Door
Jan Vrolijk
Biologisch veehouderij
“We hebben hier veel aandacht voor natuur. Zo maakte het grazen van de koeien de weides afwisselender en insectenrijker. Ook de slootranden hebben we bloemrijker gemaakt en gehouden. En er zijn terrastaluds met vele soorten bloemen en kruiden. Zo maakten we een rijke weide voor de vele weidevogels die hier broeden.”
Jan schakelde al in 1990 om naar een biologische bedrijfsvoering. Ook de weide veranderde toen, omdat hij geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest meer gebruikte. De weidevogels wisten het gebied snel te vinden. Met gerichte maatregelen is dat aantal sindsdien alleen maar gegroeid.
Jan neemt ieder seizoen maatregelen om voor de vogels een ideale natuur te creëren. Zo rijdt hij in het voorjaar de strorijke stalmest uit. Dit levert al vroeg veel insecten(voedsel) op en materiaal voor nestbouw en camouflage. In de zomer zorgt hij voor gerichte beweiding en een tijdelijk hoger waterpeil. Dit geeft een afwisselend landschap met veel variatie en voedsel voor de weidevogels. Pas als de jonge weidevogels kunnen vliegen, haalt hij het kruidenrijke hooi van het land. In de zomer en de herfst maait hij de rietkragen en de dijken. Gedroogd is dit ’s winters het strooisel in de stal. Die belandt in het voorjaar weer als strorijke mest in het land.
In 2018 kocht Jan negen hectare voorheen zeer intensief beheerd land aan. Meteen bracht hij daar ruige mest naartoe, verhoogde het waterpeil en startte het extensief beweiden. Ook maaide hij er laat. Het leverde dat jaar meteen al zeventien nesten op, inclusief vliegvlugge jonge vogels. Die komen wellicht de komende jaren terug om op dit nieuwe stukje weidevogelgebied te gaan broeden.
De weidevogels maken dankbaar gebruik van de ruimte die ze hier hebben en de maatregelen die Jan neemt. Sinds een aantal jaren heeft hij een tweede plasdrasgebied op zijn percelen. In de nabijheid van het water worden de meeste nesten gebouwd. In 2018 telde Jan 163 broedparen weidevogels. Doorgerekend komt dat op 250 broedparen per 100 hectare. Dat betekent dat het gebied zich mag rekenen tot de allerrijkste weidevogelgebieden van Noord-Holland en Nederland. En hun aantal blijft stijgen, zo zaten er in 2018 weer meer kieviten. Soorten als grutto en tureluur bleven stabiel op een hoog niveau. Door de nieuwe plasdras meldden zich ook wat nieuwe soorten, zoals kluut, visdief, tafeleend en zomertaling.