Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 3 mei 2019
Tranen in de ogen bij het horen van de eerste gierzwaluw. Ze zijn weer bij ons, ze hebben het gered, wíj hebben het gered, de winter ligt achter ons en betere tijden breken aan. Weinig vogels die bij zoveel mensen zoveel emotie opwekken. Verlangende ogen scannen de lucht. Wat zijn ze laat. Maar dan, in de avondzon, een klein sikkeltje: onmiskenbaar. Welkom terug!
Gierzwaluwen zijn ontroerende vogels, met hun onvoorstelbare leven in de lucht (de eerste vier jaar non-stop vliegen!) en hun poten die niet meer kunnen lopen. Brengers van zon en voorspoed. Al weten ze dat zelf allemaal niet. Maar wat een voorrecht dat ze hier even landen om te broeden op en onder onze daken. Zelfs een gierzwaluw moet af en toe aarden.
De pootjes van gierzwaluwen zijn helemaal aangepast aan hun vliegende bestaan. Vier naar voren gerichte tenen met lange nagels haken behendig aan rotsen of muren, maar echt lopen is er niet meer bij. Op de grond is onhandig schuifelen het hoogst haalbare, als het echt moet.
Ook hun wetenschappelijke naam danken ze aan die pootjes. Apus komt namelijk van het Oud-Griekse woord voor zonder voeten. Het gierende geluid dat ze maken als ze met vrolijke vaart overvliegen komt terug in hun Nederlandse naam.
Veel mensen denken dat je een gierzwaluw de lucht moet ingooien als je er een op de grond vindt. Maar doe dat vooral niet!
Met een gierzwaluw op de grond is het meestal mis: uitputting, een raambotsing, of een jonge vogel die door voedselgebrek of hitte te vroeg uit het nest is gekomen. Smijt je zo’n zwakke vogel de lucht in, dan is de kans groot dat ie net zo hard weer naar beneden valt, waarschijnlijk voor de laatste keer.
Help de vogel door hem van je vlakke hand, vanaf een hoog punt -zoals een zolderraam- weg te laten vliegen. Of hang hem met daar zijn pootjes aan de muur. Zorg in beide gevallen dat er geen obstakels onder zijn. Blijft hij zitten, bel dan de plaatselijke gierzwaluwwerkgroep of de Dierenambulance. Een gezonde, volwassen gierzwaluw die per ongeluk op de grond terechtkomt kan overigens zelf opvliegen als hij een vlakke ondergrond heeft en voldoende ruimte.
Gierzwaluwen broeden in Nederland enkel in gebouwen. Een aparte gedachte: zonder mensen geen gierzwaluwen, want steile rotswanden zijn hier niet. Maar dat betekent ook verantwoordelijkheid. En hoe duurzamer we bouwen (knettergoed natuurlijk, want geïsoleerd), hoe minder holtes er voor ze zijn.
Help gierzwaluwen dus ook door ze nestplaatsen te geven.
Download hier het gratis Factsheet of het uitgebreidere Kennisdocument Gierzwaluw, want daarin staat precies hoe en wat.
Ook Jochem Kühnen uit Nijmegen beschrijft op zijn website een aantal relevante do's en don'ts als u de gierzwaluw wilt helpen met nestgelegenheid. (Klik op gierzwaluwen en scroll dan naar beneden naar 'hulp voor gierzwaluwen'.)
Gun gierzwaluwen die nestplekken, ook voor uzelf. Ze vangen namelijk per gierzwaluw 20.000 insecten per dag, die ze met speeksel samenplakken tot een soort insectenballen met honderden muggen per keer. Ze worden wel 20 jaar oud en komen jaarlijks op dezelfde plek terug, dus dat garandeert 20 jaar biologische muggenbestrijding. Ontroerend en ook nog nuttig.
De Checklist Groen Bouwen biedt hulp bij effectief 'vergroenen'. We helpen iedereen op weg die zich bezig houdt met nieuwbouw, renovatie, projectontwikkeling of planvorming. Grote partijen, maar ook particulieren met een eigen huis.
Vogelbescherming heeft een reeks factsheets over stadsvogels gepubliceerd voor gemeenten, bedrijven, bouwers, bewoners en andere betrokkenen.