Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 18 oktober 2018
De reusachtige raaf, met zijn spanwijdte van 130 cm (!), is terug in Nederland. Mogen we dat zeggen als er weer 125 stelletjes zijn? Het ene na het andere natuurgebied komt met het goede nieuws van een broedpaar. Dit magnifieke dier mag weer bijdragen aan het evenwicht in de natuur.
De terugkeer van de raaf herstelt een domme fout. Hij was namelijk verdwenen uit Nederland. Nul broedparen meer over. Wij, mensen, doodden iedere raaf, tot de allerlaatste toe. Door de eeuwen heen hadden we onze redenen:
In 1928 was het zover. Succes! Het was gelukt om alle raven uit te roeien. Goed zo, uitgestorven, geen last meer van.
Maar kort daarna kwam het berouw. Tijden zijn veranderd. Nederland heeft nauwelijks nog plek voor ‘echte’ natuur en wat er is willen we graag behouden. De hele voedselketen hoort daarbij, inclusief kadavers en grote aaseters zoals de raaf. Dus hebben we raven uitgezet, in de hoop dat ze wederom aarden. Zou het? Het begin was er in 1976: een broedgeval.
Nu, ruim 40 jaar later, komt er schot in de zaak en verwelkomen we de raven blij. Waar ze voorkomen laten we zelfs weer grote kadavers voor ze liggen. Fantastisch, want een dood dier is een klein natuurgebiedje op zichzelf. Ontelbare microben, kleine diertjes, insecteneters en grotere aaseters zijn ervan afhankelijk en krijgen weer een kans, zelfs de zeearend.
Helaas zijn raven nog niet in heel Europa welkom. Veel Noord-Europese landen delen onze haat-liefde verhouding met de raaf, maar in IJsland worden ze anno 2018 nog steeds gedood.
Dögg Matthíasdóttir, medewerker van Birdlife IJsland licht toe hoe dat komt: ”Meer dan 3.000 raven worden jaarlijks afgeschoten om de vermeende schade die ze aanrichten op bijvoorbeeld eiderboerderijen. De raaf is daarom één van onze prioriteiten.” In IJsland vullen ze dekbedden en kussens met dons van eiders. Voor het totaalbeeld: er zijn in IJsland zo’n 2.500 raven-broedparen.
Terug naar Nederland, dat op de goede weg lijkt. Durven we hopen dat het type wilde natuur waarin raven onmisbaar zijn, behouden blijft voor het nageslacht? Dan rijst wel de vraag wat die kinderen van onze kinderen op hun beurt denken over raven. Zullen ze onze inspanningen wel waarderen?
Kansloos is dat gelukkig niet, want vaak in onze geschiedenis vonden we raven juist gaaf. Lang voor het christendom, ten tijde van de Germanen bijvoorbeeld, hadden raven de gave van het waarzeggen en boden garantie op vruchtbaarheid en overwinning in de strijd. IJzersterk argument voor bescherming toch? Of toch blijven inzetten op natuur- en milieueducatie?