Rook, Corvus frugilegus - Kraaien (Corvidae)
Roeken zijn kolonievogels. Onderling onderhouden ze een uitgebreide communicatie over voedsel en sociale aangelegenheden. Het menu is bijzonder uitgebreid. Zo eten roeken vooral ongewervelde bodemdieren, maar ook aas, zaaigoed en eetbaar menselijk afval. Vooral dat eten van zaaigoed komt roeken duur te staan. In het verleden zijn roeken vervolgd om vermeende 'kwaaden eighenschappen'. Gedode roeken worden vaak opgehangen in een poging andere roeken af te schrikken.
Roeken lijken heel erg op zwarte kraai en raaf, maar zijn aan een aantal dingen relatief eenvoudig te herkennen. Allereerst heeft de roek een lichtgrijze snavelbasis. Die snavel is vaak veel puntiger dan die van de zwarte kraai, en hij heeft een behoorlijk steil voorhoofd en verhoudingsgewijs een kleine kop. In vlucht is de waaiervormige staart (let op verschil met raaf!) een goed kenmerk, maar het gedrag - in kolonievorm en in grote groepen foeragerend op grasland - is vaak ook handig om te controleren of het roeken zijn.
Lijkt op zwarte kraai, maar lichter, minder zware rollende klanken en nasaler.
47 cm, spanwijdte 81-99 cm
Roeken zijn echte koloniebroeders. De slordige nesten worden in de toppen van hoge bomen gebouwd. Een roekenkolonie kan soms wel uit 1000 nesten bestaan, hoewel de meeste kolonies toch beduidend kleiner zijn. Nest van vaak 4 eieren, soms 2-7, die 16-18 dagen bebroed worden. De jongen zitten 30-36 dagen op het nest en kunnen goed vliegen na 42-45 dagen.
Roekenkolonies bevinden zich vaak in vrijstaande, hoge groepen bomen (vaak populieren) langs snelwegen, treinsporen of kanalen; ook wel in dorpen. In de buurt liggen graslanden waar ze hun voedsel zoeken. Broedt grofweg ten oosten van de lijn Breda - Gouda - Arnhem - Harlingen, in de winter verspreidt hij zich onder meer via snelwegen westelijker.
Het menu is bijzonder uitgebreid. Zo eten roeken vooral ongewervelde bodemdieren (emelten!), maar ook aas, zaaigoed en eetbaar menselijk afval. Roeken kennen een opmerkelijk foerageergedrag, door vaak met een groot deel van de kolonie op bepaalde weilanden of akkers te foerageren. Het zijn slimme vogels, die al snel weten waar veel en voedzaam eten te vinden is. Foerageert met een aparte, stijve loop, daarbij af en toe zijn snavel in de grond stekend.
Voornamelijk standvogel maar vogels uit het noordoosten van Europa trekken in de winter naar het zuiden. De Nederlandse vogels overwinteren geregeld ook in Oost-Engeland. Najaarstrek in oktober-november, voorjaarstrek vooral februari-maart.
talrijke broedvogel | gedeeltelijk wegtrekkend | doortrekker en wintergast in groot aantal
Door vervolging en onopzettelijke vergiftiging (landbouwbestrijdingsmiddelen) was de Nederlandse stand rond 1970 op een dieptepunt, maar herstelde zich in de periode daarna. Vanaf ongeveer 2000 nemen de aantallen licht af, deels als gevolg van verstoring in verband met overlast en vermeende schade. Door verstoring neigen voorheen grote kolonies ertoe zich over meerdere locaties te verspreiden. De instroom van Noord- en Oost-Europese overwinteraars is vanaf ongeveer 1995 aan het droogvallen. Waarschijnlijk overwinteren zulke vogels in toenemende mate in of dichter bij het eigen broedgebied.
Aantal broedparen | 53.300-56.800 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 150.000-175.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 50.000-200.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Oost-Nederland, vormt kolonies in bosjes met populieren in open landschap. Als je een grote groep kraaiachtigen ziet foerageren in een weiland is er een gerede kans dat het roeken zijn.
Roeken komen vooral voor in de gematigde en boreale delen van Europa en Azië. Het Verenigd Koninkrijk en Wit-Rusland huisvesten de grootste aantallen.
In het verleden erg gevoelig voor landbouwgif en jacht, nu vooral door verstoring van de kolonies. Op Europese schaal niet bedreigd.
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, samengesteld door de Nederlandse overheid, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming ook een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De roek staat op de Oranje lijst van Nederlandse broedvogels.
Vogelbescherming pleit voor een meer verdraagzame houding ten opzichte van natuur en vogels in het landelijk gebied en voor de grootst mogelijke zorgvuldigheid bij de beoordeling van het ontlenen van ontheffingen in het kader van schadebestrijding. Vogelbescherming staat geregeld lokale vogelwerkgroepen bij met juridische adviezen als die zorgvuldigheid niet in acht is genomen, of als er sowieso een loopje met de regels is genomen.
Roekenkolonies zijn door hun luidruchtigheid en uitwerpselen niet overal even populair, maar de nesten genieten wel bescherming. Verplaatsing van de nesten is het werk van professionals en is alleen toegestaan met een ontheffing van de gedeputeerde staten. Het heeft verder geen zin om dode roeken op te hangen ter afschrikking. Daar zijn deze dieren veel te slim voor. Het afschieten van roeken is in Nederland verboden tenzij ontheffing is verleend in het kader van schadebestrijding.
De roek is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn roeken beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de roek wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van roeken zijn het gehele jaar beschermd, omdat zij als koloniebroeders elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en daarin zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop zijn. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd. In het kennisdocument voor de roek vind je informatie over effectieve maatregelen om de nestplaatsen van de soort te beschermen.
De roek is door een aantal provincies aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante omgevingsverordening is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal