Red-backed Shrike, Lanius collurio - Klauwieren (Laniidae)
Rode lijst
De grauwe klauwier is een broedvogel van ruige, halfopen gebieden met opslag van struweel of jong geboomte. De aanwezigheid van flink wat grote insecten als kevers, bijen en hommels is erg belangrijk, zij vormen de hoofdmoot van het menu. Verder worden hagedissen, kleine zoogdieren en jonge vogels gegeten. De naam 'klauwier' slaat op de gewoonte van de vogels om prooidieren op te hangen aan de doornen van bramen of andere stekelige struiken en die later op te eten.
Middelgrote zangvogel met lange staart en stevige zwarte haaksnavel. Volwassen mannetjes hebben een grijze kop met een zwart masker. De onderdelen zijn lichtroze met een witte keel. Bovendelen zijn kastanjebruin. In vlucht is de grijze stuit en de zwarte staart met witte zijden aan de staartbasis goed te zien. Vrouwtjes zijn minder opvallend getekend, met grof schubpatroon op de lichte onderdelen. De bovendelen zijn oranjebruin. Het grijs op de kop is wat bruinig en de oogstreep is bruin, evenals de staart.
Zowel zang als roep niet vaak te horen; zang is een aanhoudend zacht gebrabbel van rauwe en fluitende klanken, met diverse imitaties van andere soorten. Roep een hees, nasaal "weh" of "tsjek".
16-18 cm
Broedt van half mei-juli, in een grote struik of kleine boom. Heeft één legsel met meestal 4-6 eieren. Broedduur 12-16 dagen. Het vrouwtje broedt, soms assisteert het mannetje daarbij. Slordig nest meestal relatief laag (1-1,5 meter) in dicht stekelig struikgewas. In de eerste week na het uitkomen blijft het vrouwtje bij de jongen, en verzamelt alleen het mannetje voedsel. Vliegvlug na 14-16 dagen. Soms later vanwege slecht weer. Twee weken na het verlaten kunnen de jongen zelf jagen.
Grauwe klauwieren komen voor in kleinschalige, zeer gevarieerde landschappen, zoals hoogvenen en enkele kleinschalige, oude akker- en weidelandschappen. Belangrijk is een hoog aanbod aan kleine gewervelde dieren en aan ongewervelde dieren.
Voedt zich met grote insecten, kleine zoogdieren, reptielen en jonge/zwakke vogels. Foerageert vaak typisch vanaf hoge tak boven in struik, om vanaf daar naar de grond te duiken. Vangt soms ook insecten in vlucht.
Lange-afstandstrekker; vliegt vanaf eind juli-september oostelijk om de Middellandse Zee heen (evenals vogels uit Spanje!), om te overwinteren in zuidelijk Afrika, in Kenia, Tanzania en ten zuiden van Congo. Trekt 's nachts in enkelingen of kleine groepen. Vaak zijn de grauwe klauwieren pas in mei weer terug in het Nederlands broedgebied.
schaarse broedvogel | wegtrekkend
Tot het midden van de vorige eeuw was de grauwe klauwier een typische en verspreide broedvogel van het kleinschalige cultuurland en van 'woeste gronden'. Bolwerken waren de duinstreek, de oostelijke zandgronden en Zuid-Limburg. Daarna zette de afname in. De omvang van die afname werd pas goed duidelijk door het werk aan de Nederlandse broedvogelatlas, midden jaren zeventig, toen nog slechts enkele honderden paren aanwezig bleken te zijn, waarbij vooral het Bargerveen belangrijk was. Na een verdere daling tot 2002 (50 broedgevallen) heeft de soort zich redelijk hersteld.
Aantal broedparen | 1250-1550 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | Broedvogel - wegtrekkend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Drenthe, Bargerveen, en Zuid-Limburg. In de trektijd langs de kust.
Komt voor in geheel Europa, maar minder in gebieden met een Noordzeeklimaat en nauwelijks op het Iberisch Schiereiland. De grauwe klauwier komt in Oost-Europa het meest voor.
De grauwe klauwier staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'bedreigd'.
De afname van de grauwe klauwier in de vorige eeuw heeft zeker te maken met de aftakeling van het agrarisch buitengebied. Vooral het verdwijnen van talloze heggen en struwelen en de forse afname van veel grote insecten heeft een slechte uitwerking gehad op de soort. Verder speelde het verdwijnen van woeste gronden en verruiging door zure regen - speciaal in de duinen - een rol. Heeft zich door uitgekiend beheer hersteld in natuurgebieden in Oost- en Noordoost-Nederland. Herstel in de duinen blijft nog achter.
Gezien onder meer de enorme achteruitgang van de grauwe klauwier organiseerden Sovon, Vogelbescherming en de Stichting Bargerveen in 2012 Het Jaar van de Klauwieren. Dat leverde veel kennis op die kan bijdragen aan een betere bescherming van deze specialistische soort. Daarnaast heeft Vogelbescherming met een aantal terreinbeherende organisaties maatregelen genomen om het de grauwe klauwier beter naar de zin te maken.
Halfopen, structuurrijke vegetaties met veel grote insecten en kleine ongewervelde dieren zijn belangrijke biotoopvereisten voor de grauwe klauwier. Natuurbeherende organisaties en boeren kunnen zich daarvoor sterk maken. Dat betekent dat beheer vooral op diversiteit moet zijn gericht.
De grauwe klauwier is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grauwe klauwieren beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de grauwe klauwier wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van grauwe klauwieren zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. In sommige provincies kunnen de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.
Verschillende broedgebieden van grauwe klauwieren zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. De belangrijkste daarvan is het Bargerveen. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal