Geplaatst op 20 december 2016
Een kleine felle donder met vlammende oranjerode borst. Dat is de roodborst. Hij komt graag in de buurt van mensen, juist nu de temperaturen dalen is hij een vaak én graag geziene gast in onze tuinen. Bij de laatste Tuinvogeltelling (januari 2016) werd de roodborst in 7 van de 10 tuinen gezien. Roodborsten voelen zich behalve in bossen en natuurgebieden ook echt thuis in de bebouwde kom.
Uit onderzoek van de universiteit van Southampton blijkt nu dat de zang en het gedrag van de roodborst wordt beïnvloed door licht en geluid. Het onderzoek vond plaats in een stadspark, waarbij werd gekeken hoe het gedrag van de roodborsten veranderde door nachtelijke verlichting (lantarenpalen) en lawaai van de weg door het park.
Roodborsten, en vooral de mannetjes, starten relatief vroeg in de ochtend met het afbakenen van hun territorium. Daardoor zijn ze waarschijnlijk gevoeliger voor de nachtelijke verlichting dan andere vogels, stellen de onderzoekers.
Mannelijke roodborsten zijn bovendien agressief en zeer vocaal in het verdedigen van hun territorium, zeker als het territorium van goede kwaliteit is. Ook laten de heren erg nadrukkelijk van zich horen om indruk te maken bij de dames als potentiële partners. Al deze factoren maakten van de roodborst het ideale onderzoeksobject voor de onderzoekers die wilden weten in hoeverre vogels last hebben van straatverlichting en lawaai in de stad.
Voor het onderzoek gebruikten de wetenschappers een ‘robot-roodborst’, een nep-vogel die de zang van de roodborst in verschillende territoria in het park nabootst. Vervolgens werd geregistreerd hoe agressief de roodborsten in het park reageerden, qua zang en gedrag. De roodborsten die dichter bij verlichte paden en drukke wegen woonden waren duidelijk minder agressief en zongen minder fanatiek.
De onderzoekers concluderen dat kunstmatige verlichting en meer lawaai overdag resulteren in een territorium van slechtere kwaliteit. Daarmee blijken omgevingsfactoren voor vogels en andere dieren in stedelijk gebied net zo belangrijk als aangeboren eigenschappen.
Verder onderzoek is nodig en gaat er ook komen. Want komt het gedrag van de roodborsten voort uit de slechte kwaliteit van hun leefgebied of reageren de vogels gestrest op het licht en geluid? Hoe meer duidelijk is, hoe beter er in de toekomst rekening gehouden kan worden met de inrichting van parken in de stad. Zodat onze natuur in de steden niet alleen voor ons een prettige plek is om te vertoeven, maar ook voor vogels en andere wilde dieren.