Carrion Crow, Corvus corone - Kraaien (Corvidae)
Algemeenste grotere kraaiensoort, steeds vaker ook in de stad te vinden. Wordt vaak gedood in het kader van schadebestrijding. Oude kraaiennesten zijn van belang voor roofvogels en uilen die zelf geen nest bouwen, als boomvalk, torenvalk en ransuil. Is innovatief als het gaat om voedsel zoeken.
De zwarte kraai is helemaal zwart. Van het verenkleed tot zijn krachtige snavel en poten. Zwarte kraaien zijn sociaal en leven buiten het broedseizoen graag in groepen. Van hun ‘grote broer’ de raaf, zijn zwarte kraaien te onderscheiden door het kleinere formaat, de minder energieke vlucht en de meer hoekige staart. Bij de raaf is de staart wigvormig. Schroeft niet, zoals raaf en roek.
Laag, indringend krassen.
44-51 cm, spanwijdte 84-100 cm
Broedt vanaf eind maart tot juni en heeft één legsel van meestal zo'n 4 eieren. Broedduur: 17-22 dagen. De zwarte kraai is geen koloniebroeder. Het nest is een vrij grote constructie en wordt hoog in een boom gemaakt. De basis bestaat uit een verzameling van dunne twijgen en dikkere takken, tot een platform in elkaar gevlochten en verstevigd met modder. Zwarte kraaien bekleden de binnenkant van hun nest met zachte materialen als wol, veren, vacht van dieren en gras. Ook afval als papier en ijzerdraad kan in een neststructuur worden aangetroffen. De jongen zitten 30-36 dagen op het nest. Na het uitvliegen krijgen jongen nog zo'n 5 weken voedsel van de ouders.
Zwarte kraaien broeden in (half)open landschappen met bomen, maar ook wel in hoogspanningsmasten. In bossen broeden ze meestal alleen aan de rand. Komen op veel plekken in Nederland voor: akkers, bos, parken, stedelijk gebied en weiden. De hoogste dichtheden in het kleinschalig cultuurlandschap.
Zwarte kraaien zijn alleseters en maken op een opportunistische manier gebruik van de bronnen die in hun leefgebied aanwezig zijn, om aan voedsel te komen. Ze ruimen de natuur op door kadavers te eten, maar houden in de lente ook in de gaten waar mogelijk nesten met kuikens zijn. Eten ook zwerfafval, insecten, zaden en noten.
In Nederland en de omliggende landen zijn zwarte kraaien meestal standvogels. Enige zichtbare trek, met name in het voorjaar, van vermoedelijk ten noordoosten van Nederland broedende vogels. In principe het gehele jaar door in hetzelfde territorium. Wel vertonen jonge vogels zwerfgedrag, op zoek naar een eigen leefgebied. Niet-territoriale kraaien verzamelen zich in groepen.
talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig
De zwarte kraai is vanaf 1980 tot ongeveer 2005 toegenomen in aantal. Maar de laatste 10 jaar nemen de aantallen broedvogels weer af, met minder dan 5% per jaar. Zwarte kraaien profiteren van het enorme aantal verkeersslachtoffers langs de Nederlandse wegen. In dichte bosgebieden is het aantal zwarte kraaien veel lager doordat havik en buizerd daar voor een stevige predatiedruk zorgen. Het aantal zwarte kraaien in bebouwde gebieden neemt - daardoor? - enigszins toe.
Aantal broedparen | 57.000-96.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 200.000-400.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - jaarrond aanwezig |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In veel stadsparken of juist aan de randen van steden en kleinschalig boerenland is de zwarte kraai goed waar te nemen.
West- en Zuidwest-Europa, wordt elders in Europa vervangen door de verwante bonte kraai.
Bedreigingen voor de zwarte kraai zijn vervolging door mensen en predatiedruk door havik, buizerd en de predatie van nesten door andere kraaiachtigen.
De levenswijze van kraaien botst op sommige punten met bijvoorbeeld de belangen van boeren, doordat ze zaaigoed opeten. Daar staat tegenover dat kraaien ook een enorme hoeveelheid emelten eten, die ook schadelijk zijn voor landbouwgewassen. Het heeft overigens geen zin om een dode kraai op te hangen bij wijze van vogelverschrikker, zoals helaas nog steeds wel gebeurt. Daar is de kraai een veel te intelligente vogel voor. Kraaien zijn belangrijke nestleveranciers voor roofvogels en uilen die zelf geen nest bouwen (boomvalk, torenvalk, ransuil).
De zwarte kraai is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn zwarte kraaien beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de zwarte kraai wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van zwarte kraaien zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. In sommige provincies geldt de nestbescherming alleen gedurende het broedseizoen. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
De zwarte kraai is aangewezen als soort die in het gehele land belangrijke schade veroorzaakt en mag onder strikte voorwaarden door grondgebruikers worden bestreden.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal