(Northern) Gannet, Morus bassanus - Jan-van-genten (Sulidae)
De jan-van-gent is een grote zeevogel, fors groter nog dan de zilvermeeuw. Hij broedt in kolonies op richels van steile kusten. Om vis te bemachtigen, maakt hij spectaculaire duikvluchten. Behalve in de broedtijd brengt de jan-van-gent zijn leven op volle zee door. Bij ons wel langs de kust waar te nemen, vooral in het najaar.
Slanke zeevogel met lange en smalle, spits toelopende vleugels. Volwassen jan-van-gent overwegend wit met zwarte vleugelpunten, gelige kop en zwart omrand oog. Zwarte poten met zwemvliezen. Eerstejaars jan-van-gent geheel bruin; wordt elk jaar wat witter en bereikt na vierde tot zesde levensjaar het volledige volwassenkleed. Duikt van 10 tot 40 meter hoogte steil in water om vis te vangen.
In kolonies luidruchtig; op zee tamelijk zwijgzaam, maar kan dan ook rauwe geluiden laten horen.
87-100 cm, spanwijdte 165-180 cm
Koloniebroeder. Kolonies variëren van tien broedparen (nieuwe kolonie) tot vele duizenden. Nesten op 60-80 cm van elkaar. Eileg vanaf eind april tot in mei. Nest op richels van klifkusten, bekleed met zeewier, gras, veertjes en wat aarde. Eén ei. Bij verlies wordt een nieuw ei gelegd. Jong vliegt na ongeveer 90 dagen uit. Hetzelfde nest vaak meerdere jaren door dezelfde vogels gebruikt.
Behalve de klifkusten als broedplaats leeft de jan-van-gent op volle zee en vliegt in zekere zin het voedsel achterna, scholen met vis. Zwerft over het gehele continentale plat en komt zelden verder dan 200 km buiten de kustlijn. Vooral onvolwassen vogels zwerven tot voor de West-Afrikaanse kust.
Hoofdzakelijk vis met een lengte van 2,5 tot ruim 30 cm. Scholen vis worden bejaagd tot max. 25 meter diepte. Vis wordt bemachtigd via spectaculaire duikvlucht of zwemmend vanaf het water. Zeker 50 vissoorten bekend als voedsel. Vooral haring, makreel, sprot en zandaal.
Vooral jonge jan-van-genten trekken in het najaar via het Kanaal tot voor de West-Afrikaanse kust. De overige vogels zwerven over de zee en volgen de scholen vis. In de maanden september tot december zijn ze goed langs onze kust te bewonderen (als de wind hard aanlandig is).
doortrekker en wintergast in vrij groot aantal
Als zeevogel te zien langs de Noordzeekust, vooral van begin september tot half november. Deels trekbewegingen, soms achter vissersschepen. Grootste aantallen met harde aanlandige wind. Talrijker in jaren met rijk voedselaanbod (vooral jonge haring).
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
De jan-van-gent laat zich langs de kust zien, vooral als er scholen vis zijn. Het talrijkst in het najaar, bij aanlandige wind.
In Europa broedt de jan-van-gent vooral bij Schotland en IJsland. Daarnaast kolonies op de Kanaaleilanden, voor de Franse kust en in Noorwegen. Groot-Brittannië herbergt zo’n 70% van de Europese broedpopuIatie. Verreweg de grootste kolonies van soms meer dan tienduizend vogels bevinden zich op de rotskusten van St. Kilda, een archipel aan de westzijde van de Schotse Hebriden.
Ik ook van jou - door Sacha Bijkerk
Kustvogels als de jan-van-gent zijn afhankelijk van een gezonde zee en uitermate kwetsbaar voor olievervuiling. Daarnaast kan overbevissing de soort parten spelen, mogelijk ook klimaatverandering die weer van invloed is op voorkomen en bewegingspatronen van visscholen. Plastic afval in zee, zoals stukken visnet, worden door jan-van-genten aangezien als nestmateriaal (wieren). Verstrikking daarin heeft fatale gevolgen.
Vogelbescherming zet zich in voor de aanwijzing van beschermde gebieden op de Noordzee voor zeevogels als de jan-van-gent. Een belangrijk resultaat daarvan is de aanwijzing van de Bruine Bank als Natura 2000-gebied in 2021. Daarnaast zet Vogelbescherming zich op nationaal en internationaal niveau in voor generieke bescherming van zeevogels, onder andere bij de aanleg van windparken op zee en visserij.
Overheden moeten goede controles uitvoeren op olievervuiling. Internationale wetten en regels (en de handhaving daarvan) zouden moeten voorkomen dat de zeeën worden leeggevist. Zover is het helaas nog lang niet. Duurzame visserij is daarnaast ook een grote verantwoordelijkheid van de sector zelf. Grote windmolenparken kunnen nadelig zijn voor deze soort en moeten dus goed worden gemonitord.
De jan-van-gent is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn jan-van-genten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de jan-van-gent wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er is slechts één natuurgebied voor jan-van-genten als belangrijk foerageergebied aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat om de Bruine Bank. Voor dit gebied gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. Het betreffende gebied is te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal