Willow Warbler, Phylloscopus trochilus - Zangers (Sylviidae)
De fitis behoort tot een groep kleine bruingroene zangvogels die in uiterlijk sterk op elkaar lijken. De fitis laat zich binnen deze groep moeilijk onderscheiden van de tjiftjaf. Maar de zang van de fitis is onmiskenbaar: een zacht, melancholiek fluitend, aflopend riedeltje. De fitis broedt op de grond en zoekt zijn voedsel in struwelen.
De fitis is het makkelijkst te herkennen aan zijn melodieuze aflopende zang. Valt verder op door een lichte wenkbrauwstreep en een geelwitte keel en borst. Hij heeft bruinroze poten, in tegenstelling tot de tjiftjaf die donkere pootjes heeft. De fitis heeft ook langere vleugels dan de tjiftjaf.
Zang helder dalend riedeltje van zoete, melancholieke klanken. Meest gebruikte roep lijkt op tjiftjaf maar is lager, langgerekter en meer tweelettergrepig. Lijkt erg op roep van gekraagde roodstaart.
11-12,5 cm
De fitis begint eind april aan het broedseizoen en legt één broedsel per jaar, van 4-8 eieren. Broedduur 12-14 dagen. Nest bevindt zich goed verborgen op de grond. De jongen zitten 12-16 dagen op het nest en worden tot twee weken na uitvliegen gevoerd door voornamelijk het vrouwtje.
De fitis broedt op de grond of laag in de begroeiing, meestal in droge tot vochtige halfopen landschappen met voldoende opslag, van heide tot bos, moeras en agrarisch gebied. Hij verdedigt zijn territorium op agressieve wijze ten opzichte van soortgenoten. Verblijft in droge tot vochtige halfopen landschappen: heide, bos, agrarisch gebied. Hoewel de fitis laag bij de grond broedt, heeft hij struweel nodig om te foerageren.
Vooral insecten, ook hun eieren en larven, en wat plantenmateriaal. Foerageert lager in struweel dan tjiftjaf.
Najaarstrek tussen juli en september naar Afrika, ten zuiden van de Sahel. Steekt via de straat van Gibraltar de Middellandse Zee over. Trekt vooral 's nachts. Hij gaat tussen maart en eind mei weer terug naar het broedgebied. Arriveert een paar weken later in Nederland dan de tjiftjaf.
uiterst talrijke broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in groot aantal
De fitis is een van de algemeenste broedvogels van Nederland. Het merendeel bevindt zich in duinen, heidevelden en hoogveengebieden met opslag en jonge bosaanplant. In open boerenland is de soort schaars. De landelijke aantallen nemen af sinds 1990.
Aantal broedparen | 130.000-220.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 50.000-200.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
De fitis is in heel Nederland te zien en vooral te horen. Ga in het voorjaar luisteren in de duinen of in een park.
De fitis is één van de meest voorkomende vogels in Europa: leefgebied strekt zich uit van West-Europa tot aan Oost-Siberië. Op IJsland komen geen fitissen voor en ten zuiden van de 45 graden Noorderbreedte komt de soort ook niet of nauwelijks voor, zoals in Portugal, Spanje, Italië en de andere zuidelijke landen.
De afname van het aantal fitissen heeft deels te maken met ander bosbeheer - er is minder grootschalige kaalkap die wordt gevolgd door herplant - en ander beheer van natuurgebieden: boompjes worden verwijderd in duinen en heide. Droogte in de West-Afrikaanse overwinteringsgebieden heeft ook effecten op de overleving. Wellicht is er een klimaateffect en trekt de fitis zich terug naar het noorden.
Vogelbescherming streeft er net als BirdLife International naar om algemene soorten ook algemeen te houden. Verder besteedt Vogelbescherming veel aandacht aan wat iedereen kan doen voor vogels die in de tuin en op het erf zitten.
Een tuin met enkele bomen en struiken - bij voorkeur inheemse soorten als meidoorn, deze herbergen de meeste insecten - heeft al snel een grote aantrekkingskracht op fitissen. In de nabijheid van je tuin moeten dan wel goede broedplaatsen zijn, in de vorm van rustige grasbermen, hooiland, weilanden, of vergelijkbare graslanden.
De fitis is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn fitissen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de fitis wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van fitissen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal