Door
Gert Ottens
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 14 september 2023
Zowel de ransuil als de velduil zijn broedvogels in Nederland. Bij de velduil gaat het om slechts 5-15 broedparen; het is een zeer zeldzame en bedreigde broedvogel. Maar in goede muizenjaren kan dit aantal flink oplopen. Ook de ransuil is een Rode Lijstsoort, maar met 2000-3000 broedparen aanzienlijk minder zeldzaam.
Tijdens de najaarstrek en in de winter nemen de aantallen van beide soorten toe, tot een veelvoud van de broedpopulaties. Deze uilen zijn afkomstig uit Noord- of Oost-Europa. De kans om in die periode rans- of velduilen tegen te komen, is dus niet ondenkbeeldig. Velduilen zijn dan vooral te vinden in open landschappen, zoals polders, kwelders en heide- en hoogveengebieden. Ransuilen zijn het beste te zien op gezamenlijke slaapplekken, roestplaatsen genoemd. Die bevinden zich vaak in bebouwd gebied, tot in tuinen aan toe. Probeer deze vogels hier zoveel mogelijk met rust te laten als iemand ze heeft ontdekt!
Wanneer ransuilen ontspannen zijn, valt het niet op, maar bijvoorbeeld bij onraad komen er twee ‘oorpluimen’ tevoorschijn bovenop de kop. Een verwarrende naam, want het zijn geen oren, maar veren waarmee ze communiceren. Velduilen hebben ook pluimpjes, maar die zijn korter. Ook de kleur ogen van beide soorten verschilt: roodoranje bij de ransuil, geel bij de velduil. Bij die laatste zijn de ogen ook nog omzoomd door zwarte vlekken, als oogschaduw.
De kans dat je ransuilen bij daglicht ziet vliegen is bijzonder klein. Dat doen ze toch echt ’s nachts. Maar velduilen zijn dus ook wel overdag actief. Dus is het toch zinnig om te weten hoe ze te herkennen als ze vliegen. Velduilen hebben duidelijke zwarte punten aan hun ondervleugels. Alsof de vleugelpunt in inkt is gedoopt. Bij ransuilen zijn deze veren aan de punt fijn gebandeerd, maar dat valt minder op. Ook heeft de velduil een meer geelbruine kleur als basis, en komt de ransuil meer warmbruin over.
Omdat de meeste uilen zich vaak niet goed laten zien zijn ook de geluiden belangrijk om te kennen. En het is (natuurlijk) vooral ’s nachts dat ze zich laten horen. En het is vooral de ransuil die je zúlt horen. Het gaat daarbij meestal om de ‘zang’ die zowel mannetjes als vrouwtjes uiten, soms in duet: een diep ‘Ooh’. Wanneer de jongen het nest hebben verlaten worden ze nog een tijd gevoerd door de ouders. Ze bedelen dan met een ijl en hoog, langgerekt piepend ‘pieee-eh’ dat voortdurende wordt herhaald. Velduilen zal je helaas dus weinig horen, maar de territoriumroep is een laag en ritmisch "boe-boe-boe-boe-boe-boe-boe".
Zang ransuil
Bedelroep ransuil
Territoriumroep velduil
Er is nóg een uil met opvallende oorpluimen in ons land: de oehoe. Deze is zeldzaam, met bijna zeventig paren, en komt vooral in het (zuid)oosten en noorden van het land voor. Bijna twee keer groter dan rans- en velduil is de oehoe een reus onder de uilen. Ter vergelijking: rans- en velduil zijn ongeveer zo groot als een torenvalk. De oehoe is groter dan een buizerd.
Ontdek meer dan driehonderd vogelsoorten in één online vogelgids met: vogelgeluiden, tekeningen, foto's, vogelaantallen en meer. In de online vogelgids van Vogelbescherming vind je vogels die in Nederland voorkomen.
Vogels kijken doe je ook met je oren! Vogelbescherming heeft een paar mooie podcastseries gemaakt. Luister bijvoorbeeld naar Uitgevogeld, Dwaalgasten of Van glas tot gras.