Eurasian Wigeon, Mareca penelope - Eenden (Anatidae)
Rode lijst
De smient wordt om zijn kenmerkende roep ook wel 'fluiteend' genoemd. In Nederland broeden slechts enkele paartjes, maar in de winter is de smient talrijk aanwezig. Smienten komen vanuit Scandinavië en Siberië naar Nederland om te overwinteren. Een aanzienlijk deel van de Noordwest-Europese populatie overwintert hier: het zijn er honderdduizenden. Daarom heeft Nederland een extra verantwoordelijkheid om voor de smient te zorgen. Op een winteravond is hun alleraardigste, fluitende roep te horen als smienten overvliegen: op weg naar het zuiden of op weg naar de graslanden, om hun buikjes vol te eten.
Mannetjes hebben een kastanjebruine kop met roomgele streep op het voorhoofd. Hun borst is roze-achtig, de flanken grijsblauw met witte dijvlek, de onderbuik is wit; de onderstaartdekveren zijn zwart. In de vlucht vallen bij het mannetje de grote witte vleugelvelden op. Vrouwtjes zijn rossig bruin of grijsachtig met variabele diffuse vlekken met de blauwgrijze snavel en witte buik als opvallendste kenmerken.
De mannetjes roepen een vrolijk ‘wiéuw’. Het geluid draagt ver, vooral op windstille avonden.
45-51 cm, spanwijdte 75-86 cm
Broedt van mei tot en met juni. Heeft doorgaans één legsel van 7 tot 8 eieren. Soms met een tweede legsel, als het eerste verloren is gegaan. Broedduur: 23-25 dagen. Nestelt alleen of met kleine groepjes, dicht bij elkaar. De jongen kunnen na 40-45 dagen vliegen.
Buiten het broedseizoen heeft de smient een voorkeur voor waterrijke graslandgebieden. Rust meestal overdag op grote meren. Smienten zijn vogels die dicht bij schone, zoete wateren met een rijke oever- en waterbegroeiing broeden. Ideaal zijn de wetlands omgeven door open vegetatie en landbouwgrond in arctische en boreale streken. Komt niet zuiver en alleen in zoet water voor.
Dieet bestaat voor bijna 100% uit plantaardig voedsel. De smient eet bladeren, zaden, wortels van planten, gras en algen. Alleen het vrouwtje eet in het broedseizoen als aanvulling op haar dieet ook wel muggen, zodat ze in goede conditie blijft.
Smienten trekken en zijn daarbij erg beïnvloedbaar door koude weersomstandigheden. Ze trekken in grote groepen vanuit hun arctische broedgebieden in de late zomer in zuidelijke en zuidwestelijke richting, naar de overwinteringsgebieden in landen aan de Noordzee, West- en Zuidwest-Europa. De meeste smienten arriveren in oktober en november in Nederland. De smienten die in Nederland overwinteren, vertrekken in de periode februari-april en beginnen in mei met broeden.
uiterst schaarse broedvogel | gedeeltelijk wegtrekkend | wintergast in zeer groot aantal
Het aantal smienten dat in Nederland overwintert, is in de periode 1967 - 1989 sterk toegenomen, in de jaren negentig stabiliseerden de aantallen zich. Sinds de eeuwwisseling nemen de aantallen overwinteraars duidelijk af, met minder dan 5% per jaar. Aantal geconstateerde broedparen in Nederland: 20-40.
Aantal broedparen | 20-40 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 820.000-950.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 730.000-870.000, nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
De smient graast vooral 's nachts op weilanden en is overdag te vinden op het open water, zoals de randmeren en de Waddenzee.
De arctische en boreale zone vormen het verspreidingsgebied van de smient. Dit strekt zich uit van IJsland via Schotland, naar Noorwegen, Finland en Rusland. De soort trekt in de winter naar de kuststreken van zuidelijker Europa, maar ook naar Noord-Afrika en het Aziatische continent. In Nederland overwintert een aanzienlijk deel van de Europese populatie.
Sinds 2017 staat de smient op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. In de categorie Gevoelig. Een kleine populatie broedt in Nederland.
De aantallen overwinteraars uit het noorden dalen. Aannemelijk is dat afgenomen broedsucces daarvan de oorzaak is. Omdat het grootste deel van de Europese populatie in Nederland overwintert, hebben we een speciale internationale verantwoordelijkheid voor de smient. Daarom geeft het geen pas om de smient te laten doden, te meer daar de aantallen smienten een dalende lijn laten zien. Verder is de soort erg gevoelig voor verstoring door recreatie op het water. Ook watervervuiling is voor de smient een probleem.
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download hier het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming heeft met succes de smient van de Nederlandse jachtlijst gehouden en ervoor gezorgd dat in Noord- en Zuid-Holland de smient niet gedood mag worden in het kader van schadebestrijding. Verder zet Vogelbescherming zich in voor de waterrijke gebieden waar smienten van profiteren. Dan gaat het zowel om waterkwaliteit, rustgebieden als de beschikbaarheid van voedsel. De WetlandWachten van Vogelbescherming houden de vinger aan de pols in de waterrijke natuurgebieden van Nederland.
Veel partijen in Nederland claimen de ruimte. De natuur delft in dat krachtenspel helaas vaak het onderspit. Overheden, landbouwsector, industrie én consumenten zouden tot een ander prijsbeleid van landbouwproducten moeten komen. Op die manier kunnen boeren het best gecompenseerd worden voor grazende smienten. Verder zijn smienten gevoelig voor verstoring. Probeer dat zoveel mogelijk te voorkomen door ze van een afstandje te bekijken en blijf binnen de aangegeven wandel-, fiets- en vaarroutes.
Er zijn geen knelpunten voor broedende Smienten in Nederland bekend. Het broedbiotoop, zoete ondiepe wateren met een rijke oeverbegroeiing en drijvende en ondergedoken waterplanten, is in ons land niet zeldzaam. Mistiming van de broedcyclus zou wellicht een probleem kunnen vormen. Kleine jongen zijn (in ieder geval in noordelijke broedgebieden) afhankelijk van de piek van uitzwermende muggen.
De smient is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn smienten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de smient wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De smient is door een aantal provincies aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante omgevingsverordening is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
Verschillende natuurgebieden die door smienten als foerageergebied of slaapplaats worden gebruikt zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om het Hollands Diep, IJsselmeer en de Oostvaardersplassen. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal