Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 3 juni 2021
De meeste van onderstaande kuikens, kunt u nu ook met eigen ogen zien in onze oogverblindende natuur. Dus: de paden op de lanen in, het is er de tijd voor. Sommige laten zich zeer zelden of zelfs niet in Nederland zien tijdens het broedseizoen, maar dan is het extra leuk ze tóch een keer te zien al is het maar op een foto.
Bergeenden nestelen vaak in verlaten konijnenholen in de buurt van de kust. Eenmaal uitgekomen en bij het water, verzamelen de jongen van meerdere ouders zich in crèches. Zij staan onder toezicht van enkele volwassen vogels. Dan kan de rest rustig eten.
De dodaars is een piepklein fuutje dat leeft in moerassige gebieden. Hun nest is een soort drijvend platform van allerlei planten, bladeren en stengels. Het blijft op zijn plek omdat ze het vastmaken aan onderwaterplanten.
De eider is een forse eend die langs kusten leeft, bij ons vooral in het Waddengebied. Ze hebben een vriendelijk en voornaam uiterlijk, met hun driehoekvormige snavel en kop. Dat geeft kracht om schelpen open te breken.
Futen zien we overal: in parken, sloten, grachten, rivieren, duinmeren en noem het maar op. Wat een geluk, want ze zijn zo prachtig. Helemaal in het broedseizoen als ze baltsdansen in hun mooiste verenkleed en later de jongen laten meeliften op hun rug.
Kuikens van knobbelzwanen zijn ook befaamde meelifters en staan garant voor de mooiste beelden. Ze zijn wit of grijsbruin van kleur en beide varianten kunnen in één gezin voorkomen. De ouders blijven vaak hun leven lang samen.
Mannetje krakeend is grijsbruin met een zwart achterlijf en lichte staartpunt. Heel anders dan die groen gekopte wilde eend die daar een sierlijke krul laat zien. Maar vrouwtje krakeend lijkt verrekt veel op vrouwtje wilde eend. Ze heeft echter een witte keel en géén blauw in haar vleugel, maar wit.
Wat een donsjes, die kuifeendkuikens! Mooie eendjes zijn het sowieso met inderdaad allebei een kuif én een opvallend geel oog. Ze broeden tussen de planten langs de oever en duiken naar hun voedsel. Wat die kleintjes ook fervent oefenen.
Het porseleinhoen laat zich ‘nooit’ zien. Uitzonderlijk dat Jelle deze foto mét kuiken wist te maken. Ze leven verborgen in rietmoerassen, natte uiterwaarden en ondergelopen graslanden. Het is de roep van de vogel die in het voorjaar zijn aanwezigheid verraadt: een fluitend ‘hwiet!’.
Een duikende viseter, die vooral voorkomt aan de kust, dat is de roodkeelduiker. Fijn dat Jelle ons laat zien hoe mooi ze zijn in het broedseizoen met hun rode keel, want we zien ze in Nederland alleen ’s winters in hun grijs-witte winterkleed.
Schollies broeden niet alleen meer op (grind)stranden of weilanden, maar soms ook op grinddaken. Waar dan ook, hun nest is altijd een bescheiden kuiltje, spaarzaam bekleed met schelpjes, steentjes of stro. Kijk eens naar de lucht als u iemand heel hard ‘tepíet!’ hoort roepen. Dan vliegt er één over.
De snavel van de slobeend is opvallend breed en plat, om goed mee te slobberen op zoek naar waterplantjes en -diertjes. Daarmee is het vrouwtje, ondanks haar bruine camouflagepak (zoals veel andere vrouwtjes eenden) toch onmiskenbaar. Apart: slobeenden zuigen water op bij de snavelpunt en persen het er weer uit aan de zijkant, waarbij voedsel wordt opgevangen door een soort lamellen.
Fluiteend wordt de smient ook wel genoemd, natuurlijk door zijn vrolijke fluitgeluid. In Nederland broeden slechts enkele paartjes, de rest doet dat in Scandinavië en Siberië. Maar in de winter, als ze bij ons zijn, kunt u ze bijna niet missen: honderdduizenden hebben ons land nodig om de winter door te komen.
Van kinds af aan zo vertrouwd: de wilde eend. Voer ze geen brood, want dat is niet goed voor ze, maar geef graan.
De knobbelzwaan kent iedereen, maar weinigen hebben weet van de wilde zwaan met zijn slanke verschijning en geelzwarte snavel. Een vogel die broedt in Scandinavië en Rusland (sporadisch in Nederland) en overwintert langs onze rivieren en meren.
Wilt u die kleine donsjes wel eens met eigen ogen zien? Kijk dan in de digitale vogelgids van Vogelbescherming om te ontdekken in welke gebieden ze leven. Tip: zet voor u vertrekt de web-app Mijnvogelvinder.nl op uw mobiel. Deze handige vogelwegwijzer voor onderweg vertelt u welke soorten u tijdens het wandelen of fietsen kunt tegenkomen en waar u op moet letten om ze daadwerkelijk te zien.
De camera’s van Beleef de Lente zijn vanaf begin maart tot eind juli aan bij verschillende vogelsoorten zoals de visarend, oehoe, steenuil, ooievaar, bosuil en nog veel meer.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.