IJsvogels en grote gele kwikstaarten zijn beide vogels die van beekdalen houden met stromend water. Maar beide kleurrijke soorten duiken op meer plekken op, ook in de stad. Wees altijd alert.
"Hee, was dat een ijsvogel?” IJsvogels vliegen zo snel en duiken zo onverwachts op, dat het herkenningsproces vaak pas in werking treedt nadat hij al uit zicht is. In een rechte lijn, pijlsnel laag of een paar meter boven het water vliegen ze voorbij. Smaragdblauw zijn ze aan de bovenkant, flonkerend van kleur. In Nederland is er geen andere vogel die zo snel in een kleurrijke flits voorbij komt.
Heel vaak hoor je een ijsvogel voordat je ‘m ziet. Een vliegende ijsvogel heeft innerlijk de drang om met korte tussenpozen en vrij vaak, tijdens het vliegen met een heftig en scherp “tsie-ti, tsie-ti" zijn komst aan te kondigen. Ken je dat geluid, dan ben je minder vaak verrast door deze ‘blauwe flits’.
Behalve deze kenmerkende roep, zul je van een ijsvogel weinig geluid horen. Een ijsvogel zingt zelden. In de buurt van het nest en in de baltstijd zijn ze ook nogal zwijgzaam. Dus hoor je een ijsvogel, dan is het vrijwel altijd de bovenstaande roep. De toon van deze roep is overigens relatief hoog. Zo hoog dat sommige mensen de roep moeilijk kunnen horen.
IJsvogels zijn echte vissers. Als ze aan het vissen zijn, wordt vaak een laag boven het water hangende tak als uitvalsbasis gebruikt. Tijdens de stootduik naar een visje gaan ze vaak kopje onder. Hebben ze een vis gevangen, dan wordt dat meestal met zwaaiende kopbewegingen doodgeslagen op een tak.
Een ijsvogel is eigenlijk met geen andere vogel te verwarren. De enige vogel die er misschien een beetje op lijkt is een boomklever. Maar die hebben veel fletsere kleuren, leven in bomen en duiken niet in het water om vis te vangen.
Bij ijsvogels zijn mannetjes en vrouwtjes gemakkelijk uit elkaar te houden. Let daarbij op de kleur van de ondersnavel. Bij het mannetje zwart, bij het vrouwtje rood. Dus hieronder zie je een vrouwtje afgebeeld. En dat onthoud je zo: de ‘r’ van rood komt terug in het woord vRouwtje.
IJsvogels zijn te zien langs beken, maar ook bij stilstaand water. Zolang het water maar helder en visrijk is. Landgoedvijvers zijn kansrijke plaatsen. IJsvogels komen ook, vooral in het winterhalfjaar, midden in de stad voor waar ze zich verschuilen in de laag hangende takken van de parkbomen die zich uitstrekken over de grachten. Zelfs vijvertjes in de achtertuin worden bezocht!
Ga eropuit in de buurt van plassen, brede vaarten en wandel langs kronkelende beken, dan komen de ijsvogelwaarnemingen vanzelf.
De nesten van ijsvogels zitten goed verstopt aan het einde van een nestpijp van bijna een meter lengte die ze zelf uitgraven. Steeds vaker nestelen ze in een speciale ‘ijsvogelwand’ die worden geplaatst door vogelwerkgroepen en terreinbeheerders.
De grote gele kwikstaart hoort bij de gemakkelijk herkenbare familie van de kwikstaarten. In Nederland komen drie soorten kwikstaarten voor: De witte kwikstaart, de gele kwikstaart en de grote gele kwikstaart. Over die laatste gaan we het hier hebben.
De grote gele kwikstaart heeft een superlange staart, zo’n 2,5 centimeter langer dan die van andere kwikstaarten. Hij lijkt op de gele kwikstaart maar is in alles wat forser en heeft een grijze in plaats van een geelgroene bovenkant (zie de illustratie hieronder voor de verschillen). Het mannetje is diepgeel gekleurd en heeft een opvallende gitzwarte keelvlek. Als je een grote gele kwikstaartman in het vroege voorjaar in prachtkleed tegenkomt, maakt dat een onuitwisbare indruk. De jongen en het vrouwtje zijn veel lichter van kleur.
Een langs vliegende ‘grote kwik’ heeft iets weg van een jojo. In diepe golven ‘swingt’ hij voorbij. Tijdens het vliegen wordt veelvuldig "sietsiet" geroepen. Ken je dat roepje, dan zie je ze opeens veel vaker.
Doortrekkende grote gele kwikstaarten op weg naar hun broedgebied zie je toevallig. Dat kan in maart en april gebeuren overal in Nederland. Ze broeden langs snelstromend water. In Nederland kun je ze vinden langs Achterhoekse, Twentse of Limburgse beken. Maar op de landgoederen langs de sprengen op de Veluwe komen ze ook voor, bijvoorbeeld bij kasteel Rosendael bij Arnhem.
De laatste decennia worden grote gele kwikstaarten ook in steden als Groningen en Breda gezien. Een westelijke buitenpost is Utrecht, waar de grote gele kwikstaart langs de singels in het centrum van de stad heeft gebroed.
In de jaren tachtig waren er nog maar 100 broedende ijsvogelparen in ons land. De waterkwaliteit was slecht, veel beekjes waren rechtgetrokken en er waren niet genoeg plekken waar ijsvogels succesvol konden broeden. Mede dankzij de inzet van Vogelbescherming is het leefgebied van de ijsvogel sterk verbeterd en broeden er weer meer dan 1000 paren! Om dit mooie resultaat te bereiken heeft Vogelbescherming zich hard gemaakt voor het herstellen van natuurlijke beken en hebben we veel lokale projecten van vogelwerkgroepen financieel ondersteund. Op die manier werden veel ijsvogelwanden aangelegd. Daardoor kregen ijsvogels in Nederland weer genoeg broedplekken. De handleiding voor het maken en onderhouden van ijsvogelwanden is nog steeds te vinden op onze website, want ijsvogels varen er wel bij. Vogelbescherming heeft ook het IJsvogelfonds in het leven geroepen. Hiermee financieren we lokale vogelprojecten. Zo gaat beschermen en genieten hand in hand. Want wie een ijsvogel in het echt heeft gezien, wil dat deze prachtvogel voor altijd goed wordt beschermd!
Wil je meer weten over de soorten uit deze vogelles of over andere vogels die in Nederland voorkomen? In de webshop van Vogelbescherming zijn veel goede boeken, voor beginners en gevorderde kijkers, verkrijgbaar. Maar je kunt ook gewoon in onze online vogelgids kijken.
Buiten zijn en genieten van je omgeving, de schoonheid van vogels en het bijzondere van hun gedrag gecombineerd met onverwachte natuurmomenten en de vraag of het lukt om een favoriete soort te ontdekken.
Vogelkennis bouw je langzaam op. Hieronder 6 vragen om je kennis over vogels verder te verrijken. De vragen gaan deels over deze les en deels over nieuwe kennis. Soms moet je dus misschien iets opzoeken. De online vogelgids van Vogelbescherming kan daarbij handig zijn.
In deel 6 van de cursus Vogels in Nederland nemen Camilla en Nico je mee de weide in om te genieten van twee oer-Hollandse weidevogels: de grutto en de tureluur.