Door
Nienke Beintema
Wetenschapsjournalist
Geplaatst op 5 april 2022
Trekvogels hebben iets magisch. Ze broeden op de ene plek en overwinteren duizenden kilometers verderop. Twee keer per jaar leveren ze een ongekende krachtsinspanning. Die leefwijze maakt ze ook kwetsbaar. Niet alleen in hun broedgebieden moeten ze veilig zijn en voldoende eten vinden, maar ook in hun overwinteringsgebieden – en overal ertussenin. “Dat betekent dat landen een gedeelde verantwoordelijkheid hebben om deze vogels te beschermen”, zegt Barend van Gemerden van Vogelbescherming. Hij is gedetacheerd bij BirdLife International, de koepel van nationale vogelbeschermingsorganisaties. Daar coördineert hij het Global Flyways Programme. Dat is een van de negen beschermingsprogramma’s die de 116 nationale partners van BirdLife samen uitvoeren.
“Er lopen al veel projecten langs de Oost-Atlantische Trekroute: de route die vanuit Scandinavië en Siberië via Nederland naar Frankrijk, Spanje en Portugal loopt. Sommige trekvogels vliegen nog verder, naar West-Afrika, en zelfs naar zuidelijk Afrika. Dat is bijvoorbeeld de trekroute die ‘onze’ grutto’s afleggen. Voor deze trekroute heeft Vogelbescherming Nederland het voortouw genomen in de samenwerking van BirdLife Partners.
Bijvoorbeeld door de Portugese partner te helpen in de strijd tegen de aanleg van een vliegveld in de monding van de rivier de Taag, een gebied dat erg belangrijk is als tussenstop voor grutto’s op weg naar de Nederlandse broedgebieden. En toen de IJslandse overheid plannen bekendmaakte voor grootschalige boomaanplant in de belangrijkste broedgebieden van veel steltlopers, zoals rosse grutto en bonte strandloper, hebben zo’n 35 BirdLife-organisaties bezwaar gemaakt.”
“Nationale organisaties krijgen soms niet alles zelf voor elkaar. Samen kunnen we gemakkelijker problemen signaleren, kennis uitwisselen en beslissingen erdoor krijgen bij overheden. Langs deze Oost-Atlantische Trekroute waaraan Nederland ligt, gaat dat steeds beter. Daar hebben we al een aantal successen geboekt.
Nu willen we hetzelfde gaan doen in de trekroute die oostelijker loopt: vanuit Siberië via de Zwarte, Middellandse en Rode Zee richting de Riftvallei in Oost-Afrika. Die landen vormen gezamenlijk het leefgebied voor veel trekvogels. In een aantal landen doen de BirdLife Partners al veel werk voor trekvogels, maar de onderlinge afstemming kan en moet beter. In veel van deze landen staat de bescherming van trekvogels en natuur nog niet zo hoog op de politieke agenda. Juist dan kan internationale samenwerking helpen.”
“Allereerst is er veel illegale jacht. BirdLife International heeft berekend dat er rond de Middellandse Zee jaarlijks zo’n 25 miljoen vogels het slachtoffer worden van illegale jacht. Ze worden geschoten of gevangen met lijmstokken of mistnetten. Dat gebeurt deels langs de Oost-Atlantische route, bijvoorbeeld in Frankrijk. Maar veel landen uit de top-10 liggen juist langs die oostelijker route: Egypte, Cyprus, Griekenland, Syrië en Libanon. Daarnaast lopen vooral roofvogels en andere vogels die op thermiek vliegen, langs deze trekroute veel risico op aanvaringen met windmolens en hoogspanningsleidingen. Een probleem dat waarschijnlijk in de komende jaren alleen maar groter zal worden.”
“Jazeker, er is bijvoorbeeld een succesvol project met aasgieren in Bulgarije. Die worden gezenderd om te kijken waar ze precies heen trekken. In Hongarije vindt onderzoek plaats naar roodpootvalken. Onlangs is ontdekt dat die in ongelooflijke aantallen overwinteren in Angola. Daar is een slaapplaats ontdekt met meer dan een miljoen valken. Nu weten we dat we die plek extra moeten beschermen.
In sommige projecten werken BirdLife Partners langs de trekroute al samen. Dat willen we uitbreiden. Structurele samenwerking is belangrijk, met daarbij de zekerheid dat er voor langere tijd financiering is. Een uitdaging is dat voor verschillende BirdLife Partners soms heel verschillende thema’s relevant zijn. Veel bestrijden al de illegale jacht in hun land, andere zijn actief om hoogspanningslijnen en windmolens op de voor vogels minst gevaarlijke plekken te krijgen. Ook landbouw is een thema dat voor veel BirdLife-organisaties belangrijk is.
Het mooie van BirdLife is dat de nationale organisaties goed weten hoe je een probleem in hun land het beste kunt aan pakken. Zo zijn er heel verschillende motieven voor illegale jacht. In het ene land is het een tijdverdrijf en in het andere levert het ’t armste deel van de bevolking de hoognodige eiwitten. De aanpak die leidt tot blijvend succes is daarom in zulke landen heel verschillend.”
“Allereerst willen we in kaart brengen om welke soorten en om welke problemen het gaat. Daar hebben we nu in deze regio nog te weinig zicht op. Daarnaast willen we inventariseren hoe de verschillende BirdLife Partners tegen deze problemen aankijken. Als BirdLife hebben we een overkoepelende strategie, maar de Partners maken zelf hun eigen keuzes en interpretaties. We moeten eerst goed onderzoeken wat de gemeenschappelijke factoren zijn. Wij kunnen niet zomaar iets aan ze opleggen: de initiatieven moeten van onderaf komen. Alleen dan creëer je draagvlak. Dat hebben we in Portugal en IJsland ook al gezien, rond dat vliegveld en die bebossing. We weten nu beter hoe dat werkt, hoe je slagkracht krijgt. Daarom denken we dat we nu langs die oostelijker route sneller aan de slag kunnen.”
“Er lopen al allerlei initiatieven waarbij we kunnen aanhaken. Die aasgieren die ik noemde, zijn een mooi voorbeeld: de Bulgaarse BirdLife Partner BSPB zendert ze, en betrekt partners in de overige landen langs de trekroute bij beschermingsacties. Zo worden de meest risicovolle hoogspanningsleidingen geïdentificeerd en waar mogelijk aangepakt. Een zogenaamde ‘killer line’ in Soedan is al opgeheven, op andere plekken krijgen hoogspanningsleidingen speciale markeringen waardoor vogels ze beter kunnen zien. Windmolenparken in Jordanië en Egypte worden bemand door vogelwachters die waarschuwen wanneer er roofvogel te dichtbij komt. Dan wordt zo’n reusachtige windmolen even stopgezet totdat de vogel buiten gevaar is. Maar de grootste winst boek je als het lukt om hoogspanningsleidingen en windmolens goed te plaatsen. Dat wil zeggen op plekken waar minder vogels vliegen. BirdLife heeft daarvoor een kaart gemaakt die bedrijven en overheden gebruiken.”
“Niet in directe zin. De goede samenwerking van BirdLife Partners langs de Oost-Atlantische trekroute, waarvan Vogelbescherming de belangrijkste aanjager was, en waarvoor veel leden geld hebben gedoneerd, is wel de inspiratie voor het nieuwe initiatief langs de oostelijker trekroute. En medewerkers van Vogelbescherming zullen zeker kennis aanreiken.”
“Ja, absoluut. In de natuurbescherming zie ik veel momentum, veel enthousiasme en steeds snellere ontwikkelingen. Daarbij denk ik dat trekvogels bij uitstek laten zien waarom natuurorganisaties in verschillende landen moeten samenwerken. De ene week zitten de vogels bij jou, de volgende week bij een ander. Dan wil je dat ze daar óók veilig zijn. En nu met die grotere maatschappelijke vraagstukken, zoals de energietransitie en klimaatverandering, en al helemáál met de oorlog in Oekraïne, wordt samenwerking steeds belangrijker. Trekvogels kunnen daarin een mooie rol spelen, ook in symbolische zin, als verbindende factor. Samen trekvogels beschermen is een uitstekende springplank voor verdere samenwerking. Dat is goed voor de vogels, goed voor de BirdLife Partners, maar uiteindelijk ook goed voor de wereld.”
Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.
Vogelbescherming is groot voorstander van de energietransitie, mits er voor echt duurzame oplossingen gekozen wordt. Dat betekent geen windmolens en zonnepanelen in belangrijke vogelgebieden!