Common Kestrel, Falco tinnunculus - Valken (Falconidae)
Rode lijst
De torenvalk is vooral bekend door het bidden, dat je vaak langs de weg ziet. Was lange tijd de talrijkste roofvogel, maar dat is nu de buizerd. Toch is het nog steeds een kenmerkende vogel van het open land in Nederland. Een uitgesproken veldmuisjager, die graag in nestkasten broedt in open land. Als er weinig muizen zijn, pakt hij ook wel jonge weidevogels of mussen. Pakt uitsluitend prooien van de grond.
Kleine valk met lange staart. Kenmerkende roodbruine rug in alle kleden. Man met grijze kop en grijze staart met zwarte eindband, vrouw met geheel roodbruine bovenzijde, inclusief sterk gebandeerde staart. Ondiepe, rustige vlucht, bidt veel. In silhouet is de lange staart kenmerkend, de vleugelpunten zijn minder spits dan bij andere valken. In zit steekt de staart ver voorbij de vleugelpunten. Korte tenen.
Vooral bij het nest en tijdens de balts vocaal, verder tamelijk zwijgzaam. Meest gehoord is "kie-kie-kie-kie-kie-kie…".
31-37 cm, spanwijdte 68-78 cm
Territoriaal, maar kan soms in kolonies broeden (vroeger ook in Nederland). Bouwt zelf geen nest. Broedt in oud kraaiennest, in Nederland tegenwoordig vooral in speciale open of halfopen torenvalkkasten met turf erin. Ook in nissen in gebouwen en in het buitenland op rotsrichels en in rotsspleten. Eén legsel, zeer zelden twee; meestal 4-6 eieren. Broedtijd april-juli. Broedduur 27-31 dagen, begint na leg laatste of voorlaatste ei. Vrouwtje broedt vrijwel alleen; heel af en toe komt het mannetje op de eieren zitten. Jongen vliegvlug na 27-35 dagen, worden vaak nog wekenlang gevoerd.
Open en halfopen land met veel woelmuizen. Broedt in nestkasten, solitaire bomen en aan de rand van bos en bosjes. Zelden ook op de grond.
Boerenland met veel (kort) grasland, heide, hoogvenen, open duin en duinvalleien, akkers, soms ook in de stad.
Gespecialiseerd op kleine zoogdieren, vooral woelmuizen (zoals veldmuis, aardmuis, noordse woelmuis). Ook wel zangvogels van open land, kuikens van weidevogels, grote insecten (kevers, sprinkhanen e.d.), vooral als er geen muizen zijn. Jaagt in lage, rustige vlucht, tijdens bidden en vanaf een zitpost. Pakt prooi van de grond na een stootduik, is niet snel genoeg om vogels in de lucht te slaan.
Noordelijke broedgebieden worden in de herfst verlaten, vooral in september en oktober, jonge vogels al vanaf augustus. Trekken ook naar Nederland. Onze broedvogels zijn grotendeels standvogel. Voorjaarstrek in maart en april, niet opvallend. Geen grote concentraties langs de kust. Trekt overdag, liefst met wind in de rug.
vrij schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in vrij klein aantal
Neemt als broedvogel en als overwinteraar vanaf 1990 gestaag in aantal af, een afname die de laatste jaren zelfs is versneld.
Aantal broedparen | 3800-7700 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 10.000-20.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 2000-10.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In principe overal in open en halfopen land te vinden, zowel in boerenland als natuurgebieden, vooral als er veel muizen zijn. Vaak bij dijken en brede wegbermen, ook langs snelwegen.
Broedt in vrijwel geheel Europa, maar niet op IJsland.
Even lekker snacken. - door Angel in 't Veld
Het gaat niet goed met de torenvalk in Nederland, daarom is de soort in 2017 op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels terechtgekomen. De afname van de laatste decennia wordt geweten aan de intensivering van het agrarisch gebruik van graslanden, waardoor er over het algemeen veel minder veldmuizen in voorkomen. In bijzondere gevallen is er nog sprake van een muizenplaag en een tijdelijke opleving van de stand (zoals in 2014).
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download hier het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming Nederland pleit voor een agrarisch gebruik van het platteland met groter respect voor de biodiversiteit, zoals via de campagne Red de Boerenlandvogels, maar ook door bijvoorbeeld de aanleg van zogenaamde Vogelakkers.
Het plaatsen van nestkasten helpt de torenvalk, net als het vergroten van het voedselaanbod (muizen) door extensief beheerd grasland of bouwland.
De torenvalk is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn torenvalken beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de torenvalk wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van torenvalken zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. In sommige provincies zijn nesten van torenvalken wel het gehele jaar beschermd, omdat zij elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en daarin zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop zijn. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd in deze provincies.
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal