Door
Gert Ottens
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 6 maart 2020
Iedereen kent de zwarte kraai. Ze komen in het hele land voor, van natuurgebieden en boerenland tot in de bebouwde kom. De raaf kennen veel mensen ook, al is het maar uit sprookjes en fabels. Lange tijd was de raaf hier verleden tijd, nadat ze waren uitgeroeid. Maar na een succesvol herintroductieproject zijn er nu weer honderden raven in ons land. Het merendeel van de bijna 150 broedparen komt voor op de Veluwe, Drenthe, Overijssel en de Utrechtse Heuvelrug. Maar vooral de laatste jaren breiden ze zich uit naar het zuiden en westen van het land.
Zoals gezegd komt de zwarte kraai vrijwel overal voor, als broedvogel daar waar bomen staan. Buiten het broedseizoen vormen ze wel groepjes die rondzwerven. Wat het kleed betreft kunnen we kort zijn: ze zijn altijd glanzend zwart, evenals de raaf.
Maar om te beginnen is de zwarte kraai duidelijk kleiner dan de raaf, met kortere en bredere vleugels. Dat zie je het beste wanneer je beide soorten samen ziet, maar het verschil in grootte is opvallend. Raven zijn groter - en zwarte kraaien juist kleiner - dan een buizerd. Andere belangrijke verschillen zijn de geluiden. Zwarte kraaien hebben een relatief beperkt vocabulaire van een aantal typische kraaiengeluiden, variaties op ‘kraaa’. Ravengeluiden lijken hier in bijna niets op: het zijn diepe, vaak rollende ‘korrr’-achtige keelklanken, en er is dus behoorlijke variatie.
Raven zijn ook standvogel, een paar bezet hun hele leven hetzelfde territorium. Maar jonge – en ongepaarde - vogels vormen vaak groepen die door (en soms buiten) de kerngebieden struinen.
Naast bovengenoemde verschillen valt verder de enorme en zware snavel van de raaf vaak duidelijk op. Ook in vlucht is dat een kenmerk. En samen met de lange – ruitvormige – staart en de lange, relatief smalle vleugels, zorgt dit ervoor dat de indruk van een ‘vliegend kruis’ ontstaat. Raven hebben daarnaast een rustigere en vooral diepere vleugelslag dan zwarte kraaien. En soms laten ze daarbij ook bijzondere buitelingen zien. Ook zweven raven vaker, zoals roofvogels dat doen.
Er zijn meer zwartrokken in Nederland. En vooral de roek kan worden verward met de zwarte kraai. Een volwassen roek is meteen te herkennen aan het lichtgrijze ‘gezicht’. Jonge roeken hebben dat niet en lijken daardoor veel op zwarte kraaien. Let daarbij o.a. op kopvorm (rond en plat bij zwarte kraai, ‘puntige’ kruin bij roek) en snavelvorm (dun, recht en puntig bij roek, dikker en stomp bij zwarte kraai). Ook zitten roeken ‘losser’ in de veren, vooral op de buik.
Kauwen kent waarschijnlijk iedereen. Ze zijn flink kleiner dan de andere kraaien, met een zilvergrijze kop en zwart voorhoofd (en altijd lichte ogen).
Al deze kraaiachtigen zijn sociale en intelligente dieren, dus vaak samen te zien. Ook gemengde groepen van meerdere soorten geen zijn uitzondering, zeker in de winter. Nu is daarom de tijd om het geleerde in de praktijk te brengen, en je zult zien dat zwart meer is dan (g)een kleur!
Ben je op zoek naar een goed boek over vogels of de natuur? Vogelbescherming heeft een uitgebreid en gevarieerd aanbod in onze winkel en onze webshop.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.