Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 1 januari 2025
Als het ijs is weggesmolten en de donkerste momenten zijn verstreken, dan zomaar ineens, totaal onverwacht, schijnt op een dag in januari de zon. En in die zon voel je ontroerende warmte op je lijf. Je bent niet de enige. Pak deze dag, mis hem niet. Ga naar buiten en wandel, luister en kijk om je heen. Wat je ervaart is de pracht en de kracht van januari: de natuur die nog ploetert, maar ontwaakt. De oerkracht van het doorgaan, in alles wat leeft, ook in jezelf. We zijn er nog, er is nog zoveel wel.
Hoe beschrijf je nou de roffel van de grote bonte? Zoiets, flink hard, luister maar: trrr, trrrrrr, trrrrr! Je hoort het óveral. Ze broeden nog niet, maar roffelen als gekken om alvast hun territorium veilig te stellen. Een toonbeeld van hoop in bange dagen: ze zijn flexibel, passen zich aan en durven in ons dichtbevolkte land vlakbij mensen te leven.
Niet alleen glimmend, diep bronsgroen is zijn verenkleed, maar de wangen, kruin en nek zijn zilverwit. En zijn snavel aan de basis bij de keel is geel. Nu is de aalscholver het állermooist. En wat zitten ze trots op een kale tak in hun boom, bij hun gracht te drogen. Ze vissen om beurten voor de jongen die al hongerig op het nest wachten.
Plat op hun buik komen ze dreigend op je af, als je met hond of kind te dicht in de buurt van het stukje water van de familie meerkoet komt. Ze zijn nu al ontzettend territoriaal, als de temperatuur en de hoeveelheid eten het toelaat. In februari starten ze echt met broeden, op enorme bergen stengels, bladeren en hout. In de stad vaak aangevuld met frietbakjes en rietjes.
Langs bosranden, parken, boomgaarden of (klompen)paden hoor je de groene specht lachen in januari: kluuuw, kluw, kluw, klu, klu! Het is zijn baltsroep. Hij is er weer klaar voor. Laat dat vrouwtje maar komen, die eieren, die duizenden mieren(eitjes) die hij aan zijn tong moet plakken voor zichzelf en zijn gezin.
Wat klappen die vleugels toch hard als houtduiven plotsklaps opvliegen! Niet voor niets, het is een alarmsignaal voor soortgenoten. De vleugels klappen alweer als de mannetjes op elkaar in meppen, omdat ze hun zinnen hebben gezet op hetzelfde vrouwtje. Want paren en broeden doen ze eigenlijk het hele jaar door, dankzij hun kropmelk. Hier lees je hoe dat zit.
Kijk niet alleen omhoog, maar ook naar beneden. De blauwe druif steekt moedig zijn blad omhoog, om prille zon te vangen en de energie vast te leggen in zijn bol. Sneeuwklokje en winterakoniet durven al voorzichtig te bloeien. En de boerenkrokus? Meestal wacht ie tot februari, maar heel soms heb je geluk. Wil je ook wat voorjaarsgeluk in je tuin?
Op zo’n zonnige dag krijgen ook pimpelmeesjes even de lente in hun bol en dartelen door de bomen. Ze zingen zo hoog en dun, het is soms nauwelijks hoorbaar. Een helder liedje, in vrolijk geel met blauw, door zwiepende twijgjes.
Als de winterzon schijnt, kan het tussen je raamkozijn zo aangenaam worden, dat zelfs koudbloedige lieveheersbeestjes wakker worden uit hun winterslaap en hun stramme pootjes strekken. Dan loopt daar zomaar een (tijdelijk) ontwaakt lieveheersbeestje over je vensterbank of in een potplantje te rommelen.
Voel je de hoop nog niet? Blijft het hoofd een beetje mistig, de bomen kaal en de lucht grauw? Dat voelen zij ook, de vogels, de andere dieren en de planten. Want na die eerste zonnige dag, ploeteren ook zij zich weer door regen en nachtvorst, door mateloos weinig insecten, vermoeidheid, angst en door de druk van alles wat desondanks moet (een partner, een territorium, knallende kleuren).
Ga dan ook eens op een verregende dag naar buiten en kijk het monster in de bek. Spreek een groepje natte eenden en jezelf een beetje moed in. ‘We gaan maar gewoon door, dag voor dag, zo is het leven. We weten niet wat de morgen brengt, maar we gaan hem samen tegemoet en wat er ook gebeurt, straks zijn de dagen in elk geval weer een beetje lichter.’
Vogels zijn er altijd en bijna overal. Ze bezorgen ons plezier en blijven ons verwonderen. Toch is de aanwezigheid van vogels niet vanzelfsprekend. Veel vogels hebben het moeilijk of dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Help ook mee.
De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon informatie krijgen om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen.