Geplaatst op 27 november 2016
Al jarenlang gaat het aantal grutto’s in ons land in aantal achteruit en ook dit broedseizoen verliep dramatisch. Elk jaar zijn er de terugkerende problemen van te vroeg maaien. Maar ook de te droge en bloemloze graslanden, waardoor er te weinig voedsel in de vorm van insecten is.
Dit jaar had de grutto extra tegenslag. Eind mei sloeg het zonnige en droge voorjaarsweer om en trokken zware onweersbuien over ons land met plaatselijk zware hagel. Dit noodweer was waarschijnlijk veel opgroeiende kuikens te veel. Vooral in Noord-Nederland trof het de kuikens extra hard omdat grutto’s daar later broeden en de kuikens daardoor jonger en dus extra kwetsbaar zijn. Ook was er plaatselijk sprake van zware predatie zoals in ZuidWest-Friesland, waardoor veel minder gruttokuikens dan normaal vliegvlug zijn geworden. Op de gemaaide, kale graslanden zijn kuikens een makkelijke prooi.
Door de aanhoudend alarmerende situatie voor de grutto en andere weidevogels heeft Vogelbescherming eerder deze maand de Europese Commissie gevraagd Nederland aan te spreken op ontoereikend weidevogelbeleid. Maatwerkprojecten in Amstelland, Eemland, Idezega (Friesland) en Terschelling laten zien dat er bij een complete aanpak er zeker nog een toekomst is voor de grutto. Deze aanpak moet met steun van de overheden snel ook elders worden toegepast.
De landelijke tellingen van jonge grutto’s zijn een samenwerkingsproject van Vogelbescherming Nederland, SOVON Vogelonderzoek Nederland en de Rijksuniversiteit Groningen.
Een economisch gezond boerenbedrijf combineren met de zorg voor weidevogels en het landschap. Daar zetten weidevogelboeren zich voor in. Ze zijn de voorlopers die een verandering mogelijk maken. Dankzij hen kunnen we (blijven) genieten van weides vol leven.
Grutto’s en andere weidevogels redden het niet langer in ons land. Ze hebben vochtige grond en bloemrijke weides nodig om te overleven. Samen met weidevogelboeren brengt Vogelbescherming de rijke weide terug. En daarmee de typisch Nederlandse weidevogels.