Geplaatst op 28 augustus 2024
De schatting van het aantal broedende scholeksters in de stad is gebaseerd op tellingen door vrijwilligers in het ‘Jaar van de Scholekster’ in 2023. De laatste telling was tijdens het vorige Jaar van de Scholekster, in 2009. Toen broedden er nog 87.000 tot 100.000 broedparen in ons land, waarvan zo’n 3.500 tot 4.000 broedparen in stedelijk gebied. Inmiddels is het aantal stadse broedparen gestegen naar 6.000 tot 8.000. De landelijke populatie scholeksters is flink afgenomen en telt 30.000 tot 37.000 broedparen.
Omdat zowel in 2023 als in 2009 scholeksters alleen in stedelijk gebied voldoende jongen grootbrachten om de populatie in stand te kunnen houden, was de verwachting dat de stedelijke populatie verder zou toenemen. In tegenstelling tot de populaties in andere leefgebieden. In het boerenland en op kwelders en dijken langs de kust brengen scholekster al jaren veel te weinig jongen groot voor het in stand houden van de populatie. Een grote verscheidenheid aan bedreigingen speelt de vogels daar parten, zoals verstoring, overstroming van nesten, toegenomen predatie en intensieve landbouw.
Als deze trend zich blijft doorzetten, is te verwachten dat het aandeel broedende scholeksters in stedelijk gebied in relatieve en absolute zin nog verder zal toenemen. Op termijn zou de scholekster daarmee steeds meer een stadsvogel worden die in stedelijk gebied een gezonde populatie kan handhaven, maar toch qua aantal een fractie is van het aantal scholeksters dat ooit in Nederland heeft gebroed. De scholekster is tenslotte vooral een weide- en kustvogel.
Voor Vogelbescherming is de bescherming van scholeksters een belangrijk punt door de sterk teruglopende aantallen. Merel Roks, beleidsmedewerker bij Team Stad van Vogelbescherming: “Ook in de stad zijn er bedreigingen voor de scholekster; er gaan veel jongen dood omdat ze over de dakrand, of in regenpijpen vallen. Ook kunnen ze vaak niet schuilen voor vliegende predatoren, extreme hitte of noodweer”. Daarom is Vogelbescherming een experiment gestart met het aanbieden van speciaal voor scholeksters ontwikkelde broed- en schuilgelegenheden op daken. Merel Roks: “We gaan door met de monitoring op onze zestien proeflocaties. Daarna wordt een besluit genomen over het vervolg. Stoppen omdat het idee niet kansrijk is gebleken, of doorontwikkelen om beter aan de behoeften van de scholekster te voldoen.”
Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming organiseerden in 2023 het Jaar van de Scholekster om aandacht te vragen voor de sterke achteruitgang van de soort en om onderzoek te doen. Scholeksters in het stedelijk gebied werden geteld, daarnaast is de effectiviteit van speciale broedplatforms in het boerenland onderzocht, als ook de overleving van scholeksterkuikens in verschillende leefgebieden. Op broedplatforms lijkt het nestsucces hoger te zijn dan bij natuurlijke nesten, wat de kansen voor een paar scholeksters vergroot om jongen groot te brengen. Het onderzoek is echter uitgevoerd bij een klein aantal broedplatforms, waardoor niet zeker is of ze wel echt goed helpen. Om dat te weten zal het nestsucces van de broedplatforms nog enkele jaren worden gemonitord.
Download en lees hier het Sovon-rapport Resultaten van het Jaar van de Scholekster
Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomerhitte, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis. Kijk voor inspiratie en oplossingen op
Het vrolijke getjilp van de huismus of het melodieuze gezang van de merel. Stadse vogelgeluiden die allang niet meer in elke stad gewoon zijn. De vogels in de stad hebben onze hulp nodig. Onze inzet: genoeg ruimte voor onze stadsvogels om te broeden, verblijven en voedsel te vinden en natuurinclusief bouwen als norm.