Geplaatst op 25 september 2017
Er zijn van die mannen met een onbegrensd verlangen naar vrouwen. Niet helemaal toevallig zijn het geen gezinsmannen; voor hun nageslacht voelen ze zich niet of nauwelijks verantwoordelijk. Onder vogels is het een vrij veel voorkomende hebbelijkheid.
De vrouwen zijn daarom erg kritisch op de kwaliteiten van hun vluchtige partner. De mannen op hun beurt moeten dus extra hun best doen. Ze verzamelen zich daarom op vaste open plekken in het bos, waar ze hun kunsten en fratsen in de strijd gooien om af te rekenen met concurrenten in de liefde. Zo’n open plek heet een lek, wat Zweeds is voor speelplaats.
In de naaldbossen van noordelijk Europa paradeert op zulke lekken het auerhoen. De mannen – met tweemaal het formaat van vrouwen toch al indrukwekkend – pompen zichzelf op tot ze bijna niet over de eigen borst meer kunnen kijken. De kop zo hoog mogelijk geheven, de staart tot een waaier uitgevouwen, is de boodschap duidelijk: ik ben de beste!
Met deze showparade van mannen wordt hun pikorde vastgesteld. Er kan er maar één winnen; dat wordt de alfa-man. En om in Zweedse (ABBA-)sferen te blijven: The winner takes it all. De alfa-man mag nu alle toekijkende vrouwen de zijne noemen. Hij heeft er letterlijk hard voor moeten knokken met zijn rivalen. Sommige verliezers bekochten het zelfs met de dood. Liefde kan ook heel wreed zijn.
De blauwe pauw is een van die soorten bij wie het liefdesleven zich concentreert op de lek: het schouwtoneel van verleidingskunsten.
Pauwenmannen zijn befaamd – en gewild – om hun extravagante verenkleed. Vrouwenvogels steken juist veel energie in eieren produceren. Dat is een zware taak en die investering moet lonen. Daarom willen vrouwen alleen een man die sterk nageslacht belooft. En die belofte ligt in de vreemde uitdossingen en capriolen waarmee mannen zich als de beste keus presenteren.
In het begin van de evolutie demonstreerden mannen hun talenten waarschijnlijk rechttoe rechtaan: krachtig vliegen, hoog springen, aantrekkelijk voedsel aanslepen en intimiderend schreeuwen. Maar in de loop van vele tientallen miljoenen jaren werden die kunstenmakerijen almaar overdrevener; alles om de competitie vóór te blijven. En de vrouwen pasten hun belangstelling in dezelfde richting aan.
Zo kon het gebeuren dat de pauwenman een waanzinnig lange en oogverblindend mooi gekleurde bundel staartdekveren ontwikkelde: 150 stuks, elk met aan het eind zo’n beroemd pauwenoog. Als hij die uitwaaiert tot een trillende fontein van duizelingwekkende kleuren zijn er maar weinig vrouwen die niet voor hem vallen.
Hoendervogels zijn de bekendste acteurs met een vaste baltsplaats (een ‘lek’), maar heel wat andere vogelsoorten zoeken ook zo’n podium; van steltlopers tot kolibries. Hun leks hebben meestal een ander karakter; ze zijn groter en niet duidelijk afgegrensd. De mannen laten zich niet aan elkaar zien, maar hangen wel in hetzelfde gebiedje rond en kunnen elkaar goed horen. Ze roepen om het hardst naar een begeerde dame: kijk mij, kom dan kijken!
Om als winnaar tevoorschijn te kunnen komen uit deze exhibitionistische competitie moeten de mannen er extra hard aan trekken. Manakins zijn kleine, kleurrijke zangvogels van de Zuid-Amerikaanse tropische wouden. Hun optredens variëren van met zijn alle in een rij op een tak zitten en elkaar intimideren, tot verbluffende acrobatiek.
De meester van de acrobatiek is de geelbroekmanakin. Vrouwtjes zijn uit op een man die uitblinkt in motorische vaardigheden. Dat is een eigenschap die ze graag op haar kinderen ziet overgaan; hard nodig om uit de klauwen van roofdieren te blijven.
Het toppunt van excellente motoriek zijn de razendsnelle sprongetjes waarbij de pootjes van de dansende man niet meer met het oog te volgen zijn. Alsof het om een opgevoerde versie gaat van Michael Jacksons moonwalk.
Dansen is niet slechts voorbehouden aan rivaliserende mannen. Voor soorten die als paar aan hun nageslacht werken – en die soms een leven lang bij elkaar blijven – is dansen een belangrijke bevestiging van hun band. De Chinese kraanvogel wordt om dat edele karakter door Japanners beschouwd als een symbool van eeuwige trouw.
Om hun band te bestendigen voert een kranenpaar een complex en uiterst elegant ballet op. Nooit is de uitvoering exact gelijk aan een vorige, behalve in het begin als ze hun kop en lange snavels in de nek gooien, onder het uitstoten van luide trompetklanken. Daarna gaat de dans over in een gesynchroniseerd om elkaar heen draaien en springen, regelmatig onderbroken door diepe wederzijdse buigingen.
Dit mooie ritueel is een belangrijk onderdeel van de balts, voorafgaand aan de broedperiode, maar het blijft daar niet toe beperkt. Door het jaar heen bevestigen man en vrouw met het rituele ballet hun bijzondere band. In het winterseizoen, als heel het toneel wit straalt van de sneeuw, is die opvoering van een extra serene schoonheid.
Kieskeurig zijn alle vogelvrouwen als het om de vader van hun kinderen gaat, maar bij de futen willen beide seksen precies weten welk vlees ze in de kuip hebben. Voordat een man en vrouw zich verbinden testen ze elkaars uithoudingsvermogen in een uitputtend verlovingsritueel. Is de beoogde partner zo fit als gewenst?
De test heeft het voorkomen van een razende race op het water, besloten met een huldiging door het wederzijds aanbieden van slierten waterplanten; een soort van winnaarskransen.
Het toppunt van de vertoning is de befaamde watersprint. Beide vogels racen over het wateroppervlak alsof ze hovercrafts zijn. Geen luchtstromen, maar razendsnel trappelende zwempoten houden ze boven water. Tot wel 20 meter lang en met twintig stappen per seconde.
Voor Amerika is hij de nationale vogel én het indrukwekkende symbool van vrijheid: de Amerikaanse zeearend. Zelf hebben deze machtige roofvogels ervoor gekozen om gebonden te zijn; man en vrouw gaan een verbintenis aan voor het leven. Bij slechts 5% van de koppels komt het tot een scheiding.
In hun wederzijdse aanzoek brengen ze die sterke verbondenheid tot uitdrukking met een kracht en durf die helemaal past bij hun ontzagwekkende verschijning. De gedroomde partners stijgen samen op tot grote hoogte en slaan daar hun klauwen ineen. Dan storten ze zich in vrije val omlaag, ronddraaiend als stuurloze vliegtuigen het razendsnel naderende aardoppervlak tegemoet.
Het is hetzelfde beeld als van twee strijdende arenden: een krachtmeting met een vaak dodelijke afloop. Ook de geliefden lopen dit risico. Zij testen in dit levensgevaarlijke spel elkaars moed en bekwaamheid. Hoe lang durft de ander te wachten met afhaken? Pas op het aller-allerlaatste moment laten de twee elkaar los. Een fractie van een seconde te laat en de liefde is voor altijd verloren.
Als sociaal dier is de kleine flamingo eenkennig; je zult hem niet zien scharrelen tussen, laat staan mét, andere soorten. Maar in de liefde zijn zowel mannen als vrouwen verre van monogaam. Eén broedseizoen lang duurt een relatie. Volgend jaar weer een nieuw liefje.
Dat betekent opnieuw flink aan de bak op de datingmarkt. Kleine flamingo’s doen dat in gemengde groepen van zo’n 50 tot 100 vogels. En zoals mensen het zeggen met bloemen, zo zeggen de flamingo’s het met dans. Dat levert een fraai en soms komisch ballet op van tientallen vogels die met gestrekte nek, in een lange huppelende rij, allemaal tegelijk hun koppen van links naar rechts zwaaien. Hopend op dat éne alleszeggende oogcontact.
Volgens wetenschappers heeft die dans van de roze steltlopers precies dezelfde functie als het lied van zangvogels. Hoe gevarieerder de uitvoering, des te interessanter waarschijnlijk de genen van de kunstenaar. Liefde draait immers om niks anders dan het doorgeven van overlevingseigenschappen.
Bron: Alex Dale/BirdLife International, vertaling en bewerking René de Vos