Green-winged teal (American), Anas carolinensis - Eenden (Anatidae)
De Amerikaanse tegenhanger van 'onze' wintertaling. Mannen Amerikaanse wintertaling zijn vrij gemakkelijk te onderscheiden van hun Europese familielid. Ze hebben namelijk een opvallende witte verticale streep op de zijborst en niet de witte horziontale streep boven de flank, die 'gewone' wintertalingen dan weer hebben.
Kleine eend, die in veel opzichten lijkt op de wintertalingen uit Europa. Vrouwen van beide soorten zijn vrijwel identiek, maar volwassen mannen hebben enkele duidelijke verschillen. Vooral de witte verticale streep op de zijborst bij Amerikaanse wintertalingen is opvallend. Daarnaast hebben ze niet de witte horizontale streep boven de flank die 'gewone' wintertalingen wel hebben. En waar de groene maskervlek op de kop van wintertalingen is omgeven met smalle heldergele strepen, zijn die strepen bij Amerikaanse wintertalingen onopvallend geelbruin.
Mannetje baltst met hoge fluittoontjes. Roept ook vaak een monotoon fluitend "Priep". Vrouwtje kwaakt hoog en schel.
34-38 cm, spanwijdte 53-59 cm
Broedt op de grond, goed verscholen in de vegetatie. Doorgaans in de periode van midden april tot juli en heeft dan één legsel. Bij verlies van het eerste legsel kan een vervangend legsel worden gestart. Een legsel bestaat uit 6-9 eieren (meestal 8), die na 20-23 dagen uitkomen. Binnen 20-25 dagen zijn de jongen vliegvlug; het snelste van alle grondeleenden. Vrouw broedt, voedt en beschermt. Man Amerikaanse wintertaling biedt vrijwel geen ouderlijke zorg.
Broedvogel van Noord-Amerika, die overwintert in het zuidwesten van Canada, bijna de gehele VS, Mexico en het Caribisch gebied. Geeft de voorkeur aan ondiepe, rustige, waterrijke gebieden met weelderige oeverbegroeiing, zoals kleine zoetwatermeren en langzaam stromende rivieren. Favoriet broedhabitat zijn vennen en meertjes in loofbossen. Opvallend vaak te vinden in meertjes die zijn gevormd door beverdammen. Tijdens de winterperiode blijft de wintertaling trouw aan hetzelfde habitat, alleen wijkt hij dan ook weleens uit naar de kustgebieden. Ook daar zoekt hij plekken met voldoende begroeiing op, zoals getijdekreken en de rivierdelta.
Wintertalingen zoeken hun voedsel door het wateroppervlak te filteren en door te grondelen. Gedurende het broedseizoen heeft deze eendensoort een voorkeur voor dierlijk materiaal, zoals wormen, insecten en kreeftachtigen. In de winter worden vooral zaden van waterplanten, grassen en landbouwgewassen gegeten.
De meest noordelijk broedende vogels trekken in de herfst naar het zuiden. Vogels van meer gematigde streken blijven jaarrond in de broedgebieden. In het voorjaar komen de vogels in de zuidelijke broedgebieden tussen maart en begin april aan; in de noordelijke gebieden van april tot eind mei. Maart, april en mei zijn ook de maanden waarin Amerikaanse wintertalingen het meest opduiken in Nederland. Na het broedseizoen vertrekken de eerste mannen al in juli voor de rui-trek. Vrouwen die gebroed hebben en juvenielen volgen in augustus of later. De daadwerkelijk najaarstrek vindt plaats van eind augustus tot in oktober.
Sinds de eeuwwisseling worden ieder jaar -meestal in april - Amerikaanse wintertalingen gevonden in Nederland. Soms gaat het om enkelingen per jaar, soms zelfs om meer dan tien exemplaren. Het zijn tot nu toe altijd mannen, omdat vrouwen zeer moeilijk te onderscheiden zijn van wintertalingen.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 1-3 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | uiterst klein aantal |
Bron: sovon.nl
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Het is altijd de moeite waard om wintertalingen goed te bekijken, omdat het nu eenmaal een mooi eendje is. Maar extra goed afspeuren van groepen wintertalingen kan met name in het voorjaar ook nog eens heel goed een Amerikaanse wintertaling opleveren.
Deze Noord-Amerikaanse soort wordt in alle Noordwest-Europese landen regelmatig als dwaalgast aangetroffen. Dankzij verschillende vondsten van exemplaren die in de VS waren geringd, is bewezen dat de soort daadwerkelijk de Atlantische Oceaan kan oversteken. Het vermoeden bestaat zelfs dat het misschien wel om reguliere trek op kleine schaal gaat.
Deze soort geldt als wereldwijd niet bedreigd.
Vogelbescherming zet zich in voor een algehele verbetering van de natuurkwaliteit in Nederland. Daar profiteren ook dwaalgasten van.
Verstoor geen dwaalgasten en respecteer de aanwijzingen van terreinbeheerders. Gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk kunnen belangrijk bijdragen aan een basiskwaliteit natuur in Nederland, waardoor het voor vogels aantrekkelijker wordt om in Nederland te verblijven.
De Amerikaanse wintertaling is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn Amerikaanse wintertalingen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de Amerikaanse wintertaling wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate op doortrek in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal