd de moed erin en kijk beter: er is wél nieuw leven! De blauwe druifjes werken alweer manhaftig aan hun smalle bladeren en de helleborus staat volop in knop. Overweeg daarnaast om in het voorjaar (of nu, als het een tijdje niet vriest) iets in uw tuin te zetten dat juist in de winter bloeit. Een beetje troost voor volgend jaar rond deze tijd.

Pimpelmees sneeuwklokje / iStock Sneeuwklokjes kunnen onder de nog kale bomen tot bloei komen. Pimpelmees sneeuwklokje / iStock

Sneeuwklokje

De lente begint stiekem al een beetje als in januari en februari de sneeuwklokjes alweer boven de grond uit piepen. Soms zelfs in december, of er nu sneeuw ligt of niet. Een einde aan kou en misère is in zicht. Plant de (biologische!) bollen in het najaar en diep genoeg om uitdrogen of kapot schoffelen te voorkomen. Verder doet u niets, het worden er vanzelf meer en de dikke, vroege hommels komen er oranje van het stuifmeel weer uit.

Winterakoniet en sneeuwklokje / Pixabay Winterakoniet en sneeuwklokje gaan goed samen. Ze groeien in dezelfde periode op dezelfde plaatsen. Winterakoniet en sneeuwklokje / Pixabay

Winterakoniet

De winterakoniet is een echte schaduwplant, die het net als sneeuwklokjes prima doet juist onder bomen en hagen. Hij bloeit van januari tot maart. De winterakoniet is in de natuur vrij zeldzaam en komt vooral voor op en in de buurt van oude landgoederen en parken. Vliegen, wespen en bijen weten de vrolijke bloemen op warme zonnige dagen tijdens een zachte winter of vroege lente te vinden.

 

Toverhazelaar sneeuw / Pixabay Toverhazelaar in de sneeuw. Toverhazelaar sneeuw / Pixabay

Niet in de war

De planten en struiken die niet incidenteel, maar steevast in de winter bloeien doen dat niet omdat ze in de war zijn. Ze doen het omdat er dan bijna geen andere bloemen zijn en het blad van de bomen is gevallen. Dat geeft de winterbloeiers voordeel: ze kunnen bijvoorbeeld groeien en bloeien onder kale bomen waar het bladerdek ‘s zomers al het licht weghoudt. Of ze trekken echt álle van de weinige insecten die ’s winters vliegen.

Of ze kunnen gewoon ’s winters bloeien omdat ze geen insecten nodig hebben en de wind het bestuivingswerk laten doen. Ze hebben vaak extra suiker in hun blaadjes: een soort antivries. En soms zijn het planten die oorspronkelijk uit landen komen met een wat milder klimaat, waar je ’s winters best kan bloeien. Uitheemse bloeiers, die er het beste van maken.

Winterjasmijn

Winterjasmijn is een klimplant die bloeit van december tot februari met geurende, gele bloemen. Ze ontluiken wonderlijk aan kale, dunne takken. Hij vraagt niet veel en gedijt allicht, ook langs een muur op het noorden. Op zachte winterdagen in februari trekt hij alweer insecten. En als begin lente de mezen overschakelen van hun winterkostje (zaden) naar insecten, dan zoeken ze prompt in de winterjasmijn.

Grote bonte specht met hazelnoot / Shutterstock Vanaf oktober zijn de hazelnoten een feestmaal voor gaaien, boomklevers en grote bonte spechten. Grote bonte specht met hazelnoot / Shutterstock

Hazelaar

In januari vallen vooral de gele trosjes op van de hazelaar, die dan bloeit. Hij wordt bestoven door de wind: ellendig voor mensen die allergisch zijn voor de pollen. Deze struik geeft na een jaar of drie (doe navraag bij de kweker!) heerlijke hazelnoten. Vanaf oktober is dit een feestmaal voor eekhoorns, bosmuizen, gaaien, boomklevers en grote bonte spechten. Hij staat ideaal in een gemengde sierheester border of alleen als pronkstuk in een grote tuin. Hij kan enorm worden, maar u kunt hem ook snoeien en klein houden.

Toverhazelaar

De toverhazelaar is een letterlijk betoverende struik. Ongeacht kou of sneeuw, bloeit hij in januari en februari met gele, oranje, of rode bloemen die vaak een krachtige, zoete geur verspreiden. ‘Dit is toch niet normaal?’ denkt menig mens in het voorbijgaan, maar dat is het dus wel. Ze hebben smalle, draadachtige bloemblaadjes die opkrullen bij vorst. De toverhazelaar groeit niet hard, maar wordt wel groot. Als de temperatuur het toelaat (10 °C of meer), worden de bloemen druk bezocht door bijen: dankbaar voor een plek waar ze hun eerste nectar en stuifmeel vinden.

Gele kornoelje bij / Shutterstock Vroege insecten weten de gele kornoelje te vinden. Gele kornoelje bij / Shutterstock

Gele kornoelje

Aansluitend op de toverhazelaar, bloeit de gele kornoelje vanaf februari. Een fantastische, inheemse struik. Hij verdraagt veel wind en droogte en geeft veel stuifmeel en nectar. Zeer vroeg in het voorjaar zijn vlinders, bijen en andere insecten daar content mee. De bittere bessen zijn geliefd bij vogels zoals merels en spreeuwen en sommige mensen maken er jam van. Hij laat zich vanaf maart goed snoeien en kan dus ook prima in een haag.

Boterbloem met vlinder / Anne-Lieke Struijk Boterbloem met vlinder / Anne-Lieke Struijk

Inheems-uitheems

Plant zoveel mogelijk inheemse planten, struiken en bomen in de tuin. Dat zijn soorten die hier van nature voorkomen. Ze zijn enorm belangrijk voor de inheemse vogels, bijen, vlinders en andere insecten en diersoorten die ervan eten, hun eieren er leggen, er overwinteren, schuilen enzovoort. Inheemse soorten zijn aangepast aan ons klimaat en hebben dus vaak minder verzorging nodig in de tuin en ze zijn ook nog eens beter bestand tegen ziekten.

Echter, er zullen weinig tuinen in Nederland zijn waar niet één uitheemse soort staat, zoals een winterjasmijn of toverhazelaar. Als het merendeel inheems is en als de uitheemse soort níet invasief is, hoeft dat geen probleem te zijn. Ook deze struiken kunnen hun meerwaarde hebben voor de Nederlandse natuur.