Yellow-legged Gull, Larus michahellis - Meeuwen (Laridae)
De geelpootmeeuw is van oorsprong de Zuid-Europese tegenhanger van de zilvermeeuw. Door meer kennis en door toename van de soort worden er steeds vaker geelpootmeeuwen in ons land waargenomen. Hij wordt relatief veel gezien in het binnenland, langs de grote rivieren. Herkenning is vaak ingewikkeld, voor elke leeftijd zijn weer andere kenmerken.
Bij het herkennen van grotere meeuwen is het bepalen van leeftijd erg belangrijk: er zijn vier leeftijdscategorieën, verdeeld in 'kalenderjaren' van januari tot december. Kijk voor de volledige determinatie bij 'Meer weten'. In het algemeen hebben ze een dikke snavel met een flinke gonys - de hoek in de ondersnavel vlakbij de punt van een snavel. Ze zijn ook langgerekter dan een zilvermeeuw. Een jonge geelpootmeeuw heeft een grotendeels witte kop met 'oogschaduw' en in vlucht een brede zwarte staartband en witte staart en een donkere 'binnenhand'. Volwassen vogels zijn een tint donkerder grijs dan zilvermeeuwen en hebben donkergele poten.
Roep tamelijk diep en nasaal, lijkt meer op kleine mantelmeeuw dan op zilvermeeuw, maar de verschillen zijn klein.
52-58 cm, spanwijdte 120-140 cm
Broedt net als zilvermeeuw in kolonies, van april tot juni - begin juli. Meestal 2-3 eieren. Broedduur 26-30 dagen. Nest vaak in de buurt van of onder bosjes. Nestelt ook wel op daken. Beide oudervogels broeden de eieren uit, maar vooral het vrouwtje. De jongen kunnen zwemmen na 10 dagen en vliegen na 6-7 weken.
Komt met name van juli - oktober voor, voornamelijk langs meren, kusten en rivieren. Ook op kades en in havens te vinden waar altijd wel wat te eten is.
Is een alleseter, maar eet vooral vis. Voor de jongen worden regelmatig eieren en jonge vogels geroofd van andere nesten. Zeer veelzijdig in zijn manieren van voedsel zoeken.
Gedeeltelijk trekvogel. Vanaf de broedgebieden rond de Middellandse Zee trekken geelpootmeeuwen naar de kuststroken van West-Europa (steeds vaker ook naar Nederland) maar vooral van Zuid-Europa, Turkije en de Noord-Afrikaanse kust. Zoals andere grote meeuwen zijn het sterke vliegers en kunnen ze ook overdag op lage hoogte grote afstanden afleggen.
uiterst schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in zeer klein aantal
De aantallen geelpootmeeuwen nemen tegenwoordig jaarlijks toe in ons land; ze worden daarnaast steeds meer herkend. Het eerste zuivere broedgeval van de geelpootmeeuw vond in 2011 plaats, vanaf 1985 zijn er mengparen waargenomen met zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | aantal onbekend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Vanaf de zomer kun je geelpootmeeuwen zien langs de grote rivieren. Kijk naar de meeuwen op strekdammen en bakens. Ook vaak te vinden tussen zilvermeeuwen op vuilnisbelten en in havens.
Broedt voornamelijk rond de Middellandse Zee en langs de Zwarte Zee.
Op Europees niveau geldt de soort niet als bedreigd vanwege het grote verspreidingsgebied en de stabiele grote populatie. De Europese populatie heeft wel te lijden gehad van olievervuiling, langelijnvisserij, vervolging, plezierjacht (Oekraïne), verstoring door recreatie en vanwege natuurbeheermaatregelen (de geelpootmeeuw predeert op zeldzame soorten, zoals het bont stormvogeltje).
De geelpootmeeuw is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn geelpootmeeuwen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de geelpootmeeuw wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal