Het onderscheid tussen een meerkoet en een waterhoen is gemakkelijk. Maar hun naam wordt vaak door elkaar gehaald, of erger, verhaspeld tot waterkoet of meerhoen. Er bestaan ook overeenkomsten tussen beide soorten: ze zijn allebei in stadsgrachten en plantsoenen te zien, beide zijn oorspronkelijk vogels van moerasgebieden, beide verblijven vaak op oevers en komen in heftige winters snel in de problemen. Maar als je goed kijkt naar de uiterlijke kenmerken, kun je je eigenlijk niet vergissen in de soort.
Een meerkoet heeft niets van het slanke postuur van het waterhoen. Niet alleen het verschil in kleur maar ook in lichaamsvorm is dus van belang. Bij de meerkoet is alles relatief dik, groot en rond. Opvallend is de witte bles op het voorhoofd. Als je heel goed kijkt, zie je dat die bles per individu verschilt.
Een groepje grazende meerkoeten op de oever doet denken aan een uitstapje van oude mannetjes. Voorovergebogen stappen ze voorwaarts en als het even kan eten ze, terwijl ze op de grond zitten, verder. Als er gevaar dreigt, rent de groep onhandig fladderend naar het water. Meerkoeten zijn echte groepsdieren die elkaar opzoeken om samen te overwinteren.
Een onder water duikende meerkoet doet enigszins denken aan een voetbal. Ze moeten eerst een sprongetje maken om voldoende zwaartekracht te genereren om onder water te kunnen komen en een paar seconden later ploppen ze als een voetbal weer naar boven.
Volwassen waterhoentjes hebben een mooie rode bles en wippen voortdurend met de staart, waardoor de buitenste witte staartpennen oplichten. Vlagvertoon voor soortgenoten, die ze zo proberen te intimideren. Ook vallen de geelgroene poten met lange tenen op. Soms, bij gevaar of ruzie, trekken ze een korte sprint en plompen het water in. Als ze zwemmen, valt op dat hun kop knikt met rukjes voorwaarts. Alsof ze moeite hebben om vooruit te komen.
Het waterhoen heet in de volksmond ook wel ‘waterkipje’. Met opgerichte staart loopt het waterhoen op de oevers van parkvijvers. Een vijvertje van enkele tientallen meters doorsnee is vaak al voldoende voor een paar waterhoentjes. In het park laten ze zich beter bekijken dan in de afgelegen moerasgebieden. Daar leven ze verstopt tussen de oeverbegroeiing en laten af en toe een harde kreet horen.
Sommige vogelaars ontdekken in no time een slechtvalk. Hoe kan dat? Het geheim: ze zoeken in de verte naar de ‘bobbeltjes’! Slechtvalken zitten namelijk vaak ver weg op de grond (soms op een kluit of paal) en steken dan dus als een soort bobbel een klein beetje af tegen het landschap.
In vogelrijke en uitgestrekte natuurgebieden kijken ze urenlang uit over hun jachtvelden. De prooien (van duiven en eenden tot steltlopers) maken zich niet druk om slaperige slechtvalken met een dikke krop. Die heeft zojuist gegeten. Maar een actieve, rechtop zittende slechtvalk met lege krop, is een ander verhaal. Die is dodelijk gevaarlijk en zorgt voor gevlieg en onrust.
Dus, slechtvalk zien? Scan alle kluitjes en graspolletjes met je verrekijker en wees alert als groepen vogels in paniek opvliegen.
Volwassen slechtvalken zijn leigrijs op de rug, de jonge vogels bruin met lichte veerrandjes. De slechtvalk is een soort vergrote uitgave van de boomvalk, met dezelfde opvallende witte wangvlek, maar forser. In de winter zijn slechtvalken zwijgzaam, in de broedtijd laten ze zich regelmatig horen!
'Slechts' of 'gewoon' een valk: dat betekent de naam slechtvalk. Met slecht of goed heeft dat dus niets te maken. Gewoon is een slechtvalk overigens niet. Een slechtvalk die een stootduik maakt, haalt een snelheid van meer dan 200 kilometer per uur en is daarmee de snelste vogel op aarde! De prooi wordt niet gegrepen en doodgeknepen, zoals de sperwers dat bijvoorbeeld doen, maar kort met de sterke klauwen aangeraakt, waarna het slachtoffer uit balans op de grond smakt. Dat is meestal dodelijk.
Jagende roofvogels ontdek je vaak doordat een groep vogels opeens onrustig wordt of opvliegt. Scan meteen met je verrekijker het luchtruim en ontdek met een beetje geluk de roofvogel.
De afgelopen decennia gaat het veel beter met de slechtvalk in Nederland. Van slechts enkele exemplaren steeg het aantal naar honderd broedparen en de toename zet nog door. De slechtvalk doet zijn naam steeds meer eer aan en wordt weer een ‘gewone’ valk. De slechtvalk is ook een stedeling geworden. Steeds vaker vind je ze midden in de stad op torentransen, hoge gebouwen of bruggen. Ze jagen op duiven in de buurt. In het winterhalfjaar kun je slechtvalken opsporen bij vogelrijke kustgebieden zoals de Maasvlakte of rond het Lauwersmeer, maar ook in de buurt van natuurontwikkelingsgebieden.
Het is zeer boeiend slechtvalken te volgen tijdens het broeden. Ze dragen dan elke dag prooien aan en strijden fanatiek om hun territorium. Via de webcams van Beleef de Lente is elk jaar een paar slechtvalken live te volgen op hun nest. Beleef de Lente zijn de webcams die Vogelbescherming elk voorjaar opstelt bij verschillende vogelnesten. Zo kun je het opgroeien van jonge slechtvalken live meebeleven. Ook kun je filmpjes van het afgelopen jaar terugkijken.
Dat we weer van slechtvalken en veel andere roofvogels kunnen genieten in Nederland, is in belangrijke mate de verdienste van Vogelbescherming. De vereniging trok stevig aan de bel toen midden vorige eeuw steeds meer gifstoffen werden gebruikt in de landbouw. Via het graan kwam het gif in de duiven, het voedsel van slechtvalken. Veel vogels lieten het leven. Ook werden hun eieren onvruchtbaar en waren eierschalen zo dun dat ze braken. Gelukkig zijn veel gifstoffen nu verboden.
Ook het opzettelijk vergiftigen van roofvogels heeft Vogelbescherming aan de kaak gesteld. Via voorlichting en betere controle is roofvogelvervolging nu sterk teruggelopen, maar helaas nog niet helemaal uitgebannen.
Wil je meer weten over de soorten uit deze vogelles of over andere vogels die in Nederland voorkomen? In de webshop van Vogelbescherming zijn veel goede boeken, voor beginners en gevorderde kijkers, verkrijgbaar. Maar je kunt ook gewoon in onze online vogelgids kijken.
Buiten zijn en genieten van je omgeving, de schoonheid van vogels en het bijzondere van hun gedrag gecombineerd met onverwachte natuurmomenten en de vraag of het lukt om een favoriete soort te ontdekken.
Vogelkennis bouw je langzaam op. Hieronder 6 vragen om je kennis over vogels verder te verrijken. De vragen gaan deels over deze les en deels over nieuwe kennis. Soms moet je dus misschien iets opzoeken. De online vogelgids van Vogelbescherming kan daarbij handig zijn.
Tijdens de volgende vogelles van de cursus Vogels in Nederland stellen Camilla en Nico twee kleurrijke bewoners van het waddengebied aan je voor: de scholekster en de eidereend.