Door
Marc Guyt
Fotograaf
Geplaatst op 3 februari 2022
Het leek een goed idee. Bootje varen. Op zee voor de kust van Peru, op zoek naar de ‘echte’ zeevogels. Hoe moeilijk kon het zijn? Met twee Katwijkse vogelvrienden was ik in de zomer van 1999 in Peru. Naast de Andes en de Amazone mocht een bezoek aan de zeevogelkolonie op de Ballestas-eilanden niet ontbreken. Vanuit het vissersplaatsje Paracas gaan in de ochtend speedboten met toeristen naar kleine rotseilanden voor de kust. De ochtend omdat het normaal gesproken dan windstil is, in de loop van de dag gaat het harder waaien en is het bezoek niet meer ‘toeristen-proof’.
De 2,5 uur durende excursie, waarbij je na 45 minuten varen enkele rondjes om de eilanden vaart, biedt een spectaculaire ervaring: 100.000’en zeevogels zijn fantastisch te bewonderen vanaf de boot. De eilanden zijn letterlijk volgepakt met in groten getale broedende zeevogels als Inca stern, Humboldtgent, Humboldtaalscholver en Humboldtpelikaan, maar herbergt ook een kleine populatie van Humboldtpinguïns.
Het lijkt tegenwoordig onwerkelijk, maar er was ooit een tijd zonder internet en mobiele telefoons. Nu kan je overal in de wereld, zelfs op de meest afgelegen gebieden, alle informatie over welk vogelgebied of welke vogelsoort dan ook vinden. ‘Vroeger’ staarde je je blind op reiservaringen van vogelaars die je al voor waren geweest en die van hun reis een verslag hadden gemaakt. Die verslagen kon je kopen via een tussenpersoon.
Voorbereidingen van vogelreizen begonnen in die tijd dan ook met het bestellen van een stapel reisverslagen bij de ‘Dutch Birding Travel Report Service’, opgericht door Dirk de Moes en in 1994 overgenomen door Ib Huysman. Op basis hiervan maakte je dan je eigen planning, soms met militaire precisie. Elke dag en elk uur werd geoptimaliseerd om maar zoveel mogelijk gebieden en vogels te zien.
In een van deze vogelverslagen over Peru stond een klein zinnetje, dat onze hartjes sneller deed kloppen: “Na ons bezoek aan de eilanden, voeren we verder de zee op voor de echte zeevogels.” Dat betekende niet alleen een kans op het zien van Zuid-Amerikaanse (pijl)stormvogels, in theorie ook albatrossen!
Na de fantastische eilanden-excursie vroegen we ons op het strand af hoe we verder de zee op zouden komen. Niemand van ons drieën sprak ook maar enig Spaans, maar nood breekt wet. Gewapend met een vogelboek stapten we op een aantal speedboot-bestuurders af. Met handen en voeten legden we uit dat we albatrossen wilden zien.
Wat we uiteindelijk begrepen, was dat er op enkele uren varen uit de kust grote vissersboten actief waren en dat daar werden de albatrossen gezien. Een speedboot-bestuurder was bereid om ons daar de volgende ochtend heen te varen en na lang onderhandelen, kwamen we uit op een prijs van USD 120. In die tijd voor ons geen onbetekenend bedrag, maar we betaalden het graag om een kans te maken op een albatros, welke soort dan ook!
De reden dat er zo veel zeevogels voor de kust van Peru zitten is de Humboldtstroom. Dat is een zeestroming die koud, voedselrijk zeewater vanuit het Antarctische zuiden langs de Pacifische kust naar het noorden stuwt. Zo ontstaat een voedselbank voor vele miljoenen zeevogels en al andere het zeeleven.
El Niño gooit soms roet in het eten. Dit natuurverschijnsel zorgt ervoor dat rond de evenaar in de Grote Oceaan in de loop van sommige jaren koel zeewater wordt opgewarmd. Niet alleen beïnvloedt El Niño het weer op de gehele aarde, ook leidt het tot soms catastrofale voedselschaarste voor vogels langs de Pacifische kust van Zuid-Amerika.
Door de opwarming van de aarde komt El Niño tegenwoordig vaker voor en is de gemiddelde duur ook substantieel toegenomen. In sommige jaren sterven er daarom miljoenen zeevogels door het ontstane voedselgebrek.
In 2015 vond mijn enige echte, professioneel georganiseerde, pelagisch boottocht in Peru plaats. Dat was tijdens het begin van zo’n El Niño-jaar. Op zee en langs de kust leek er niets mis, de hoeveelheid zeevogels was nog steeds sensationeel hoog met onder andere vele sierlijke stormvogeltjes, diverse prachtige gekraagde stormvogeltjes en we zagen zelfs een paar ernstig bedreigde Galapagosalbatrossen.
Het was tijdens een wandeling op het strand dat we echt zagen wat er aan de hand was: om de haverklap lag er een dode gent of aalscholversoort, alle ernstig vermagerd.
En tijdens die eerste boottocht met mijn Katwijkse vrienden? Bij aankomst op het strand van Paracas bleek het te waaien. In de baai had het rimpelloze water van de ochtend ervoor plaats gemaakt voor een ruwe vlakke zee met witte kopjes. In de baai viel dat vol gas nog mee, maar uit de luwte van het schiereiland begon de deining snel op te lopen. Behendig ging de speedboot-bestuurder schuin over de golven vol gas door. Steeds kwamen we los van de top van de golf en ploften dan met een harde knal in het golfdal op het water.
Achter ons verdween het schiereiland langzaam in de mist, de golven werden hoger en hoger en wij werden stiller en stiller. Elke keer dat we met de speedboot boven de top van de golf uitkwamen, zagen we overal om ons heen 1.000’en pijlstormvogels. We konden geen soorten onderscheiden, want we moesten ons vastklampen om niet onderuit te gaan, of erger, overboord te slaan. De reddingsvesten die we uiteindelijk om deden, boden ook niet veel hoop – ze waren geschikt voor kinderen tot 12 jaar… Maar de hoeveelheid zeevogels die we zagen en de hoop op een albatros maakten ons nog vastberaden.
De golven verder uit de kust werden intussen steeds hoger, huizenhoog zelfs. In een golfdal keek je aan beide kanten tegen een drie verdiepingen hoge muur van water aan. Nog steeds gingen we er vol gas overheen. Niemand dacht tegen die tijd meer aan de albatrossen.
De ban werd gebroken toen de bestuurder plotsklaps langzamer ging varen en onzeker leek waar hij veilig een golf over moest gaan. Ons voorstel om de reis te staken en naar de Ballestas-eilanden terug te gaan, werd met enthousiasme ontvangen. Hij wilde zo snel mogelijk naar veilig water en wist een eiland dichterbij. Daar aangekomen gingen we voor anker in een prachtige baai met een grote zeeleeuwen-kolonie. Niemand zei iets, alle vier lagen we lange tijd uitgeput naar de lucht te staren. We hadden het overleefd.
Nooit meer dan tijdens deze boottocht was ik dichter bij een fatale afloop door mijn wens om een bepaalde vogel te zien. En dat in een rijtje met een gijzeling door inwoners van het dorp Boca Manu (Peru), onder schot te zijn gehouden door soldaten, meermaals op vogelplekken te zijn geweest met gewapende overvallen, aan de rand van een 2000 meter diepe kloof te zijn uitgegleden én te zijn aangevallen door een humeurige tijgerin in India. Alhoewel, dat laatste heeft ook diepe indruk achtergelaten…
[Volgende maand gaat het blog van Marc Guyt over de mooiste reiger van de wereld.]
Help ons met mooi beeldmateriaal het enthousiasme voor vogels te vergroten. Wij maken een selectie en we zetten de mooiste foto's online. Uit deze foto's kiezen we elke maand de allermooiste.
Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.