Sommige vogels zijn heel gemakkelijk te zien. Zoals de merel of de koolmees. Andere vogels jagen de adrenaline op, zoals de sperwer, de roofvogel die plotsklaps in je tuin kan verschijnen. Dat vertel je aan iedereen. En er zijn magie-vogels, zoals de nachtzwaluw of roerdomp. Ze daadwerkelijk zien, dat gebeurt bijna nooit.
Roerdompen zijn schuwe vogels en leven teruggetrokken in het moeras. Het is een ‘dikke’ okerkleurige reiger, die zich snel lang en slank maakt bij het minste onraad: de ‘paalhouding’. Tussen het riet is hij zo bijna onzichtbaar. Wie dan nog te dichtbij komt, ziet een grote bruine vogel opvliegen, waar grote groene poten onderaan bungelen.
Het ultieme roerdomp-gevoel krijg je het best op een mooie mei-avond in een uitgestrekt moerasgebied. Op zulke momenten maken roerdompen een hoempend geluid dat kilometers ver hoorbaar is. Het geluid maken ze door hun keelzak op te pompen als een blaasbalg.
Als je dichtbij bent, is eerst het inademgeluid "huh" te horen en daarna het zware hoemp als de lucht wordt uitgeblazen. In het begin van het seizoen zijn dat twee of drie hoempen, later bast de misthoorn wel zeven, acht keer over het water.
Hoor je ook varkens gillen, dan zijn dat waterrallen, een ander mysterieus moerasgeluid.
De schuwe en fraaie purperreiger is ook een bewoner van rietmoerassen. Hij lijkt eigenlijk niet heel erg op de roerdomp, maar de twee worden toch soms met elkaar verward. Dat komt omdat ze vaak maar heel kort worden gezien of half verborgen in het riet staan. Maar de verschillen zijn bij nadere beschouwing behoorlijk groot. De purperreiger is slank, heeft een dunne lange nek en heeft grijze, roestbruine en paarsrode tinten. De roerdomp is veel plomper met een dikke nek en een bruin-zwart camouflagekleed.
De blauwe reiger is meer grijs dan blauw, de zwarte wouw overwegend bruin en de witte kwikstaart zwart-wit. Vogelnamen en kleuren kloppen niet altijd. De zwarte stern is eigenlijk ook meer een ‘zwartkopstern’, want de rest is in het voorjaar egaal lichtgrijs. Die zwarte kop wordt in de loop van de zomer ook nog eens steeds witter.
“Ke-tjets, Ke-tjets, ke-tjets.” Zo, of net weer een beetje anders, laat het geluid van de zwarte stern zich omschrijven. Omdat zwarte sterns, net als veel andere soorten, voortdurend de behoefte hebben om hun aanwezigheid kenbaar te maken met korte schelle roepjes, is het belangrijk die geluiden te leren. Sterns hoor je vaak eerder dan je ze ziet.
Oppervlakkig gezien lijkt de zwarte stern op een visdief. Een visdief is ook een stern. Maar er zijn – naast de kleur – toch vooral verschillen. Vooral in de manier van vliegen en jagen. Daaraan zijn ze ook op afstand en met tegenlicht goed te herkennen.
De visdief vliegt met krachtige vleugelslagen voorwaarts, bidt af en toe en stootduikt z’n visjes bij elkaar. Zwarte sterns fladderen en vlinderen boven het wateroppervlak, bidden soms heel even, maar maken veeleer duikvluchtjes om insecten van het wateroppervlak te pikken, of een visje, dat echt niet oplet, net onder de waterspiegel vandaan. Ook boven moerasvegetaties en kruidenrijke hooilanden in natuurgebieden, jagen ze op insecten. Die insecten komen op de eerste plaats, een visje is een meevaller!
De zwarte stern is een zoetwaterstern. Op sommige plekken in Nederland zijn ook witwang- en witvleugelsterns te zien, maar die zijn vele malen zeldzamer. Ook de visdief kom je vaak in het binnenland tegen, maar deze is veel minder aan zoetwater gebonden. Zo bevinden zich langs de kust diverse visdiefkolonies.
Het nestelgedrag van de zwarte stern levert hachelijke situaties op. Ze maken hun nesten op waterplanten zoals krabbenscheer. Ook drijvende wortelstokken van de gele plomp zijn in trek. Een paar bladeren van half verrotte waterplanten vormen het nest dat enkele centimeters hoger is dan de waterspiegel. Een motorboot op volle snelheid met een stevige hekgolf en de hele kolonie gaat overstuur.
Omdat vanaf de tweede helft van de vorige eeuw de aantallen moerasvogels hollend achteruit gingen, heeft Vogelbescherming in de jaren negentig een reddingsplan voor moerasvogels opgesteld. Door een star beheer was de dynamiek uit veel moerasgebieden verdwenen. Ook waren er veel te weinig flauw hellende overgangen met ondiep water om voedsel te kunnen zoeken.
Samen met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Landschappen heeft Vogelbescherming veel van deze gebieden heringericht en dynamiek kunnen herstellen. Zo werden, met Europees geld, moerasgebieden gedeeltelijk afgegraven waardoor de verlanding weer op gang kon komen. Ook werd niet al het riet meer gemaaid, bleef er meer oud riet staan, van levensbelang voor de roerdomp.
Om de zwarte sterns te helpen worden er nu al vele jaren kleine nestvlotjes uitgelegd op rustige plaatsen. Het grootste deel van de zwarte sterns broedt intussen op deze kunstnesten.
Wil je meer weten over de soorten uit deze vogelles of over andere vogels die in Nederland voorkomen? In de webshop van Vogelbescherming zijn veel goede boeken, voor beginners en gevorderde kijkers, verkrijgbaar. Maar je kunt ook gewoon in onze online vogelgids kijken.
Buiten zijn en genieten van je omgeving, de schoonheid van vogels en het bijzondere van hun gedrag gecombineerd met onverwachte natuurmomenten en de vraag of het lukt om een favoriete soort te ontdekken.
Vogelkennis bouw je langzaam op. Hieronder 6 vragen om je kennis over vogels verder te verrijken. De vragen gaan deels over deze les en deels over nieuwe kennis. Soms moet je dus misschien iets opzoeken. De online vogelgids van Vogelbescherming kan daarbij handig zijn.
In deel 5 van de cursus Vogels in Nederland nemen Camilla en Nico je mee naar snel stromend water waar twee kleurige vogels te zien zijn: de ijsvogel en de grote gele kwikstaart.