Door
Gert-Jan de Jong
“Officieel mag je om een nest heen maaien, als er maar vijftig vierkante meter gras omheen blijft staan. Maar ja, dan lopen die kuikens zo het gras uit en komen ze alsnog onbeschermd in het open veld. Een makkelijke prooi voor roofdieren. Liggen er veel nesten in het land, stel ik het maaien dus uit.”
Ik ben een weidevogelboer
Aantal hectaren: 48
Gert-Jan maait minder vaak dan andere melkveehouders, maar dat betekent niet dat het minder werk is. Hij moet steeds kleine stukken maaien. Banen met gras van verschillende lengtes, zodat de weidevogels plekken hebben waar ze dekking kunnen zoeken. Dat betekent telkens opnieuw het land op, maaien, drogen, ophalen en afdekken. Dat kost veel tijd. Het later maaien van het gras, heeft ook gevolgen voor de melkproductie. Vroeg gemaaid gras bevat veel meer eiwitten, essentieel voor een goede melkproductie. Hoe later een boer maait, hoe minder eiwitten in het gras. Dat betekent dat Gert-Jan zijn koeien moet bijvoeren met dure brokken.
Ook het grondwaterpeil staat hoger in de weilanden van Gert-Jan. De provincie financierde daarvoor waterpompen op zonne-energie. En omdat zijn boerderij in een kerngebied voor weidevogels ligt, compenseert de provincie ook het opbrengstverlies van het gras. De extra tijd die hij erin steekt, krijgt hij echter niet vergoed. Maar als vogelliefhebber heeft hij dat er voor over.