Weinig vogels zijn zo geliefd als de ooievaar. Ze worden gezien als brenger van geluk en nieuw leven. Midden jaren zeventig was de ooievaar zo goed als verdwenen uit Nederland. Samen met veel vrijwilligers heeft Vogelbescherming weten te voorkomen dat de ooievaar uitstierf (zie kader ‘Gered door Vogelbescherming’). Inmiddels broeden er weer meer dan duizend paren in ons land! Een geweldig beschermingssucces en een genot om ze in het voorjaar te zien klepperen op hun nest of in het najaar met tientallen tegelijk op trek te zien gaan. De ooievaar is namelijk een trekvogel. Een uitstekende vlieger die goed gebruik weet te maken van thermiek. Nederlandse ooievaars volgen daarbij vooral de trekroute via Spanje en maken via Gibraltar de oversteek naar Afrika. De meeste andere (vooral Oost-Europese) ooievaars vliegen via Turkije en Israël helemaal naar het zuiden van Afrika.
Een ooievaar herkennen is niet moeilijk. Zelfs de enige vogel die er echt op lijkt - de zeldzame en schuwe zwarte ooievaar - is in het veld vrij gemakkelijk van een witte ooievaar te onderscheiden. Als ze vliegen is het verschil echter lastiger. Beide ooievaars vliegen, net als de kraanvogels, met gestrekte nek en poten. Om het verschil te zien moet je letten op de vleugels en de nek. Die zijn bij de zwarte ooievaar helemaal zwart en bij de ooievaar voornamelijk wit. Aan het geluid heb je niet zoveel, beide ooievaars zijn nogal zwijgzaam in de vlucht. De witte kleppert met zijn snavel. Maar meestal alleen als hij landt op het nest of in een groep soortgenoten. De zwarte kleppert alleen in de broedtijd en aangezien ze in ons land alleen doortrekken, horen we de zwarte eigenlijk nooit.
Wie een zwarte ooievaar ziet in Nederland heeft veel geluk. Ze komen hier in het voorjaar en najaar langs op doortrek op weg van en naar Afrika. Maar de kans om ze te zien wordt steeds groter. Want het gaat met de zwarte ooievaar ook steeds beter. Jaarlijks worden er op trek al enkele honderden waargenomen! Ze maken hun nesten steeds dichter in de buurt van Nederland. Zo broeden er al jaren zwarte ooievaars in de Belgische Ardennen. Het is net als met de visarend, waarvan een broedpoging in Nederland al jaren werd verwacht. Die eerste visarend broedde in 2016 in de Biesbosch. Ook op de zwarte ooievaar wordt door vogelaars met smart gewacht. Wie weet gaan ze binnenkort ook nestelen in de nieuwe ooibossen langs de rivieren.
Als er een merelnest in je tuin zit, blijf dan vooral uit de buurt als de jongen bijna uitvliegen. Als er gevaar dreigt, geven de oudervogels namelijk een scherpe alarmkreet en kan het gebeuren dat de jongen het nest in paniek verlaten. Terugzetten gaat heel moeilijk, want als je de ene in het nest zet, vliegt de andere er onmiddellijk weer uit. Pas uitgevlogen jongen kunnen vaak nog niet goed vliegen maar worden nog wel gevoerd door de ouders.
Een kerkuil kom je overdag zelden tegen. Dan slapen ze op de balken hoog in een boerenschuur. Ze wachten meestal, net als bosuilen, tot het echt donker is voordat ze gaan jagen. Behalve als ze jongen hebben. Dan zijn de korte zomernachten niet lang genoeg om de magen van de hongerige kuikens te vullen en moeten ze in de schemering al op pad. In muizenrijke jaren hebben ze wel een stuk of zeven jongen en moeten er heel wat muizen worden aangesleept. De kerkuil is overigens ook specialist in griezeleffecten. Tijdens de vlucht laten ze soms een doordringende, spookachtige schreeuw horen die al veel mensen midden in de nacht de stuipen op het lijf heeft gejaagd.
Kerkuilen wonen in ons land van oudsher in gebouwen. Maar veel kerken en torens zijn tegenwoordig met gaas dichtgemaakt. Gelukkig zijn er veel boeren die, gestimuleerd door Vogelbescherming Nederland, hun schuren wel voor de kerkuilen hebben opengesteld. In de jaren zeventig, toen er minder dan honderd paartjes over waren, betaalde Vogelbescherming aan elke boer die onderdak bood een premie van 25 gulden. Vrijwilligers plaatsten nestkasten en dankzij een reeks van maatregelen broeden er tegenwoordig meer dan 2000 paartjes kerkuilen in ons land en kon de kerkuil, net als de ooievaar, van de rode lijst van bedreigde vogels, worden afgevoerd!
Een kerkuil zien is niet gemakkelijk. Behalve dat het echte nachtdieren zijn, vliegen ze als ze op jacht zijn ook nog eens volkomen geluidloos. Zo kunnen ze hun prooi verrassen, maar zijn ze voor de vogelaar lastig te ontdekken. Toch is er een eenvoudige manier om ze te zien. Vind een boer met een broedende kerkuil op zijn erf en vraag toestemming op zijn erf te wachten tot de schemering invalt. Dan gaat de kerkuil op jacht. En dat is meer dan de moeite waard. Wie de witte kerkuil ziet oplichten in de nacht, ijselijk hoort krijsen en ook nog een glimp opvangt van het witte uilengezicht, weet het zeker: spoken bestaan!
Met de ooievaar gaat het weer goed! Dankzij een speciaal herintroductieproject van Vogelbescherming Nederland en de steun van honderden vrijwilligers is het gelukt de ooievaar - die hier op een haar na was uitgestorven - als broedvogel voor ons land te behouden. Er zijn nu weer meer dan duizend broedparen en elk jaar gaan er weer honderden wilde ooievaars op trek naar Afrika. Toch kun je ook midden in de winter ooievaars tegenkomen. Het zijn vogels die afkomstig zijn van de tien buitenstations waar ooievaars werden gefokt voor het herintroductieproject. Door bijvoederen is hun trekdrang onderdrukt en zijn ze niet meer echt gemotiveerd voor een tocht van duizenden kilometers naar Afrika. Overigens bleven er vroeger ook wel ooievaars in ons land overwinteren. Ze leefden onder andere rond de vishallen in Scheveningen, waar ze het hele jaar door te eten hadden!
Natuurlijk gaat er niets boven buiten vogels kijken. Maar ook als je binnen blijft zijn er tegenwoordig veel leuke digitale en online vogelkijkmogelijkheden om van vogels te genieten of je kennis te vergroten.
Wil je meer weten over de soorten uit deze vogelles of over andere vogels die in Nederland voorkomen? In de webshop van Vogelbescherming zijn veel goede boeken, voor beginners en gevorderde kijkers, verkrijgbaar. Maar je kunt ook gewoon in onze online vogelgids kijken.
In de cursus Uilen in Nederland maak je kennis met de zes uilen die in ons land broeden. Hoe herken je ze? Waar leven ze? Wat eten ze? Hoe vinden ze een partner en voeden ze hun jongen op? Je leert het in
deze online cursus.
Prijs voor leden € 20, anders € 25.
Vogelkennis bouw je langzaam op. Hieronder 6 vragen om je kennis over vogels verder te verrijken. De vragen gaan deels over deze les en deels over nieuwe kennis. Soms moet je dus misschien iets opzoeken. De online vogelgids van Vogelbescherming kan daarbij handig zijn.
In deel 9 van de cursus Vogels in Nederland vertellen Camilla en Nico over drie hele fraaie vogels: de tapuit, roodborsttapuit en het paapje.