Greylag Goose, Anser anser - Eenden (Anatidae)
Het is nauwelijks voorstelbaar dat de grauwe gans nog geen veertig jaar geleden een zeer zeldzame broedvogel was, die ooit zelfs werd uitgezet om te voorkomen dat de soort uit Nederland zou verdwijnen. De Oostvaardersplassen in Flevoland vormden de uitvalsbasis voor zijn opmerkelijke herstel. Net als veel andere ganzen zijn grauwe ganzen heel sociale vogels en vormen ze paartjes voor het leven.
Stevige bruingrijze gans, de grootste van alle bruingrijze ganzensoorten. Hals en kop iets lichter dan het lichaam. Ook de ondervleugels vormen een goed kenmerk. Deze zijn tweekleurig: donker met een lichtgrijze voorkant.
Bij ganzen zijn de kleur van poten en snavel belangrijk: bij de grauwe gans zijn snavel en poten oranjeroze. De snavel is stevig en wordt wel eens vergeleken met een winterpeen.
Luid en nasaal, het typische ganzengeluid. Lijkt op dat van boerengans.
76-89 cm, spanwijdte 147–180 cm
Grauwe ganzen leggen eieren van eind februari tot in mei, met een piek in maart. Grauwe ganzen hebben één broedsel per jaar, bestaande uit meestal 4-9 eieren. Ze broeden 27-29 dagen. De jongen zijn met 45-60 dagen vliegvlug en zijn nestvlieders. Hun familieverband blijft tot in winter intact. Ze broeden graag in de nabijheid van soortgenoten in een losse kolonie. Roofdieren worden dan sneller opgemerkt en weggejaagd.
Grauwe ganzen leven in allerlei gebieden, maar altijd in de nabijheid van water en open gebieden. In Nederland broeden ze in moerasgebieden (in de Oostvaardersplassen spelen ganzen als grazende diersoort een hoofdrol) tot op verkeersknooppunten. De vogels overwinteren vooral op boerenland, meren, uiterwaarden en grote natte natuurgebieden.
Een vegetarisch menu van gras, plantenwortels, zaden en jonge scheuten (van onder meer riet). In de winter ook op akkers aangevuld met oogstresten van mais, aardappelen en granen.
Van origine is de grauwe gans een trekkende vogelsoort. Nederland is vanouds een belangrijk overwinteringsgebied. De laatste decennia is er veel veranderd in het trekgedrag. Er zijn populaties die nauwelijks nog trekken (onder meer in Schotland). In de jaren 1980 overwinterde nog zo'n 80% van de Europese grauwe ganzen in Spanje, inmiddels is Nederland het belangrijkste overwinteringsgebied. Vanaf februari verlaten de overwinterende vogels Nederland en keren terug naar de Scandinavische broedgebieden. Een steeds groter deel van de grauwe ganzen in Nederland trekt niet of nauwelijks en is jaarrond bij ons. Deze ganzen worden 'overzomerende' ganzen genoemd.
zeer talrijke broedvogel | gedeeltelijk wegtrekkend | doortrekker en wintergast in zeer groot aantal
Na de Tweede Wereldoorlog was de grauwe gans een zeer zeldzame broedvogel in Nederland. Met het ontstaan van de Oostvaardersplassen vond de gans een plek waar ze zich ongestoord kon vestigen; het was het begin van de spectaculaire comeback. Tegelijkertijd maakte kunstmest het boerengrasland tot steeds beter voedsel (voor koeien, maar ook voor ganzen). Met de 'vermesting' van het landschap ging het sein voor de grauwe gans op groen.
Aantal broedparen | 100.000-165.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 550.000-670.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 550.000-660.000, nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Een bezoek aan de Oostvaardersplassen - de kraamkamer van de grauwe gans - is om tal van redenen interessant. Let er eens op hoe de grauwe ganzen er het landschap openhouden. Zij grazen de jonge scheuten van riet en houden het gras kort. Op die manier zijn de ganzen bepalend voor het landschap van het natuurgebied. Andere vogelsoorten profiteren hier weer van.
Een algemene soort in heel West-Europa. De grauwe gans broedt in het grootste deel van West-Europa en tot diep in Siberië.
De toename van het aantal ganzen in Nederland zorgt voor een ingewikkelde maatschappelijke discussie. Boeren zijn niet blij met de ganzen: om goedkoop zuivel te produceren lijkt elke grasspriet te tellen. Van belang is te zien dat de ganzen reageren op het landschap dat hun wordt aangeboden: extreem voedselrijk grasland, het resultaat van een bijzonder intensieve landbouw. Hoewel schade gecompenseerd kan worden, worden ganzen helaas veel verstoord en gedood, terwijl overwinterende ganzen rust en energie nodig hebben. Verstoringen kosten de vogels veel energie.
Vogelbescherming pleit voor meer natuurinclusieve landbouw en rustgebieden voor ganzen. Bovendien maakt Vogelbescherming regelmatig bezwaar bij overheden tegen onjuiste / onzorgvuldig afgegeven vergunningen voor afschot. Daarnaast bepleit Vogelbescherming maatregelen rondom vliegvelden waardoor ganzen niet massaal te hoeven worden gedood om vogelaanvaringen te voorkomen. Via een netwerk van vrijwillige WetlandWachten houdt Vogelbescherming overal in Nederland de kwaliteit van leefgebieden in de gaten. Internationaal werkt Vogelbescherming als Partner van BirdLife International aan het beschermen van het hele leefgebied van trekvogels: van broedgebied tot overwinteringsgebied.
De grauwe gans is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grauwe ganzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de grauwe gans wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De grauwe gans is door een aantal provincies aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante omgevingsverordening is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
Verschillende natuurgebieden die door grauwe ganzen worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om Abtskolk & De Putten, Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske en de Oostelijke Vechtplassen. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal