Common Chiffchaff, Phylloscopus collybita - Zangers (Sylviidae)
De tjiftjaf is een kleine, onopvallend bruingeelgroen gekleurde vogel. In het voorjaar en de vroege zomer bijna overal horen. De tjiftjaf is (vooral) een bosvogel die houdt van een rijke ondergroei; veel struikgewas en lage bomen. Wordt in uiterlijk vaak verward met de fitis, maar door het herhaald roepen van zijn eigen 'tjif-tjaf' is snel duidelijk welke van de twee het is.
De tjiftjaf is vooral te herkennen aan zijn zang. Hij roept zijn eigen naam. Qua uiterlijk lijkt hij sterk op de fitis, maar bevindt zich vaker in hoger bos. De tjiftjaf heeft donkere poten en kortere vleugels. Hij vliegt rusteloos door de vegetatie en slaat tijdens het voedsel zoeken langzaam met zijn staart. Een fitis doet dit nooit.
Zingt zijn eigen naam. Roep meestal een oplopend "fwiet", ook wel een dubbel "tsju-lie" o.i.d.
11-12 cm
Broedperiode van half april tot eind juni. Heeft twee broedsels per jaar, met 5-6 eieren. Broedduur 13-15 dagen. Het ovenvormige nest met zij-ingang ligt goed verstopt in dichte vegetatie, of vlak boven de grond. Het nest wordt vervaardigd van droge bladeren, gras en mos en van binnen met veertjes bekleed. Jongen zitten 14-16 dagen op het nest en worden nog 10-14 dagen na uitvliegen gevoed.
Broedt op of nabij de grond in bossen en allerlei halfopen landschappen met bomen en struiken, inclusief stedelijk gebied. De tjiftjaf heeft een voorkeur voor oudere loofbossen en gemengde bossen, maar is eigenlijk overal te zien waar bomen en struiken aanwezig zijn. Dus ook in parken en tuinen. Belangrijk is wel dat de bodem bedekt is met dichte vegetatie.
Insecten en hun larven. Dat kunnen muggen, kevers of vliegen zijn. In het najaar doet hij zich ook tegoed aan bessen en zaden, zoals die van de bosbes, vlier, zwarte en gewone berk. Foerageert rusteloos, kan ook insecten vangen in vlucht.
Trekt grotendeels weg van begin augustus tot medio oktober naar het zuiden om in Spanje en Portugal of Noord-Afrika, vooral Marokko, te overwinteren. Trekt vooral 's nachts. In Europa trekt het vrouwtje verder zuidwaarts dan het mannetje. Gaat tussen april en half mei weer terug naar het broedgebied.
uiterst talrijke broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in groot aantal
Een van de meest algemene broedvogels in Nederland. De aantallen nemen al tientallen jaren toe, soms met onverklaarbare dips. In Nederland bevinden zich ook veel tjiftjaffen die op doortrek zijn. Bij zachte winters blijven er ook wel wat tjiftjaffen in Nederland.
Aantal broedparen | 310.000-500.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 1000-2000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 50.000-200.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Voorjaarsbode, je hoort hem in het voorjaar en de vroege zomer overal waar parken en bossen zijn, ook overdag.
De tjiftjaf komt in bijna in heel het gematigde en boreale deel van Eurazië voor, tot aan het oosten van Siberië. Nog verder oostwaarts bevolkt een nauw verwante soort van de tjiftjaf het gebied.
Het gaat goed met de tjiftjaf, al zijn er soms ook jaren met veel minder vogels. Toegenomen verstedelijking en beplanting in Noord- en West-Nederland zijn profijtelijk voor de tjiftjaf.
Vogelbescherming streeft er net als BirdLife International ernaar om algemene soorten ook algemeen te houden. Verder besteedt Vogelbescherming veel aandacht aan wat iedereen kan doen voor vogels die in de tuin en op het erf zitten.
Een natuurlijke tuin met enkele bomen en struiken - bij voorkeur inheemse soorten als meidoorn, deze herbergen de meeste insecten - heeft al snel een grote aantrekkingskracht op de tjiftjaf.
De tjiftjaf is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn tjiftjaffen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de tjiftjaf wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van tjiftjaffen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal