Black Kite, Milvus migrans - Sperwerachtigen (Accipitridae)
De zwarte wouw heeft een groot aanpassingsvermogen en een groot verspreidingsgebied, met diverse ondersoorten of misschien wel soorten. Hij broedt ook in Afrika en Australië. Trekt bij ons vooral door in het voorjaar in zeer klein aantal. Vanaf 2009 broedt hij jaarlijks in Nederland, zij het maar in enkele paren. Hij jaagt vaak op kleine visjes, die hij met zijn poten van het wateroppervlak vandaan plukt.
De zwarte wouw is donkerbruin en bij slecht licht bijna zwartachtig. Zijn kop is wat lichter en op de ondervleugels heeft hij lichte velden. De staart is korter dan die van de rode wouw, ondiep gevorkt en indien uitgespreid bijna rechthoekig. Ook zijn de vleugels minder lang en spits dan die van de rode wouw. In alle opzichten is hij ook minder bont dan de rode wouw. Hij lijkt wel wat op een bruine kiekendief.
Schel, vibrerend en meeuwachtig.
44-66 cm, spanwijdte 120-153 cm
Broedt solitair, in het buitenland ook in losse kolonies. Bouwt nest van takken, vaak met rommel (plastic bijv.). In de kruinen van bomen, vaak dicht bij water. Eén legsel, meestal twee tot drie eieren. Broedtijd april-juni. Broedduur 26-38 dagen. Jongen vliegvlug na 42-50 dagen, zijn zelfstandig na 15-36 dagen.
In Europa vogel van het laagland, van halfopen, bos- en waterrijke gebieden, zoals rivierdalen met ooibossen, moerasgebieden et cetera. Buiten de broedtijd in veel meer landschappen te vinden.
Zeer divers, heeft zich op veel plaatsen aangepast aan menselijke aanwezigheid. Aas, kleine zoogdieren, vis, kleine tot middelgrote (vaak jonge) vogels, reptielen en amfibieën. Ook afval. In het buitenland vaak te vinden in steden, bij vuilnisbelten en abattoirs e.d. Zoekt voedsel meestal in vrij lage glijvluchten. Pakt vis met poten uit het water, steelt prooien van andere vogels. Ook lopend op de grond (insecten, regenwormen). In buitenland vaak erg brutaal.
Europese broedvogels verlaten de broedgebieden al vroeg (augustus) om naar Afrika te trekken. Trekt geconcentreerd over zeestraten, bij Gibraltar en bij de Bosporus. Ook via Italië. Trekt alweer vroeg terug naar Europa (vanaf januari). In Nederland vooral in het voorjaar (april-mei), is in het najaar veel zeldzamer, i.t.t. de rode wouw. Dagtrekker, die in Nederland vooral na een periode met zuidoostenwind wordt gezien. Trekt in grote groepen (niet in Nederland).
doortrekker in uiterst klein aantal
Tot aan de eeuwwisseling een zeer zeldzame, niet-jaarlijkse broedvogel. De laatste jaren neemt de soort toe.
Aantal broedparen | 3 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Schaarse doortrekker in het hele land. In april en mei vooral na zuidoostenwind te zien, met name op plekken met geconcentreerde vogeltrek (Breskens, Kamperhoek, Eemshaven).
Broedt in grote delen van Europa, maar vooral in Zuidwest-, Midden en Oost-Europa. Landen met grote populaties zijn Rusland, Frankrijk en Spanje.
Niet bedreigd in Europa en neemt in buurlanden van Nederland toe als broedvogel. In het verleden leed de soort aan vergiftiging, bejaging en vervuiling van het water met pesticiden en andere chemicaliën. Sterfte door eten van vergiftigde karkassen en watervervuiling op veel plaatsen nog steeds een bedreiging. Is wellicht kwetsbaar voor windmolenparken.
Vermoed je een broedgeval van de zwarte wouw in Nederland, neem dan contact op met de Werkgroep Roofvogels Nederland.
De zwarte wouw is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn zwarte wouwen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de zwarte wouw wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van zwarte wouwen zijn het gehele jaar beschermd, omdat zij jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd. In sommige provincies kan in specifieke gevallen op basis van een gedegen ecologische onderbouwing van jaarronde bescherming worden afgeweken.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal